6.3 k3c

Planning
1
Presentatie Alex
2
 controle huiswerk  + uitleg § 6.3
3
samenvatting P2 / strafwerk
4
Maken vragen 6.3 
5
Stof Proefwerkweek: H 5 + 6
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Planning
1
Presentatie Alex
2
 controle huiswerk  + uitleg § 6.3
3
samenvatting P2 / strafwerk
4
Maken vragen 6.3 
5
Stof Proefwerkweek: H 5 + 6

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk
Huiswerk controle!!
§ 6.2 - bladzijde 149
Belangrijkste vragen




Slide 2 - Tekstslide

3
  • In een arbeidsovereenkomst staat:
  • - hoeveel uren je per week moet werken;
  • - hoeveel je verdient;
  • - hoeveel vakantiedagen je per jaar krijgt.
  • Voorbeeldantwoord:
  • In een contract staat ook je beroep (of functie), hoe lang je contract duurt en de opzegtermijn (= hoe lang van tevoren je moet zeggen dat je wilt stoppen met je baan


Slide 3 - Tekstslide

4
  • Ik zou zelf WEL zwart willen werken, want je verdient dan gewoon meer.
  • Ik zou zelf NIET zwart willen werken, want je bent niet verzekerd en je kunt een flinke boete krijgen.

Slide 4 - Tekstslide

Samenvatting
Werk kun je vinden door op zoek te gaan naar vacatures. Je kunt ook een OPEN sollicitatie doen.
Voor een TIJDELIJKE baan kun je naar een uitzendbureau.
Of je gaat naar het UWV. Als je je familie en kennissen vertelt dat je werk zoekt, dan noem je dat NETWERKEN. Als je solliciteert, stuur je eerst een SOLLICITATIEBRIEF, waarin je vertelt dat je de baan wilt. Als je wordt aangenomen, teken je een ARBEIDSOVEREENKOMST. 
Als je zo’n overeenkomst hebt, werk je wit en kun je niet zomaar ONTSLAGEN worden. Als je werkt zonder belasting te betalen, werk je ZWART en heb je geen rechten.


Slide 5 - Tekstslide


Maatschappijleer
6.3 Met werk kom je verder

Slide 6 - Tekstslide

Lesdoel
  • Je weet het verschil tussen maatschappelijke ladder en maatschappelijke positie
  • Hoeveel macht je hebt als eigen baas
  • Hoe jezelf kunt klimmen op de maatschappelijke ladder --> sociale mobiliteit

Slide 7 - Tekstslide

Maatschappelijke ladder 
Het werk dat je doet bepaalt je positie op de maatschappelijke ladder: de plaats die je inneemt in de samenleving. 


Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

Maatschappelijke ladder
  • Maatschappelijke ladder =  status van beroepen van hoog naar laag
  • Welk beroep staat hoog op de ladder? welke laag?
  • Maatschappelijke status = jouw plaats op de ladder

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

De tien slechtst (en best!) betaalde beroepen van Nederland (40 UUR)
1. Kassamedewerker 2.200 euro. 
2. Schoonmaker 2.500 euro 
3. Fastfoodmedewerker
 Het salaris van een fastfoodmedewerker blijft meestal niet ver boven het minimumloon, tenzij in een leidinggevende rol.
4. Landbouwhulp maximaal 2.500 euro 
5. Thuiszorgmedewerker minimumloon en kan oplopen tot 2.600 euro
 6. Magazijnmedewerker minimumloon, terwijl ervaren medewerkers maximaal 2.600 euro 
7. Callcentermedewerker begint bij het minimumloon en kan oplopen tot zo'n 2.800 euro.
8. Assistent in de Kinderopvang maximaal 2.500 euro verdienen.
9. Verkoopmedewerker 2.300 -2.800 euro.
10. Barista 2.300 - 2.750 euro.


















Slide 13 - Tekstslide

De tien  best betaalde beroepen van Nederland
1. Plastisch chirurg : Gemiddeld jaarsalaris: €420.000
2. Senior medisch specialist : Gemiddeld jaarsalaris: €220.000
3. CEO/algemeen directeur : Gemiddeld jaarsalaris: €210.000
4. Operationeel of financieel directeur (COO of CFO) : Gemiddeld jaarsalaris: €190.000
5. Vastgoedbelegger/private banker : Gemiddeld jaarsalaris: €180.000
6. Gezagvoerder/piloot :; Gemiddeld jaarsalaris: €180.000
7. Minister-president/minister : Gemiddeld jaarsalaris: €170.000
8. Advocaat : Gemiddeld jaarsalaris: €130.000
9. Tandarts en orthodontist : Gemiddeld jaarsalaris: €110.000
10. Hoogleraar : Gemiddeld jaarsalaris: €100.000






























Slide 14 - Tekstslide

Maatschappelijke positie
1. Geld
2. Macht
3. Aanzien
4. Kennis
5. Talent

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Geld
Wie veel verdient, heeft meestal een hoge positie

Slide 17 - Tekstslide

Macht
Eigen baan = je kan mensen ontslaan

Hoge ambtenaar = je kan beslissingen nemen

Slide 18 - Tekstslide

Aanzien
Mensen denken positief over je (profvoetballers, artsen)

Slide 19 - Tekstslide

"Het aanzien van artsen en verpleegkundigen is sinds de coronacrisis veranderd"

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Kennis
Dit heb je nodig om je beroep uit te kunnen oefenen

Slide 22 - Tekstslide

Talent
Het vermogen om iets goed te kunnen (voetballen, zingen, samenwerken, schilderen)

Slide 23 - Tekstslide

De plek op de ladder
Een beroep dat hoger staat is niet 'beter'. Wel heeft iemand met een hogere positie meestal meer invloed op de samenleving.


Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Tekstslide

STELLING

Slide 29 - Tekstslide

"Een schoonmaker is net zo belangrijk als een arts." 

Slide 30 - Tekstslide

Pak je agenda!
Pak je agenda!
K3c

Slide 31 - Tekstslide

Aan de slag

Je gaat aan de slag met opdrachten § 6.3
Werkboek blz. 153/155
voor woensdag 21 februari lesuur 9
Presentatie Lars:
Woensdag 28 februari!

Slide 32 - Tekstslide