afronding hofcultuur

• Kunst
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

Leren voor de toets

Herhalen hoofdstuk cultuur van het moderne en massacultuur/postmodernisme

Nieuwe stof:

Doorlezen hoofdstuk 1 & hoofdstuk 2 (einde)

Leren hoofdstuk 3 en hoofdstuk 4: geef bijvoorbeeld in je eigen woorden uitleg a.h.v. belangrijkste begrippen/afbeeldingen

oefen met de oefendrills uit het boek (je oefent op deze manier met belangrijke begrippen)

Probeer de Kernconcepten (zie reader) toe te lichten a.h.v. verschillende bronnen (gebruik afbeeldingen uit het boek/lesson-up lessen)

Opdrachten uit het boek (nakijken) zie teams

Opdrachten en aantekeningen uit de les nogmaals bekijken

Oefenen met examentraining uit het werkboek en met oude examens (www.examenblad.nl)

Bekijk het volgende filmpje met instructies t.a.v. het maken van een toets/examen: https://www.youtube.com/watch?v=I6nMLvCl73E&list=PLkAOdeGFrcjWoC_M0caGoFl5Zpza8aafk

Soort toets

• De toets die jullie krijgen is qua opbouw en vraagstelling vergelijkbaar met de toets die jullie in kwartaal 4 hebben gemaakt vorig jaar.
• De toets gaat over  drie examenthema's: cultuur van het moderne, massacultuur/postmodernisme en hofcultuur.
• De toets vindt plaats in het computerlokaal.
• Jullie krijgen een toets op papier en je werkt de antwoorden uit op papier. Bij de toets maken jullie gebruik van een ppt met hierin verschillende afbeeldingen/ beeld en geluidsfragmenten. Neem dus ook oortjes / koptelefoon mee. 
• Je mag gebruik maken van een woordenboek bij deze toets.

Renaissance versus Barok

architectuur

renaissance versus Barok

=

 ten tijde van de reformatie versus de contrareformatie

Kun jij het verband uitleggen in eigen woorden tussen onderstaande afbeeldingen?

wiskundige basisvormen (cirkel, vierkant), herwaardering klassiek oudheid,  humanisme, antropologie, vitrivius, harmonie, symmetrie, centraal grondplan, Palladio, villa surbana, gulde snede, klassieke elementen: zuilen/pilasters/fronton/architraaf etc.

Renaissance

Betekent letterlijk de wedergeboorte van de Klassieken. 
In de periode van 1500 tot 1600 was er een hernieuwde belangstelling voor de klassieken. Dit was met name voor mensen van adel, en andere mensen die de kans kregen om te leren lezen en studeren, zoals geestelijken en zeer rijke burgers. 

Dit waren dus meestal de adel en andere intellectuele mensen, zoals de geestelijken, maar ook kunstenaars werden geacht om kennis te hebben van de wetenschap, literatuur en kunst uit die tijd. Je kunt dan denken aan:

meetkunde, klassieke talen, kennis van de oude mythologieën, kennis van de bijbel maar ook andere oude religies, van de bouwkunst/ architectuur, de beeldende kunst en toneel. 

Leonardo Da Vinci laat ook zien dat hij zicht heeft laten inspireren door  Vitruvius.

Humanisme: de mens staat centraal

In de filosofie van de humanisten staat de mens centraal. De belangstelling voor de klassieken maakt van de mens in de renaissance nog geen heiden. Nee, de mens beschouwt zichzelf als de schepping van God. Hij is er zich bewust van dat hij is geschapen naar Gods evenbeeld. Mensen hebben in de humanistische visie de belangrijkste rol binnen Gods schepping. 
Dit is anders als in de middeleeuwen. Toen was God een strenge rechter, een alleswetende macht die alles kon beïnvloeden. 

Mens staat centraal

God staat in het humanisme voor een soort abstract idee: het volmaakte, de perfectie. En deze perfectie dachten de humanisten terug te vinden in de natuur (mens, plant en dier) en vervolgens ontdekten zij hierin in de geometrie: de volmaakte vormen van bijvoorbeeld een cirkel, een vierkant, een bol of een kubus. Deze vormen zijn volmaakt. 

In het humanisme staan o.a. verdraagzaamheid, harmonie en naastenliefde centraal. De mens staat centraal. Verder komt er in de Renaissance nog een bewustzijn op ten aanzien van het individu, de persoon (= individualisme). Dit individualisme is een belangrijk gegeven in de maatschappij en in de kunst en cultuur. Streven naar roem, het willen uittorenen boven anderen, de geniale kunstenaar: deze ideeën zouden in de Middeleeuwen ondenkbaar geweest zijn. 

Gulden Snede

De gulden snede is een verhouding die de wetenschapper Fibonnaci ontdekte in de natuur. In de partjes van een appel, in de hoeveelheid blaadjes van een bloem of in de  vorm van slakkenhuizen. De verhoudingen die telkens terugkomen, noemen we de gulden snede. Deze gulden snede werd in de renaissance ook weergevonden in de verhoudingen van de mens, en ook gebruikt in de architectuur en kunst. Dus hier komen de kennis van meetkunde en kunst samen!

Volgens Vitruvius was de mens de maat der dingen. Verschillende vaste verhoudingen vloeiden volgens hem voort uit de harmonie van de kosmos. Vitruvius schreef in zijn derde boek van ‘De Architectura’:

 ‘Het natuurlijke middelpunt van een lichaam is de navel. Als een mens op de grond ligt met gespreide armen en benen, en men trekt vanuit de navel als middelpunt met een passer een cirkel, dan zullen zijn vingers en tenen de omtrek raken. Zoals het lichaam in de figuur van een cirkel past, zo zal men er evenzeer de lijnen van een vierkant in ontdekken. Wanneer het van de voetzolen tot de bovenkant van de schedel wordt gemeten en deze maat wordt vergeleken met de uitgestrekte armen, zal men dezelfde hoogte als breedte vinden, net als bij een vlak dat met de winkelhaak vierkant is uitgezet. Dit kan je dan ook vertalen naar ruimtelijke bouwvolumes als de koepel (halve bol) en kubus.'

Bij de gebouwen in dia 5 zien we ook vaste verhoudingen en elementen naar klassiek voorbeeld en een centrale plattegrond, waarbij sprake is van symmetrie.

vroeg renaissance

hoog renaissance

Barok

Kun jij uitleggen aan de hand van onderstaande afbeeldingen welke ontwikkeling de beeldhouwkunst door gemaakt heeft?

Succes met het voorbereiden van de toets.

Mochten jullie vragen hebben dan kunnen jullie mij die sturen in de chat.

Tip voor het leren: 

1. maak geen eindeloze samenvattingen, maar.....
2. Leg in eigen woorden de kernconcepten uit aan de hand van een kunstwerk uit het boek/Lesson up les.
3. Maak kaartjes met begrippen als humanisme, individualisme, reformatie, contrareformatie etc. dus begrippen die ook terugkomen in het boek/ de kernconcepten en ga dan verschillende begrippen met elkaar verbinden. Leg uit wat het met elkaar te maken heeft en hoe je  dit ook terugziet in de kunstwerken. (zie als voorbeeld dia 5)
4. Oefen in tweetallen met het maken van analyses aan de hand van de kunstanalyseschema's (zie reader kunstanalyse)

Je kunt ook per hoofdstuk/ onderwerp/discipline zulke kaartjes maken. (zie dia 5 als voorbeeld)