Hoofdstuk 2 paragraaf 3 De opkomst van het christendom

Jodendom en christendom
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Jodendom en christendom

Slide 1 - Tekstslide

Doelen voor deze les: 
1. Je kunt de 3 belangrijkste monotheïstische godsdiensten noemen.
2. Je kunt de heilige boeken en de plaats van dienst en gebed van die 3 godsdiensten noemen.
3. Je kunt beschrijven hoe het christendom ontstond.
4. Leg uit waarom de Joden in opstand kwamen tegen de Romeinen en hoe dit afliep voor de Joden.
5. Leg uit waarom het christendom populair werd.
6. Het christendom was populair maar kreeg ook met grote problemen te maken. Leg dit uit.
7. Beschrijf hoe het christendom uiteindelijk de belangrijkste godsdienst in het Romeinse Rijk werd.
8. Je kunt uitleggen hoe de christelijke (katholieke) kerk gestructureerd is.
9. Je kunt de dikgedrukte begrippen in je eigen woorden uitleggen.

Slide 2 - Tekstslide

0

Slide 3 - Video

In Judea
Jodendom: 

Heilige boek: De Tenach. 

  • Er is maar één god: Monotheisme. 
  • Dit is volgens wetenschappers geleidelijk ontstaan. 
  • Geloof in andere goden werd onderdrukt en/of ontkend. 
  • Plaats waar joden samenkomen heet de synagoge. 
  • Zij geloven dat dat God een nieuwe koning zou sturen genaamd de Messias. Die hun koninkrijk in de oude glorie zou herstellen. 

Slide 4 - Tekstslide

In Judea
Christenen geloven:
  • Dat Jezus Christus de Messias is. 
  • Jezus de zoon van god is. 
  • Dat Jezus gestorven is aan het kruis, voor de zonden/lijden van de mens en na 3 dagen weer is opgestaan. 


Slide 5 - Tekstslide

In Judea
Verschil tussen het jodendom en christendom: 
  1. Christenen geloven dat Jezus Christus de messias was. 
  2. Bijbel = Tenach +  Het nieuwe testament (De boeken over het leven van Jezus en Paulus.)

Slide 6 - Tekstslide

Christenen in het Rijk
In het begin werden christen vervolgd omdat: 
  1. Zij hun eigen regels hadden. 
  2. Zij aanhangers hadden in alle lagen van de Romeinse bevolking. 
  3. Keurden Romeinse normen en waarden af. 
  4. Verheerlijkten armoede. 
  5. Weigerde de keizer en de staatsgoden te eren. 

Slide 7 - Tekstslide

Christenen in het Rijk
  1. 3de eeuw n.C.: Enkele keizers proberen het christendom uit te roeien. Maar dit stopt niet de groei van christenen. 
  2. 313 n.C: Keizer Constantijn is de eerste keizer die openlijk zegt dat hij christen is en geeft de christenen godsdienstvrijheid.  
  3. In 380 n.C: Keizer Theodosius maakt van het christendom de staatsgodsdienst 
  4. In 392 n.C: Worden oude Romeinse Tempels omgebouwd naar Kerken. 

Slide 8 - Tekstslide

Christenen in het Rijk
Verschil tussen godsdienstvrijheid en staatsgodsdienst:
  • Godsdienstvrijheid: Je mag kiezen wel geloof je hebt.
  • Staatsgodsdienst: Er is maar één officiele godsdienst in het land. 

Slide 9 - Tekstslide

0

Slide 10 - Video

Christenen in het Rijk
De plek waar christenen samenkomen is een kerk. 

De room-katholieke kerk werd geleid door de Paus. 

Kerkprovincie wordt geleid door een bisschop. 

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag: Huiswerk
  1. Maken paragraaf 2.3. 
  2. Nakijken paragraaf 2.3. 
  3. Leren leerdoelen 2.3. 

Slide 12 - Tekstslide