Schrijven: Thema Nepnieuws & Bronnenonderzoek (2) - Formuleren 4.3 Verwijzen

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we vandaag doen?
Herhalen: Formuleren 4.1 Duidelijk formuleren en 4.2 Signaalwoorden

KORTE uitleg nieuw hoofdstuk Taalverzorging:
Formuleren, 4.3 Verwijswoorden

Verder met het thema Nepnieuws & brononderzoek. Dit thema is een combinatie van TCR-lessen en Mix-opdrachten uit de methode Nu Nederlands 2F.
Vandaag: Kritisch lezen van bronnen: Foute argumentaties (drogredenen)


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nog?
4.1 Duidelijk formuleren: 
  • De lengte van een zin?
  • Het gebruik van vaktermen?
  • Het gebruik van afkortingen?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nog?
4.2 Signaalwoorden: 
  • Wat zijn dat voor woorden?
  • Weet je een voorbeeld?
  • Waarom behandel ik dit in de les?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even vooraf:
Welke signaalwoorden ken jij?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Waar wordt op gelet bij het examen Schrijven 2F?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Opdracht 1: lees de tekst en beantwoord daarna vragen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


 Welke twee signaalwoorden zitten er in zin 2?
A
ze - aan
B
aan - met
C
toen - haal
D
eerst - toen

Slide 8 - Quizvraag

EERST: volgorde
TOEN: tijd

  Om welk tekstverband gaat het in zin 2?
A
volgorde in tijd
B
opsomming
C
reden
D
conclusie

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieuwe theorie:
4.3 Verwijswoorden

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even oefenen......
met verwijswoorden

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar verwijst het verwijswoord naar?

Rafiq staat om vijf uur op, want HIJ moet gaan werken.
A
Rafiq
B
vijf uur
C
want
D
werken

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dat ziekenhuis wil graag uitbreiden, maar ZE hebben daar niet genoeg geld voor.

Is het verwijswoord 'ze' goed gebruikt?
A
JA
B
NEE

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

GOED:
Dat ziekenhuis wil graag uitbreiden, maar HET heeft daar niet genoeg geld voor.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar verwijst het verwijswoord naar?

Dat is de jongen DIE mij geld heeft geleend.
A
Dat
B
de jongen
C
mij
D
geld

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het TCR bouwt een nieuwe vestiging, omdat ZE steeds meer studenten krijgt.

Is het verwijswoord 'ze' goed gebruikt?
A
JA
B
NEE

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

GOED:
Het TCR bouwt een nieuwe vestiging, omdat HET steeds meer studenten krijgt.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar verwijst het verwijswoord naar?

Het bedrijf is erg betrokken bij ZIJN medewerkers.
A
Het bedrijf
B
betrokken
C
medewerkers

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar verwijst het verwijswoord naar?

De gemeente heeft een informatieve brief naar HAAR bewoners gestuurd.
A
de gemeente
B
een informatieve brief
C
bewoners

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies het juiste verwijswoord:

Het volleybalteam is de eerste in de competitie geworden, omdat ........ alle wedstrijden heeft gewonnen.
A
hij
B
zij
C
het
D
hun

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies het juiste verwijswoord:

De vakbond heeft een demonstratie georganiseerd, want ..... is het niet eens met de plannen van de overheid.
A
hij
B
zij
C
het
D
hun

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Taalverzorging
4.3 Verwijzen (verkort)
Opdracht BRONONDERZOEK
(Les 2)

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies