M&M thema 4 blok 4: Karel de Grote.

M&M thema 4: mens en natuur.
Karel de Grote
Blok 4, les 1
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens en maatschappijMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

M&M thema 4: mens en natuur.
Karel de Grote
Blok 4, les 1

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

  1. Welkom 5 min
  2. Uitleg Blok 4, deel 1 15 min
  3.  Zelfstandig werken 10 min 
  4. Samen werken 25 min
  5. Afsluiten 5 min
Karel de Grote

Slide 2 - Tekstslide

Agenda invullen

Vul in bij 28 februari:
  • Maken: opdr. 2 t/m 6, 9 t/m 12, 14 t/m 20
  • Verdiepingsopdrachten: 7
Samenvattingsopdrachten: 22
  • Leren: Begrippen en Kennen&Kunnen lijst blok 4



Slide 3 - Tekstslide

Bouwstenen blok 4, les 1
Aan het eind van deze les kun je:
-drie Rijken in de tijd van monniken en ridders noemen;
-uitleggen hoe het christendom werd verspreid over Europa;
-uitleggen hoe Karel de Grote een groot rijk kon besturen;


Slide 4 - Tekstslide

Het Frankische Rijk
* Karel de Grote vanaf 771  koning van het Frankische Rijk.
* Samen met zijn ridders veroverde hij een enorm gebied.


Slide 5 - Tekstslide

Besturen
  • Karel de Grote reisde rond in zijn rijk om het te kunnen besturen. 
  • Machtige mannen hielpen hem met het bestuur. Deze edelen zorgden voor orde, veiligheid en spraken recht.
  • In ruil hiervoor hoefden de edelen geen belasting te betalen.

Slide 6 - Tekstslide

Leenstelsel
  • Leenheer: Karel de Grote
  • Leenmannen: Edelen  (vaak oook ridders) die Karel de grote hielpen het land te besturen, in ruil daarvoor mochten zij 'gratis' op het land van Karel de grote wonen.
  • Horigen: Werken op het land van de leenmannen.


Leenheer
Karel de Grote was een leenheer
Leenmannen
Edelen die zorgden voor orde, veiligheid en recht. In ruil voor een stuk land dat zij 'gratis' mochten besturen.
Horigen
Werklieden en boeren die op het land van de leenmannen werkten. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

  • Lees de tekst.
  •  Maken: opdr. 2 t/m 6, 9 t/m 12, 14 t/m 20
  • Verdiepingsopdrachten: 7
  • Samenvattingsopdrachten: 22

Als je klaar bent kun je verder werken aan Blok 4, de begrippen leren in Quizlet en/of een samenvatting schrijven. 


timer
10:00

Slide 9 - Tekstslide

M&M thema 4: mens en natuur.
Karel de Grote
Blok 4, les 2

Slide 10 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

  1. Welkom 5 min
  2. Uitleg Blok 4, deel 2 15 min
  3. Samen werken 10 min 
  4. Zelfstandig werken 15 min
  5. Afsluiten 5 min
Karel de Grote

Slide 11 - Tekstslide

Bouwstenen blok 4, les 2
Aan het eind van deze les kun je:
-drie verschillen en een overeenkomst noemen tussen het West-en Oost-Romeinse Rijk;
-vertellen dat het Byzantijnse Rijk bijna 1000 jaar langer bestond dan het West-Romeinse Rijk;




Slide 12 - Tekstslide

Het kruis of het zwaard.
  • In het Rijk van Karel de Grote moest iedereen tot het Christendom worden bekeerd, dat heet kerstening.
  • In het jaar 800 kroonde de paus hem tot keizer van het Frankische Rijk. 
  • Paus: geestelijke macht, Keizer: wereldlijke macht.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Het Oost-Romeinse Rijk.
  • 285 n.C. Scheiding Romeinse Rijk in West en Oost om beter te besturen. 
  • In 476 n.C. stort het West-Romeinse Rijk in. 

  • Oost Romeinse Rijk = Byzantijnse Rijk. --> Bestuurd vanuit Constantinopel (Istanbul)
  • Byzantijnen waren rijk en christelijk, ze spraken Grieks en hadden een groot leger.

Slide 15 - Tekstslide

  • Lees de tekst.
  •  Maken: opdr. 2 t/m 6, 9 t/m 12, 14 t/m 20
  • Verdiepingsopdrachten: 7
  • Samenvattingsopdrachten: 22

Als je klaar bent kun je verder werken aan Blok 4, de begrippen leren in Quizlet en/of een samenvatting schrijven. 


timer
15:00

Slide 16 - Tekstslide

Op welke 2 manieren kwam Karel de Grote aan zo een groot rijk?
A
Hij was door God uitgekozen.
B
Erfde het rijk van zijn ouders.
C
Hij was een rijke ridder.
D
Hij veroverde land door oorlog te voeren.

Slide 17 - Quizvraag

Hoe bestuurde Karel de Grote zijn grote rijk.
A
Via God.
B
Via leenmannen.
C
Via monniken.
D
Via rechters.

Slide 18 - Quizvraag

Bedenk welk nadeel deze manier van besturen had voor Karel de Grote.

Slide 19 - Open vraag

Hoe zorgde Karel de Grote dat iedereen in zijn rijk christen werd?

Slide 20 - Open vraag

Klopt de stelling: De paus had de wereldlijke macht en de keizer had de geestelijke macht?
A
Ja.
B
Nee.

Slide 21 - Quizvraag

Bedenk een overeenkomst tussen het West-Romeinse en Oost-Romeinse rijk.

Slide 22 - Open vraag

M&M thema 4: mens en natuur.
Karel de Grote
Blok 4, les 3

Slide 23 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

  1. Welkom 5 min
  2. Uitleg Blok 4, deel 3 15 min
  3. Samen werken 15 min 
  4. Zelfstandig werken 15 min
  5. Filmpje 15 min
  6. Afsluiten 5 min
Karel de Grote

Slide 24 - Tekstslide

Bouwstenen blok 4, les 3
Aan het eind van deze les kun je:
-vertellen hoe de islam is ontstaan;
-uitleggen hoe de islam zich verspreidde;
-vertellen hoe moslims in het Arabische Rijk met andere geloven omgingen;
-rekenen met Romeinse en Indisch-Arabische cijfers. 






Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Het Arabische Rijk.
  • Het Midden-Oosten woonden Arabieren, veel oorlog onderling.
  • 622 visioen van Mohammed in Mekka; iedereen moest geloven in één God; Allah.
  • Mohammed werd verdreven naar Medina, daar kreeg hij veel volgelingen.
  • Met zijn volgelingen vocht hij terug, hij won. 
  • Mohammeds openbaringen werden opgeschreven in de Koran. 

Slide 27 - Tekstslide

Vervolg, het Arabische Rijk.
  • Mohammed bekeerde de Arabieren tot de Islam.
  • Arabische volken werden verenigd en spreiden het geloof.
  • Via Straat van Gibraltar naar Spanje; Al-Andalus.
  • Grenzen Arabische RIjk: In Turkije tegengehouden door de Byzantijnen. In Frankrijk gestopt bij de slag bij Poitiers. 

Slide 28 - Tekstslide

De islamitische cultuur.
  • In Al-Andalus woonden moslims, christenen en joden.
  • Leefregels voor niet moslims.
  • Voordeel om moslim te zijn (zie ook verdrag van Omar)
  • Verspreiding Arabische religie, taal en cultuur, en cultuur-overname van veroverde volken.
  • Indisch-Arabische cijfers.

Slide 29 - Tekstslide

  • Lees de tekst.
  •  Maken: opdr. 2 t/m 6, 9 t/m 12, 14 t/m 20
  • Verdiepingsopdrachten: 7
  • Samenvattingsopdrachten: 22

Als je klaar bent kun je verder werken aan Blok 4, de begrippen leren in Quizlet en/of een samenvatting schrijven. 


timer
15:00

Slide 30 - Tekstslide

Welke godsdienst is NIET monotheïstisch?
A
Hindoeïsme
B
Islam
C
Jodendom
D
Christendom

Slide 31 - Quizvraag

Vul De juiste woorden in.
De Byzantijnen waren .............. en bouwden................ en de Arabieren bouwden.............
A
Moslims, moskeeën, kerken
B
Christenen, kerken, moskeeën.
C
Joden, kerken, Moskeeën
D
ongelovigen, moskeeën, kerken.

Slide 32 - Quizvraag

Islamitische cultuur.

Slide 33 - Woordweb

Bij welk geloof hoort dit gebouw?
A
Christendom
B
Jodendom
C
Islam
D
Hindoeïsme

Slide 34 - Quizvraag

Het heilige boek; de thora hoort bij?
A
Jodendom
B
Christendom
C
Hindoeïsme
D
Islam

Slide 35 - Quizvraag

Wat is de overeenkomst tussen de moslims, christenen en joden.

Slide 36 - Open vraag