[4H/5V] Staatsinrichting VI - EU, rijk, provincie en gemeente

Staatsinrichting V






EU & bestuur in Nederland
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Staatsinrichting V






EU & bestuur in Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
Je kunt:
- uitleggen uit welke drie bestuurslagen de Nederlandse overheid bestaat;
- aangeven hoe de vertegenwoordigende raden van deze lagen heten;
- met een voorbeeld aangeven over welke terreinen de provincie en de gemeente gaan;
- uitleggen of je het Nederlandse lidmaatschap van de EU goed of slecht vindt.

Slide 2 - Tekstslide

Bestuurslagen in Nederland

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Nederland is in drie bestuurslagen verdeeld. Welke?
A
De provincie, het Rijk en de EU.
B
De gemeente, de Eerste Kamer en het parlement.
C
Het Rijk, de provincie en de gemeente.
D
Het Rijk, het parlement en de provincie.

Slide 5 - Quizvraag

De gemeente

Slide 6 - Tekstslide

De burgemeester van Amsterdam is (en was lid van deze partij):

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Wat doet een wethouder?

Slide 10 - Woordweb

Het 'parlement' van de gemeente heet:
A
Het gemeentehuis
B
De Raad van State
C
De gemeenteraad
D
Het college van B&W

Slide 11 - Quizvraag

De 'ministers' van een gemeente noemen we:
A
Gemeentelijke ministers
B
Gemeentelijke bestuurders
C
Directeuren
D
Wethouders

Slide 12 - Quizvraag

De provincie

Slide 13 - Tekstslide

Zoek op je laptop wie de Commissaris van de Koning (CdK) is van Noord-Holland

Slide 14 - Open vraag

Waar beslist de provincie over?

Slide 15 - Woordweb

Hoe noemen we het 'parlement' van de provincie?
A
De provinciale staten
B
Het provinciale parlement
C
De Eerste Kamer
D
De Raad van State

Slide 16 - Quizvraag

Stel, je hebt een bedrijf en je hebt een milieuvergunning nodig.
Bij wie vraag je dat aan?
A
Bij de gemeente.
B
Bij de provincie.
C
Bij het rijk.

Slide 17 - Quizvraag

Stel, je wil een dakkapel op je huis plaatsen.
Aan wie moet je een vergunning vragen?
A
Aan de gemeente.
B
Aan de provincie.
C
Aan het rijk.

Slide 18 - Quizvraag

Welke van de onderstaande beweringen is goed?
I De provincie beslist over de route van een autosnelweg;
II De provincie beslist over de aanleg van nieuwe straten in een plaats.
A
I is goed en II is fout
B
I is fout en II is goed
C
I en II zijn goed
D
I en II zijn fout

Slide 19 - Quizvraag

De rijksoverheid

Slide 20 - Tekstslide

Het torentje van de minister-president.
Eerste Kamer der Staten-Generaal
Ministerie van Onderwijs.
Ministerie van Justitie en Veiligheid
Ministerie van Algemene Zaken
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Slide 21 - Tekstslide

Taken van de Rijksoverheid
De Rijksoverheid maakt beleid, vaardigt wetten uit en ziet toe op naleving. Daarnaast bereidt het Rijk plannen van de regering en het parlement voor. En voert het deze plannen uit.

Slide 22 - Tekstslide

De Rijksoverheid bestaat uit de ministeries en uitvoerende diensten.

De Rijksoverheid is het onderdeel van de overheid dat op landelijk niveau werkt. Bij het Rijk werken ongeveer 116.000 ambtenaren. Ambtenaren op de 12 ministeries bereiden beleid en wetgeving voor. 
Bij uitvoerende diensten voeren ambtenaren het beleid uit. Bijvoorbeeld politiemensen, militairen en inspecteurs.

Slide 23 - Tekstslide

Commissaris der Koning
Burgemeester
Lid Gedeputeerde Staten
Wethouder
Minister
Gemeenteraad
Provinciale Staten
Ministerie

Slide 24 - Sleepvraag

De Europese Unie

Slide 25 - Tekstslide

Dit is Ursula von der Leyen. Wat is haar functie in de EU?
A
Voorzitter Europees Parlement
B
Voorzitter Raad van Europa
C
Voorzitter Europese Commissie
D
President van Europa

Slide 26 - Quizvraag

Waarom is Olaf Scholz zo belangrijk in Europa?
A
Hij is Bondskanselier van Duitsland, het rijkste land van de EU.
B
Hij is president van Frankrijk, het rijkste land van de EU.
C
Hij is Bondskanselier van Duitsland, en zij denken er over om uit de EU te stappen.
D
Hij is president van Frankrijk, en zij denken er over om uit de EU te stappen.

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Video

Wat is de belangrijkste prestatie van de EU (en haar voorgangers)?

Slide 29 - Open vraag

Waar beslist de EU over?

Slide 30 - Woordweb

Met welke stelling bij jij het eens?
A
Nederland moet zo snel mogelijk uit de EU stappen (Nexit).
B
Europese samenwerking is goed voor vrede en veiligheid.
C
Alleen in de EU kan Nederland tegen landen als Rusland en China op.
D
De EU is goed, maar moet zich niet met de politiek van de lidstaten bemoeien.

Slide 31 - Quizvraag

Dit heb ik geleerd deze les:

Slide 32 - Open vraag

Dit snap ik nog niet zo goed:

Slide 33 - Open vraag

Doelen
Je kunt:
- uitleggen uit welke drie bestuurslagen de Nederlandse overheid bestaat;
- aangeven hoe de vertegenwoordigende raden van deze lagen heten;
- met een voorbeeld aangeven over welke terreinen de provincie en de gemeente gaan;
- uitleggen of je het Nederlandse lidmaatschap van de EU goed of slecht vindt.

Slide 34 - Tekstslide

Bestuurslagen in Nederland

Slide 35 - Tekstslide