2.7 grammatica

Welkom!
1
WELKOM!
2
Boek- studiewijzer/mapje 
Pak alvast je spullen
Log in



H.2.7 Grammatica
Aantekeningen schrift
Laptop
Etui en je leesboek
3
4
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Welkom!
1
WELKOM!
2
Boek- studiewijzer/mapje 
Pak alvast je spullen
Log in



H.2.7 Grammatica
Aantekeningen schrift
Laptop
Etui en je leesboek
3
4

Slide 1 - Tekstslide



Wie ziet het taalvoutje?

Slide 2 - Tekstslide

2.7 Grammatica
Doel: 
Je kent en herkent een zelfst. naamwoord, lidwoord en werkwoord
Je weet dat er 2 verschillende soorten lidwoorden zijn.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Bekijk het filmpje op de volgende dia. Het gaat over de woordsoorten die je in klas 1 moet kennen en herkennen.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Benoem de woordsoorten:
Wie heeft de mooiste prijs gewonnen?
de =
A
ww
B
zn
C
bn
D
lw

Slide 7 - Quizvraag

Geef mij de verf eens aan?
verf=
A
lw
B
zn
C
ww
D
voorzetsel

Slide 8 - Quizvraag

Ik verf het liefst de muren.
verf=
A
lw
B
zn
C
ww
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 9 - Quizvraag

zinsdelen
woordsoorten
onderwerp
lijdend voorwerp
persoonsvorm
ww.gezegde
bijwoordelijke bepaling
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord
werkwoord
lidwoord
bezittelijk voornaam woord

Slide 10 - Sleepvraag

Aantekeningen 2.7
*zinnen bestaan uit zinsdelen( pv-ow)

*zinnen bestaan ook uit losse woorden (zn-ww-lw)
dat noem je WOORDSOORTEN


Slide 11 - Tekstslide

zelfstandig nw.
lidwoord
Werkwoord
voorbeeld
kenmerk
kenmerk
tip
                Samen aantekeningen maken

Slide 12 - Tekstslide

Routeboekje
  1. Je schrijft de aantekeningen over van de gele dia's
  2. Daarna maak je de opdrachten van de studiewijzer (zie route instapoefening 2 blz. 154)

Slide 13 - Tekstslide

Welkom!
1
WELKOM!
2
Boek- studiewijzer/mapje 
Pak alvast je spullen
Log in


H.2.7 Grammatica
Aantekeningen schrift
Laptop
Etui en je leesboek
3
4

Slide 14 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Heb jij nog vragen over de 3 woordsoorten?

Benoem in 30 sec zoveel mogelijk.......

Maak vervolgens de quizvragen 16 t/m

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

LIDWOORD
GEEN 
LIDWOORD
de
in
een
twee

Slide 17 - Sleepvraag

LIDWOORD
GEEN 
LIDWOORD
van
het
‘n 
‘t

Slide 18 - Sleepvraag

Er zijn dus drie lidwoorden. Welke?

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Tekstslide

Welke woorden zijn zelfstandige naamwoorden?
A
woorden voor dingen
B
woorden voor mensen
C
woorden voor dieren

Slide 23 - Quizvraag

Welk zelfstandig naamwoord is ook een verkleinwoord?
A
baby
B
bloemetje
C
tekkel
D
zangeres

Slide 24 - Quizvraag

Wat kun je voor een zelfstandig naamwoord zetten?
A
een vraagteken
B
een verkleinwoord
C
een lidwoord
D
een koelkast

Slide 25 - Quizvraag

Welk zelfstandig naamwoord staat in het meervoud?
A
politie
B
liefde
C
goederen
D
postzegel

Slide 26 - Quizvraag

zelfstandig
naamwoord
geen zelfstandig
naamwoord
auto
John
aardig
cavia

Slide 27 - Sleepvraag

zelfstandig
naamwoord
geen zelfstandig
naamwoord
leuk
wens
heelal 
duwt

Slide 28 - Sleepvraag

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Slide 31 - Tekstslide

Welk woord in de zin is een werkwoord?
A
vliegen
B
fruitvliegjes
C
verrotte
D
fruit

Slide 32 - Quizvraag

Welk woord in de zin is een werkwoord?
A
Italiaanse
B
tomatensoep
C
bevat
D
verse

Slide 33 - Quizvraag

Welk woord in de zin is een werkwoord?
A
danste
B
avond
C
swingende
D
muziek

Slide 34 - Quizvraag

Welk woord in de zin is een werkwoord?
A
graag
B
mayonaise
C
patat
D
lust

Slide 35 - Quizvraag

bespreken
praten
spreken
tegenspreken
besprak
gesproken
praatte
sprak tegen

Slide 36 - Sleepvraag

Maak een goede zin met het woord fietsen waaruit blijkt dat dit woord een werkwoord is.

Slide 37 - Open vraag

Maak een goede zin met het woord fietsen waaruit blijkt dat dit woord een zelfstandig naamwoord is.

Slide 38 - Open vraag

Wat zijn de werkwoorden in deze zin?
A
haar tegengehouden
B
word tegengehouden
C
door tegengehouden
D
ik tegengehouden

Slide 39 - Quizvraag

Wat zijn de werkwoorden in deze zin?
A
wij zullen
B
zullen tegenkomen
C
niet tegenkomen
D
zullen haar

Slide 40 - Quizvraag

tegenwoordige tijd
verleden tijd
Ik loop.
Wij sliepen.
Job zaagt.
Vera loog.
Het waaide.
U wenst.

Slide 41 - Sleepvraag

Opdrachten TD grammatica 2.7
Maak opdracht 21

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Zoek op internet een foto van een zelfstandig naamwoord (mens, dier of ding).

Slide 44 - Open vraag

Je herkent de woordsoorten: 
  • lidwoord
  • zelfstandignaamwoord
  • werkwoord
én je kunt voorbeelden bedenken

Slide 45 - Tekstslide

herhaling

Slide 46 - Tekstslide