Periode 3 les 3 ; artikel schrijven deel 2

Nederlands periode 3
Vier lessen
NUMO in mentoruur
Uitlegfilmpjes SVO - YouTube
Examinering schrijven einde periode
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands periode 3
Vier lessen
NUMO in mentoruur
Uitlegfilmpjes SVO - YouTube
Examinering schrijven einde periode

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thema schrijven 
1: zakelijke brief en e-mail
2: artikel schrijven deel 1
3: artikel schrijven deel 2
4: verslaglegging






Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
Aan het einde van de les:
- kun je uitleggen waarom samenstellingen op verschillende manieren geschreven worden;​
- weet je wat er tijdens het examen schrijven artikel van je verwacht wordt;
- heb je het volledige schrijfplan ingevuld en ondertekend door de docent. 





Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma vandaag
Inleiding

Taalverzorging

Theorie + opdracht

Afsluiting
5 minuten

10 minuten

25 minuten

5 minuten


Programma vandaag

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
- Persoonsvorm en onderwerp
- Theorie informatief artikel
- Theorie betoog
- Theorie schrijfplan

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spelling

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat valt jou op aan deze woorden?
- ontwikkelingssamenwerking
- rente-inkomsten
- mbo-niveau

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Samenstellingen
De algemene regel is dat alle samenstellingen aan elkaar geschreven worden.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenstellingen
Samenstellingen schrijf je aan elkaar als er geen lees- of uitspraakproblemen zijn.

Ontwikkelingssamenwerking
Lichtgewichtrugzak
Arbodienst 

Slide 9 - Tekstslide

Arbodienst hoort aan elkaar omdat Arbo niet meer als afkorting, maar als gewoon woord gezien wordt. 
Samenstellingen
Zijn er lees- of uitspraakproblemen, zoals een klinkerbotsing?
Plaats dan een koppelteken. 

rente-inkomsten (klinkers -ei- botsen)
na-apen (klinkers -aa- botsen)




Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenstellingen
Samenstellingen met een afkorting, aparte letter of symbool krijgen ook een koppelteken.

mbo-niveau
tv-programma

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenstellingen
Het laatste deel van de samenstelling is de kern van de samenstelling. 
Dit deel geeft het woordgeslacht aan, dus 'de', of 'het'. 

Rugzak
de 
 zak
Dus: de rugzak

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor welk artikel heb je gekozen?
Informatief artikel
Betoog

Slide 13 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Schrijfplan informatief artikel

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Onderwerp
Kies, voordat je gaat schrijven, het onderwerp van je artikel. ​
Waar wil je het over hebben?

- food gericht
- beroepsgericht
- leerbedrijf



Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Vakblad
Kies een vakblad waarvoor je het artikel of het betoog gaat schrijven. 







Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Publiek
Voor wie schrijf je het artikel/betoog? 
Wie gaat het lezen? 


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. Hoofdgedachte 
Dit is dat wat je eigenlijk wilt vertellen met je artikel, dat wat de lezer moet onthouden. 
Verwoord dit in één zin. 



Voorbeeld:
Betaalbare gezonde voeding zorgt voor een gezondere samenleving.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5. Deelonderwerpen 
Het hoofdonderwerp verdeel je in deelonderwerpen. 
Een deelonderwerp is een deel van het hoofdonderwerp. 
In je artikel gebruik je er minimaal drie en maximaal vijf. 
Ieder deelonderwerp is één alinea. 

Voorbeeld:
Hoofdonderwerp = Vegan voeding
Deelonderwerp 1 = Vervanger ei in voeding

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht informatief artikel

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijfplan
Vul de volgende onderdelen in:


timer
20:00
Artikel
Betoog
- Drie deelonderwerpen
- Korte informatie per deelonderwerp

- Drie argumenten
- Tegenargument en weerlegging

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijfplan betoog 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoudelijke kenmerken:
- Je artikel heeft een titel die past bij het artikel en de lezer nieuwsgierig maakt;
- In de inleiding weet je de lezer te boeien met bijvoorbeeld een leuk verhaal, een vraag of een mooi voorbeeld;
- Er worden drie, vier of vijf deelonderwerpen behandeld;
- Elke alinea bevat niet meer dan één deelonderwerp;
-De informatie die je geeft, past bij het gekozen onderwerp en is interessant voor lezers van een vakblad;
 die iedereen al heeft;

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

- De informatie die je geeft is verdiepend en is geen kennis die iedereen al heeft;
- Het artikel heeft een passend slot met een leuke ‘uitsmijter’;
-Je geeft in het artikel duidelijk aan hoe je aan je informatie komt en hoe je dat te weten bent gekomen;
-Je hebt een actieve schrijfstijl en voert die ook door in het hele artikel; Dat wil zeggen: schrijf als het kan in de tegenwoordige tijd en gebruik zo min mogelijk hulpwerkwoorden zoals zullen/kunnen/willen/worden.
Dus niet: Ik zal/wil jullie in dit artikel iets vertellen over…
Maar: In dit artikel vertel ik jullie over….
- Het artikel heeft minimaal 250 woorden en maximaal 500 woorden.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Onderwerp
Kies, voordat je gaat schrijven, het onderwerp van je artikel. ​
Waar wil je het over hebben?

- food gericht
- beroepsgericht
- leerbedrijf



Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Vakblad
Kies een vakblad waarvoor je het artikel of het betoog gaat schrijven. 







Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Publiek
Voor wie schrijf je het artikel/betoog? 
Wie gaat het lezen? 


Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. Standpunt 
Met een standpunt geef jij je mening over een onderwerp. 

Voorbeeld
Standpunt: Ik vind dat de btw op groente en fruit omlaag moet. 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5. Argumenten 
Een argument is een bewijsmiddel. 
Je probeert met goede argumenten de twijfelende partij te overtuigen.

Een goed argument is onderbouwd met feiten. 





Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tegenargument+ weerlegging 
Een tegenargument is een argument van de tegenpartij. 
Je laat met het argument de andere kant zien. 

In dezelfde alinea leg je uit waarom het argument van de tegenpartij niet klopt. Dit noem je een weerlegging





Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DUS
Je hebt tijdens de lessen Nederlands en/of in je eigen tijd je verdiept in een onderwerp dat past bij je leerbedrijf, je beroep, de beroepssector of food. Je hebt informatie opgezocht op internet en in vakbladen, beurzen of evenementen bezocht of navraag gedaan bij je werkgever. Je kiest voor dit onderwerp, omdat je er veel vanaf weet of omdat je het interessant vindt om er meer over te weten.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht betoog

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijfplan
Vul de volgende onderdelen in:


timer
20:00
Artikel
Betoog
Drie deelonderwerpen

- Drie argumenten
- Tegenargument en weerlegging

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf een artikel
Een klasgenoot heeft een website gemaakt over stage-ervaringen van studenten. Deze klasgenoot vraagt aan jou om een artikel te schrijven over je laatste stageplaats.
In het artikel moet je
- opschrijven wat je werkzaamheden waren. Minimaal 2;
- één pluspunt van de stageplaats benoemen en toelichten;
- één minpunt van de stageplaats benoemen en toelichten;
- duidelijk maken of je de stageplaats aan anderen aanraadt en waarom.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Schrijf je artikel in Word (zonder spellingcontrole).
  • Geef je artikel een titel.
  • Gebruik minimaal 250 en maximaal 500 woorden.
Eerder klaar?
- NUMO Nederlands 2F- Taalverzorging- Spelling/Formuleren/Leestekens


Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende les
Verslaglegging
- Hoe schrijf je een correct verslag?

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je geleerd?

Slide 38 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Mentoruur  
NUMO
Spelling 2F 




Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies