H22 Product en prijs

H22 Product en prijs 
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H22 Product en prijs 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kunt de verschillende productkenmerken noemen
  • Je kunt verschillende soorten merken noemen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het marketing plan
Marktonderzoek 
  • Trends en ontwikkelingen 
  • Doelgroep
  • Marktgrootte 
  • Concurrentieanalyse
Positioneren
  • Top of mind worden bij doelgroep
  • Positioneren ten opzichte van concurrentie 
  • Klantwaardepropositie is de korte krachtige boodschap die daarbij hoort
Marketingmix 
  • Combinatie van marketinginstrumenten voor de marketingstrategie
  • 4 P's:
    Product, plaats, prijs en promotie
  • Dienen op elkaar afgestemd te worden.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Product; twee onderdelen 
Het fysieke product 




Materiële eigenschappen
  • Afmetingen, kleur, grondstoffen
  • Functie
  • Verpakking
  • Merknaam (woord en beeld) 
  • Service en garantie 

Waarde voor de consument 




Immateriële eigenschappen
  • Alle waarde of voordelen voor de consument (emotioneel, functioneel, economisch) 
  • De waarde voor de consument komt tot uitdrukking in de klantwaardepropositie

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kwaliteit  
Goed of slecht? 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kwaliteit  
Subjectief: afhankelijk van eisen en oordeel klant
Objectief: vergelijkende warenonderzoeken door bijv. consumentenorganisaties 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vormgeving 




Functioneel of belangrijk voor succes? 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verpakking 




Functionele en commerciële aspecten

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Garantie en service  
Service: voor, tijdens en na aankoop
Garantie: na aankoop - Wet Productaansprakelijkheid 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Assortimentgrootte 
Breedte en diepte van het assortiment


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
maken opgave 22.1 t/m 22.3

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

gebruik van lettertype
Merk
Merkuiterlijk is combinatie van logo

typografie 

en kleur    
woord- en  beeldmerk 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende soorten merken
A-merk                           B-merk                               



Huismerk                      
 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

A-merk
Bekend merk dat goed bekend staat waarvoor klant meer wil betalen. Vaak landelijke reclame. Te koop op veel plaatsen. Groot marktaandeel.
B-merk
Iets minder bekend dan A-merk, iets goedkoper en niet overal te koop.
Paraplumerk: alle producten onder één naam. Kan zowel A- als B-merk zijn. Voorbeeld: Philips, Calvé, Samsung

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Private label:
Een fabrikant maakt een product in opdracht van bijv. een winkelketen. Opdrachtgever kiest merknaam. Het zijn vaak B-merken maar kunnen door een A-producent worden geproduceerd. 

Voorbeeld: G'woon voor o.a. supermarkten Vomar en Boni.

Huismerk: producten die onder de naam v.d. detaillist worden aangeboden. Grote supermarktketens vaak. Kan ook paraplumerk zijn.
vb: AH Basis, Bijenkorf Huisselectie 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

--------------

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Productlevenscyclus 
a. Leg uit waarom sommige producenten in de introductiefase kiezen voor een hoge prijs, terwijl andere producenten juist kiezen voor een lage prijs.

    b. Noem twee redenen waarom in de groeifase het aantal producenten stijgt. Verklaar je antwoord.

    c. Leg uit waarom in de volwassenheidsfase het aantal productvarianten stijgt.

    d. Leg uit waarom na de volwassenheidsfase het aantal afnemers gaat dalen.



    Slide 21 - Tekstslide

    Benoem 3 factoren waarvan de levenscyclus van een product afhankelijk van is. (22.6 A) 
    Hoe ontwikkelt de winst zich tijdens de levenscyclus van een product (22.6 C) 
    Productlevenscyclus 
    a. Leg uit waarom sommige producenten in de introductiefase kiezen voor een hoge prijs, terwijl andere producenten juist kiezen voor een lage prijs.

     b. Noem twee redenen waarom in de groeifase het aantal producenten stijgt. Verklaar je antwoord.

    c. Leg uit waarom in de volwassenheidsfase het aantal productvarianten stijgt.

    d. Leg uit waarom na de volwassenheidsfase het aantal afnemers gaat dalen.



    antwoorden

    Slide 22 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Aan de slag!
    Opgave 22.4, 22.5, 22.7 t/m 22.9 maken

    Slide 23 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Streamingdiensten          E-bikes              Wachtwoordkluis         Dieselauto

    Slide 24 - Sleepvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Prijsbepaling - thuis bekijken 
    12:30 min

    Slide 25 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 26 - Video

    Deze slide heeft geen instructies

    Prijsbepaling 
    • Kostengeoriënteerd: kostprijs + winstopslag 
    • Concurrentiegeoriënteerd: wat rekent de concurrent?
    • Vraaggeoriënteerd: hoeveel wil de consument betalen?     
    • Penetratiepolitiek of afroompolitiek 
    • Psychologische prijzen 
    • Prijskortingen 

    Slide 27 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Prijsbepaling 
    • Kostengeoriënteerd: kostprijs + winstopslag 
    • Concurrentiegeoriënteerd: wat rekent de concurrent?
    • Vraaggeoriënteerd: hoeveel wil de consument betalen?     
    • Penetratiepolitiek of afroompolitiek 
    • Psychologische prijzen 
    • Prijskortingen 
    Penetratie- en afroompolitiek zijn de belangrijkste begrippen; wanneer kun je welke politiek het beste inzetten? 

    Slide 28 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Voorbeeld penetratiepolitiek
    Voor een nieuw product een hele lage prijs vragen zodat meteen een groot marktaandeel wordt verworven. 
    Concurrentie wordt uit de markt gedrukt of blijft weg

    Slide 29 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Voorbeeld afroompolitiek
    Voor een nieuw product eerst een hoge prijs vragen en die vervolgens stapsgewijs verlagen. 

    Twee belangrijke voorwaarden: 
    - weinig of geen concurrentie 
    - bij elke prijs moet er voldoende vraag zijn

    Slide 30 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Aan de slag!
    opgave 22.7 t/m 22.13 maken

    Slide 31 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Maak opgave 22.10
    Eerder klaar? Lees van hoofdstuk 22 pagina 21 t/m 24 en start daarna aan de Zelftoets over Hoofdstuk 22. 

    Slide 32 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 33 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies