In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Waar staan de letters ECG voor?
Slide 3 - Woordweb
Wat meet je?
A
elektrische stroompjes
B
hartritme
C
hartslag
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Slide 7 - Tekstslide
Waarom leg je scheermesje klaar?
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Hoeveel afleidingen maakt een ECG?
A
8
B
12
C
10
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Hoeveel borstelektroden moet aanbrengen?
A
4
B
8
C
6
D
10
Slide 16 - Quizvraag
zwarte elektrode
groene elektrode
gele elektrode
rode elektrode
linker pols
rechter pols
linker enkel
rechter enkel
Slide 17 - Sleepvraag
Slide 18 - Tekstslide
Wat zie je aan een ECG als patiënt beweegt of praat tijdens de afname?
Slide 19 - Open vraag
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Het ECG vertoont geen afwijkingen. De patiënt
A
kan gerustgesteld naar huis
B
de huisarts zal vervolgonderzoek doen
C
moet terugkomen indien er klachten zijn
Slide 22 - Quizvraag
Opsporen van hartritmestoornissen
Holteronderzoek->draagbaar ECG apparaatje. Registreert gedurende 24 uur en slaat dit digitaal op. Holter registreert 3 afleidingen. Been- en armelektroden worden op romp geplakt. Patiënt houdt dagboek bij waarin activiteiten en klachten genoteerd worden.
On-event recorder->klein draagbaar ECG apparaatje dat continu registreert, vastlegt en weer wist. Recorder kan zo een 'event'(moment van klachten) van 1-3 min vastleggen.
Implantable LoopRecorder (ILR)-> apparaatje wat onder de huid aangebracht kan worden.
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Welk medicijn gebruikt je op acute klachten van angina pectoris te verminderen?