Engels Vervolg A1, thema 4, H1 woorden en uitdrukkingen (deel 2)

Thema 4
Gezondheid en leefstijl

Hoofdstuk 1
kijken en luisteren

Doel van de les
Je leert woorden en zinnen waarmee je leert iets over je vrije tijd te zeggen. 
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 4
Gezondheid en leefstijl

Hoofdstuk 1
kijken en luisteren

Doel van de les
Je leert woorden en zinnen waarmee je leert iets over je vrije tijd te zeggen. 

Slide 1 - Tekstslide

Wat betekent: 'I don't feel well'.

Slide 2 - Woordweb

Woordblok 2A


Three weeks ago - drie weken geleden 
exercises - oefeningen
difficult - moeilijk
every day - elke dag
tired - moe
whole - hele
body - lichaam
healthy - gezond
fresh - vers




vitmanins - vitaminen
vegetables - groenten
fruit - fruit
nuts - noten
meat - vlees
fish - vis
sodas - frisdranken
juice - sap
appointment - afspraak

Slide 3 - Tekstslide

Welk Engels woord past hierbij?

Slide 4 - Tekstslide

Welk Engels woord past hierbij?

Slide 5 - Tekstslide

Welk Engels woord past hierbij?

Slide 6 - Tekstslide

Uitdrukkingenblok 2
Good morning.
Come in.
Sit down.
You were here on Wednesday, May 3.
That was three weeks ago.
That's right.
You could not walk.
Hoe are you now?
My knee feels much better.
I can walk to school again.
That's good to hear.
When I am done.
I understand that.
You need tot train hard.
You have to stay healthy.
See you in four weeks.
Good luck.
Goodbye. 











Waar ging het gesprek over?

Slide 7 - Tekstslide

Uitlegblok - Zo zeg je dat iets wel of niet kan
Als je wilt zeggen dat iets kan, gebruik je can + werkwoord.



Als je wilt zeggen dat iets niet kan, gebruik je can't + werkwoord. 
I can work on Wednesday evening.
Ik kan op woensdagavond werken.
I can make a new appointment for you.
Ik kan een nieuwe afspraak voor je maken.
Cindy can't move her right leg. 
Cindy kan haar rechterbeen niet bewegen.
My parents can't come to the party.
Mijn ouders kunnen niet op het feest komen. 

Slide 8 - Tekstslide

We.....use our car. There is too much snow.
A
can
B
can't

Slide 9 - Quizvraag

My knee feels much better.
I....run again
A
can
B
can't

Slide 10 - Quizvraag

I.....go to school. I don't feel well.
A
can
B
can't

Slide 11 - Quizvraag

Aan de slag!
Zelfstandig maken: opdracht 16 tot en met 29
Begin op bladzijde 169.

Klaar? Studiemeter -> Engels Vervolg Online -> Thema 4 -> belangrijke woorden

Slide 12 - Tekstslide