H4 PTO 1 TV 2 Romeins Imperium 5 overgang naar TV 3

Welkom in de geschiedenisles!
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom in de geschiedenisles!

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
Doelen
Uitleg
Opdrachten
Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les:
Kan je de kenmerkende aspect

De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest-Europa.

Je (her)kent en begrijpt de negen kenmerkende aspecten van de Middeleeuwen. (R)

Je legt uit hoe volksverhuizingen hebben geleid tot de val van het Romeinse Rijk en de terugval naar een agrarische maatschappij

verder uitdiepen . 
Je begrijpt hoe het christendom is ontstaan en verspreid in de Oudheid (T1-T2-I)

Slide 3 - Tekstslide

Romeinen gebruikten de rivieren als handelsroutes voor zware ladingen
Rome had een aparte haven genaamd Ostia. Hier kwam graan en olie uit het hele Romeinse rijk aan om de bevolking van Rome te voeden (1 miljoen mensen) 
Goederen uit het hele rijk werden via de Middellandse zee vervoerd 
Het wegennetwerk van 250 000 km zorgde voor verbindingen tussen de Romeinse steden

Slide 4 - Tekstslide


De Limes in Nederland


In Nederland is de grens van het Romeinse Rijk de rivier Rijn. Langs deze rivier bouwen de Romeinen forten en wachttorens.

Vanaf de grens kunnen ze de stammen in het noorden van het Rijk in de gaten houden, maar óók handel met ze drijven.
Het Forum Romanum (Romeins marktplein) was het politieke, juridische, religieuze en commerciële centrum van Rome. 
Het Colosseum heet eigenlijk Amphitheatrum Flavium. Het was het grootste amfitheater van het Romeinse Rijk. Het was een centrum van geweldadige entertainment (gladiatorenspelen). Dit vormde een belangrijk element van de Romeinse cultuur. 
Het Circus Maximus was een groot stadion in Rome. Het circus werd voornamelijk gebruikt voor de populaire wagenrennen. Er was plaats voor 250 000 mensen. 
Dit schaalmodel werd vanaf 1933 gemaakt door de archeoloog en architect Italo Gismondi, in opdracht van de Italiaanse dictator Mussolini. Het laat Rome zien zoals het was rond 300 n. Chr.
Gismondi deed er in totaal 37 jaar over om het schaalmodel af te maken.
Om voldoende drinkwater in Rome te hebben, gebruikten de Romeinen aquaducten om water uit de bergen vervoeren (naar grote waterbassins). Dit is het Aqua Claudia.
Het Pantheon was gebouwd als tempel. Tegenwoordig is het één van de meest bezochte toeristische attracties in Rome. Het gebouw bevat veel kenmerken van Griekse architectuur. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Tussen de 3e en 6e eeuw na Christus valt het Romeinse rijk. 

Hier zijn meerdere oorzaken voor te verdelen in:
 
Interne oorzaken (van binnen in het rijk)
Externe oorzaken (oorzaken buiten het rijk) 


Slide 7 - Tekstslide


Het Rijk in de problemen: 3e eeuw 


  • Het gaat niet goed met het Romeinse Rijk: de keizers zijn vooral bezig met ruzies en feesten. 
  • Tijdens de PAX ROMANA (Romeinse vrede) was het de Romeinen steeds gelukt om weinig oorlog te voeren en een stabiel rijk te hebben. Maar toen:

  • steeds meer Germanen komen de grens over en moeten worden betaald om niet aan te vallen
  • ruzies tussen generaals over de keizerstitel (235-284). De ruzies zorgen voor burgeroorlogen.






De Amerikaanse schilder Thomas Cole maakte tussen 1833-1836 een serie schilderijen over een niet-bestaand rijk, dat erg lijkt op het Romeinse Rijk (maar het niet is!).
Dit schilderij is het derde deel van de serie heet Consummation (verorbering), en laat zien dat er vooral heel veel gefeest wordt.

Slide 8 - Tekstslide

tussen 235 en 284 waren er meer dan 50 keizers! hoeveel procent werd daarvan vermoord denk je?
A
10 procent
B
30 procent
C
50 procent
D
60 procent

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

economisch
politiek
militair
hogere kosten
snelle opvolging van keizers
de Romeinse soldaten kunnen niet meer op tegen de Germanen

Slide 12 - Sleepvraag


Intern: het Rijk wordt gesplitst
284 door Diocletianus



  • Het Rijk wordt in 284 twee bestuurlijke stukken gedeeld: Oost-Romeinse Rijk &  West-Romeinse Rijk. 
  • Beide rijken hebben een eigen keizer.
  • Waarom?
  1.  Sneller reageren op Germaanse invallen
  2. Het Rijk kon zo minder snel in burgeroorlogen vallen als er een keizer dood ging 






Slide 13 - Tekstslide

Hervormingen: 
1. Heerser uit naam van God
Vanaf Diocletianus was de keizer niet meer de ‘eerste onder zijns gelijken’, maar een door de goden aangewezen heerser op afstand. Middeleeuwse vorsten namen dat beeld over.
2. Erfelijke beroepen
Beroepen gingen onder Diocletianus van vader op zoon over. Dat bleef zo in de middeleeuwen. Dit verminderde de sociale mobiliteit
3. Ontstaan horigheid
landloze boeren moesten vanaf nu werken voor een grondbezitter zonder zelf in aanmerking te komen voor grond of vrijheid. Zij waren gebonden aan het land (mochten niet weg) --> = horigheid
4. Machtige hertogen en graven
De troepen van Diocletianus werden plaatselijk geleid door een dux of comes, de wortel van de Engelse woorden duke (hertog) en count (graaf). Die titels bleven in stand in de middeleeuwen, toen hertogen en graven de sterkste heersers waren als het centrale gezag zwak was.




Slide 14 - Tekstslide


Koninkrijk?


De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest,
hoewel daar erg weinig over bekend is.

En of het verhaal van Romulus en Remus waar is....?
De belangrijkste volken rondom het Romeinse Rijk tussen de 2e-5e eeuw
Hunnen
Angelen
Saksen
Vandalen
Visigoten
Ostrogoten

Slide 15 - Tekstslide

Grote Volksverhuizing
3e eeuw - 5e eeuw


  • Europese stammen slaan op de vlucht voor de Hunnen
  • Trekken het onbewaakte Romeinse Rijk binnen (die zijn veel bezig met burgeroorlog)
  • Veroorzaken economische en sociale problemen (onveiligheid) 
  • Blijven vaak wonen in het rijk (culturele verandering)

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide


Intern: het Rijk wordt definitief gesplitst in 395 n. Chr. (na dood Theodosius) 



  • Het Rijk wordt in 395 definitief in twee bestuurlijke stukken gedeeld: Oost-Romeinse Rijk &  West-Romeinse Rijk. 
  • Beide rijken hebben een eigen keizer.
  • Waarom?
  1.  Sneller reageren op Germaanse invallen
  2. Het Rijk kon zo minder snel in burgeroorlogen vallen als er een keizer dood ging 
  3. Het westelijke gedeelte was economisch veel zwakker dan het oosten. 






Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

5e eeuw

Slide 20 - Tekstslide

5e eeuw

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide


Christenen in het Romeinse Rijk


Het Christendom verspreidt zich snel in het Romeinse Rijk. 
De goede wegen en de aantrekkingskracht van het geloof 
zorgen ervoor dat veel mensen christen worden.


De Grote Volksverhuizing tussen de 3e en 5e eeuw.
De Hunnen waren een stam uit Azië. Ze waren gevreesd omdat ze erg wreed zouden zijn. Europese stammen slaan op de vlucht en kunnen, nu de grenzen niet meer zijn bewaakt, het Romeinse Rijk binnentrekken.
De Vandalen kwamen helemaal tot aan Rome. Ze plunderden de stad een paar keer en roofden zelfs het goud van de tempeldaken. Het begrip vandalisme komt inderdaad van de plunderende Vandalen.
De Angelen en Saksen steken de Noordzee over en komen terecht in Engeland.
Veel namen van stammen kom je tegenwoordig nog steeds tegen in namen van landen en streken: Franci (Frankrijk), Alemanni (Duitsland, in het Frans: Allemange), Bavarii (Beieren), enz.

Slide 23 - Tekstslide


Het West-Romeinse Rijk valt
476




De Amerikaanse schilder Thomas Cole maakte tussen 1833-1836 een serie schilderijen over een niet-bestaand rijk, dat erg lijkt op het Romeinse Rijk (maar het niet is!).
Dit schilderij is het vierde deel van de serie heet Destruction, en lijkt op de inval van Rome door de Vandalen (in 455)
Een dreigende lucht met donkere wolken.
Een gebroken schild
Van een standbeeld ontbreekt het hoofd
Een vrouw wordt in het water gegooid
Een noodbrug die op instorten staat
Een vernielde brug.
Een paleis staat in brand: je ziet de vlammen

Slide 24 - Tekstslide

0

Slide 25 - Video

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Nieuwe indeling samenleving:
De standenmaatschappij

  • Vechters & Leiders (van kleine gebieden/koninkrijkjes)

  • Bidders  (geestelijkheid) 

  • De rest (boeren en horigen) 


Slide 29 - Tekstslide

Welke economische veranderingen zijn er ten opzichte van de Romeinse tijd?

Slide 30 - Open vraag

Welke politieke veranderingen zijn er ten opzichte van de Romeinse tijd?

Slide 31 - Open vraag

Welke sociale veranderingen zijn er ten opzichte van de Romeinse tijd?

Slide 32 - Open vraag

Interne oorzaken
Externe oorzaken
Soldatenkeizers 
Migratie Hunnen
Splitsing keizerrijk
Inval Germaanse stammen 
Devaluatie Romeinse munten 
Plundering Rome

Slide 33 - Sleepvraag

Slide 34 - Link

Welke interne en externe oorzaken voor de ondergang van Rome bespreekt het artikel?

Slide 35 - Woordweb

Welke veranderingen voert de Keizer Diocletianus in om de problemen op te lossen?

Slide 36 - Woordweb

Welke veranderingen blijven bestaan en vinden wij nog terug in de Middeleeuwen?

Slide 37 - Woordweb

Afsluiting
Aan het eind van deze les:
  • 13. Je (her)kent en begrijpt de vijf kenmerkende aspecten van de Oudheid. (R)
Je kent de begrippen filosofie, rationalisme, wetenschap

Je (her)kent kenmerken van Grieks wetenschappelijk denken in bronteksten (T2)

Slide 38 - Tekstslide

Fijne dag!

Slide 39 - Tekstslide