dementie

• MBO

dementie

 fase 1: het voorstadium 

 zorgen over je eigen geheugen. 

Vergeten van dagelijkse dingen, namen, hoe iets werkt.

 Plannen wordt  lastiger. Het gevoel dat er iets niet goed is. 

fase 2: het beginstadium

Moeite met focussen gedachten

Gesprek te volgen, beslissingen nemen plannen wordt lastig.

Moeite met vinden van namen en woorden.

fase 3: het middenstadium

Steeds grotere rol in het dagelijks leven. 

Vergeten van normale handelingen (wassen, aankleden, eten)    Vergeten van  handelingen of wat er is gezegd.-> herhaling

Intensieve zorg

Intensiefe zorg:

karakter verandert 

gevaarlijke situaties ontstaan

Desoriëntatie:

verwardheid en desoriëntatie in tijd en ruimte

fase 4: het eindstadium

continue verzorging.

 spraakvermogen.

 zelfstandig lopen

 reflexen, grijp- of zuigreflex

muziek, geuren

De ziekte van Alzheimer

70 procent Alzheimer

 Oorzaak niet bekend, vermoeden, ophopingen eiwit in  hersenzenuwcellen

 MRI-scan

 Zenuwcellen vergaan 

Vasculaire dementie

Storing van de doorbloeding van de hersenen. 

Aderverkalking, bloedvaten in de hersenen -> bloedingen of infarcten ontstaan. 

Het achterliggende hersenweefsel krijgt hierdoor geen bloed meer en sterft af. 

 Ontstaat acuut en verloopt vaak stapsgewijs door een nieuwe bloeding of infarct.

Frontotemporale dementie (FTD)

beschadiging van frontaalkwab,  voorste deel van  hersenen, en de temporaalkwab, het zijgedeelte.

kan erfelijk zijn

frontaal- gedrag

temporaal spraak

Lewy body dementie

lijkt op Alzheimer en  ziekte van Parkinson. 

 trillen, stijve spieren, een gebogen houding,  afwijkende manier van lopen. 

De ene dag  goed aanspreekbaar,  andere dag  versuft. 

 Geheugen  in eerste stadium  nog goed, wel  aandachtsproblemen. 

  hallucineren