Antwoorden 5.3

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Huiswerk

Doornemen 5.3

maken de opdrachten

Nu kun je het gemaakte werk gaan nakijken!

Heb je vragen, stuur me een mail

Opdracht 1

Lilian en Martijn hebben vaak geld tekort, omdat

 A  ze gaan verkeerd met hun geld om

Opdracht 2

Twee fouten

ze geven het te gemakkelijk uit

en ze weten hun banksaldo niet

Opdracht 3

Lilian kan niet pinnen,

dit ligt volgens haar 

aan de betaalautomaat

Opdracht 4

Volgens de verkoper is er

een tekort op de bankrekening

Opdracht 5

Het tekort komt ....

omdat ze teveel geld uitgeven

Opdracht 6

Lilian en Martijn verdelen hun inkomsten

in vier bedragen (delen)

Opdracht 7

Zo'n bedrag (deel) heet

een budget

Opdracht 8

Toegestande uitgaven per maand

Budget voor 

Persoonlijke uitgaven

Huishoudelijke uitgaven

Vaste lasten

Incidentele uitgaven

Bedrag

€ 100,-

€ 400,-

€ 800,-

€ 300,-

Opdracht 9

Waarom kunnen Lilian en Martijn geld opzijleggen?

omdat ze vaak geld overhouden van een budget

Opdracht 10

Wat doen ze met het overgebleven geld?

ze zetten het op een spaarrekening

Opdracht 11

Wat ontvangen ze van de bank

Rente

Opdracht 12

3% rente over € 500,-

C  € 15,-

500/100 x 3

Opdracht 13

1% rente over € 500,-

€ 5,-

500/100 x 1

Opdracht 14

Martijn en Lilian sparen voor

een vakantie

Opdracht 15

Sparen voor incidentele uitgaven

B  omdat deze vaak onverwacht zijn 

Opdracht 16

Hoe meer spaargeld je op de bankrekening zet, 

hoe meer -  minder rente je ontvangt

Opdracht 17

Wie ontvangt de meeste rente?

B  de vrienden van Martijn en Lilian

Opdracht 18

Lukt het jou om te sparen?

Eigen antwoord,

(hopelijk wel)

Opdracht 19

Martijn en Lilian hebben  

een bonusspaarrekening

Opdracht 20

Wanneer meer rente?

Als ze het spaargeld er niet vanaf halen,

dus als het lang op de bank blijft staan.

Opdracht 21

De rente op een internetspaarrekening 

is hoger - lager dan op een gewone spaarrekening.

Dat komt omdat de bank er

minder - meer werk aan heeft

Opdracht 22

Spaargeld € 20.000,- rentepercentage 2%

De rente is 20.000/100 x 2

= € 50,-

Opdracht 23

Spaarbedrag € 20.000,- rente 3%

De rente is 20.0000 / 100 x 3 

= € 600,-

Opdracht 24

Spaarde2 krijgt per maand

600 / 12 = € 50,-

in een jaar zitten 12 maanden

Opdracht 25

Uitgaven onder controle omdat

ze letten op hun budgetten als ze geld uitgeven

Opdracht 26

Bij een tegenvaller 

dan gebruiken ze wat van hun spaargeld

Opdracht 27

Met het geld dat over is

sparen ze voor de vakantie en voor de opvang van tegenvallers

Opdracht 28

Budgetten en uitgaven in februari van Lilian en Martijn

 

persoonlijke uitgaven

huishoudelijke uitgaven

vaste lasten

incidentele uitgaven

Uitgaven

€ 110,-

€ 380,-

€ 800,-

€ 220,-

Sparen / opnemen

- € 10,-

+ € 20,-

€ 0,-

+ € 80,-

Budgetten

€ 100,-

€ 400,-

€800,-

€ 300,-

Opdracht 29

Opzijleggen deze maand voor de vakantie:

80 + 20 - 10 = € 90,-

Heb je vragen over het huiswerk.....

Stuur me een mail

[e-mail]

Heb je vragen.....

Stuur me een mail

[e-mail]