1TL Kap 2 Lek 1

1TL Kap 2 Lek 1
Leerdoel:
Lidwoorden in het Duits!
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

1TL Kap 2 Lek 1
Leerdoel:
Lidwoorden in het Duits!

Slide 1 - Tekstslide

Vertaal:
fast

Slide 2 - Open vraag

Vertaal:
lustig

Slide 3 - Open vraag

Vertaal:
verrückt

Slide 4 - Open vraag

Vertaal:
das Zimmer

Slide 5 - Open vraag

Vertaal:
einfach

Slide 6 - Open vraag

Vertaal:
der Leuchtturm

Slide 7 - Open vraag

Vertaal:
reiten

Slide 8 - Open vraag

Vertaal:
der Wald

Slide 9 - Open vraag

Lidwoorden in het Duits

Slide 10 - Woordweb

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Ik begrijp de regels van de lidwoorden in het Duits
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

Alle "das" woorden zijn ...
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
D
meervoud

Slide 14 - Quizvraag

Alle "der" woorden zijn ...
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
D
meervoud

Slide 15 - Quizvraag

"die" woorden zijn ...
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
D
meervoud

Slide 16 - Quizvraag

... Tier
A
der
B
die
C
das

Slide 17 - Quizvraag

... Katze
A
der
B
die
C
das

Slide 18 - Quizvraag

... Haus
A
der
B
die
C
das

Slide 19 - Quizvraag

Welk lidwoord hebben alle dagen en maanden?
(...Montag, ... Februar)
A
der
B
die
C
das

Slide 20 - Quizvraag

... Gummibärchen
A
der
B
die
C
das

Slide 21 - Quizvraag

... Sohn
der/die/das
3/5
A
der
B
die
C
das

Slide 22 - Quizvraag

... Dorflein
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
D
meervoud

Slide 23 - Quizvraag

... Übung
A
der
B
die
C
das

Slide 24 - Quizvraag

... Großvater
A
der
B
die
C
das

Slide 25 - Quizvraag

... Lehrerin
A
der
B
die
C
das

Slide 26 - Quizvraag

... Großvater
der/die/das
3/5
A
der
B
die
C
das

Slide 27 - Quizvraag

Het lidwoord van Wölvin is
'die'
want:
A
alle gevaarlijke dieren zijn vrouwelijk
B
het is een vrouwelijk dier
C
Het is een man

Slide 28 - Quizvraag

Ik begrijp de regels van de lidwoorden in het Duits
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll

Maken:
7 samen
daarna 8, 9 en 10

Klaar? StudyGo leren Lektion 1 + 2 Nederlands Duits

Slide 30 - Tekstslide