§2.1 De Industriële Revolutie

§2.1 Industriële Revolutie
Nederland als industriële samenleving
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

§2.1 Industriële Revolutie
Nederland als industriële samenleving

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je al?

Klassikale uitleg

Maken opdrachten




Planning

Slide 2 - Tekstslide

§2.1
De industriële revolutie
BASIS
A
Grote economische verschillen
Leerdoel:
Je kunt uitleggen waarom België eerder industrialiseerde dan Nederland
Begrippen:
Industriële revolutie
B
Industrie in Nederland
Leerdoel:
Je kunt uitleggen wanneer en waardoor de industrialisatie in Nederland op gang kwam
Begrippen:
Infrastructuur
Afzetgebied
C
Ondernemers en arbeiders
Leerdoel:
Je kunt de arbeidsomstandigheden en woonomstandigheden van ondernemers en arbeiders in de 19e eeuw beschrijven
Begrippen:
Arbeidsomstandigheden
Arbeidsdeling
Verstedelijking

Slide 3 - Tekstslide

Industriële Revolutie

Slide 4 - Woordweb


Koninkrijk der Nederlanden

  • In 1815 werden Nederland, België en Luxemburg tot één nieuw land samengevoegd: Koninkrijk der Nederlanden.

  • Koning: Willem I.

Koning Willem I
§2.1
De industriële revolutie
BASIS

Slide 5 - Tekstslide

§2.1
De industriële revolutie
BASIS
Begrippen:
Industriële revolutie

  • Industriële revolutie
= Grote verandering in de 18e en 19e eeuw in West-Europa door de komst van fabrieken en machines.

  • Grote verandering in de samenleving, namelijk: het ontstaan van de arbeidersklasse.

Slide 6 - Tekstslide

§2.1
De industriële revolutie
BASIS
A
Grote economische verschillen
Leerdoel:
Je kunt uitleggen waarom België eerder industrialiseerde dan Nederland
Begrippen:
Industriële revolutie

  • Industriële revolutie
= Grote verandering in de 18e en 19e eeuw in West-Europa door de komst van fabrieken en machines.

  • Grote verandering in de samenleving, namelijk: het ontstaan van de arbeidersklasse.

Slide 7 - Tekstslide

§2.1
De industriële revolutie
BASIS
A
Grote economische verschillen
Belgie:
Rond 1800:
  • Textielfabrieken
  • Stoommachines
  • Steenkool en ijzererst in de grond
  • 1830: Snel tempo meer spoorwegen
Nederland:
Rond 1800:
  • Landbouw
  • Handel
  • Nauwelijks industrie
  • 1839: aanleg eerste spoorlijn tussen A'dam en Haarlem

Slide 8 - Tekstslide

1

Slide 9 - Video

02:50
Leg uit waarom mensen bang waren voor de eerste trein

Slide 10 - Open vraag

§2.1
De industriële revolutie
BASIS
A
Grote economische verschillen
Oorzaken uitblijven industrie NL
Ondernemers hadden geïnvesteerd in windmolens en watermolens. Overstappen op stoom was duur

Rond 1800 nog geen steenkool beschikbaar.
Pas in 1900 steenkolenmijnen in Limburg

Tot 1860 weinig spoorwegen. Aanvoer steenkool uit BE was daarom duur

Weinig vraag naar producten i.v.m. hoge belastingen

Slide 11 - Tekstslide

§2.1
De industriële revolutie
BASIS
A
Grote economische verschillen
Koning Willem I had plannen
België en Nederland kunnen elkaar goed aanvullen
Landbouw
Handel
Industrie
1830

Slide 12 - Tekstslide

§2.1
De industriële revolutie
BASIS
B
Industrie in Nederland
Leerdoel:
Je kunt uitleggen wanneer en waardoor de industrialisatie in Nederland op gang kwam
Begrippen:
Infrastructuur
Afzetgebied
Infrastructuur
  • Aanleg kanalen
  • Aanleg spoorwegen (1839 Amsterdam-Haarlem)

1830:
  • Eerste textielfabrieken in Twente
Veel huisnijverheid
Lage lonen

Slide 13 - Tekstslide

§2.1
De industriële revolutie
BASIS
B
Industrie in Nederland
Oorzaken groei industrialisatie
Regering investeerde meer in de infrastructuur


Door winst Nederlands-Indië kon de belasting omlaag en groeide de vraag naar nieuwe producten

De kolonie was een belangrijk afzetgebied voor katoenen stoffen


Slide 14 - Tekstslide

§2.1
Ondernemers en arbeiders
Opdracht
Begrippen:
  • Ondernemer - fabrikant
  • Arbeider 
timer
8:00
Arbeider
Ondernemer
Sociale klasse
Woonomstandigheden
Arbeidsomstandigheden

Slide 15 - Tekstslide

Woning: arbeider
Woning: frabrikant

Slide 16 - Tekstslide

§2.1
De industriële revolutie
BASIS
C
Ondernemers en arbeiders
Leerdoel:
Je kunt de arbeidsomstandigheden en woonomstandigheden van ondernemers en arbeiders in de 19e eeuw beschrijven
Begrippen:
Arbeidsomstandigheden
Arbeidsdeling
Verstedelijking
Ondernemers
Arbeiders
Fabriekseigenaar
Grote huizen
Rand van de stad
Werken in de fabriek
Grootste groep
Slechte omstandigheden

Slide 17 - Tekstslide

§2.1
De industriële revolutie
BASIS
C
Ondernemers en arbeiders
Arbeidsomstandigheden
Lage lonen
Vrouwen en kinderen waren goedkoopste

14 uur per dag, 6 dagen per week

Werk was slecht voor de gezondheid
Daarnaast was het ook zeer onveilig

Door arbeidsdeling was het werk eentonig

Je was afhankelijk van de fabriekseigenaar

Er waren geen wetten die je beschermde





Slide 18 - Tekstslide

§2.1
De industriële revolutie
BASIS
C
Ondernemers en arbeiders
Woonomstandigheden
  • Op loopafstand van de fabriek
  • Zo ontstonden steden: verstedelijking
  • Donkere kleine woningen, dicht op elkaar
  • Dag en nacht rook van de fabriek
  • Geen stromend water
  • Geen riolering
  • Slechte hygiëne

Slide 19 - Tekstslide