M&M Media Blok 4 Jij en de Media

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

MEDIA

Mens en maatschappij, blok 4

Jij en de media

Planning

Terugblik
Lesdoelen
Uitleg
Lesdoelen behaald?
Zelfstandig werken

Terugblik

Op internet kan iedereen van alles plaatsen. Wat is het nadeel daar van?

1. Er zijn nu verschillende kanten van een verhaal te vinden.
2. Je raakt het overzicht kwijt, omdat er zoveel informatie te vinden is.
3. Je vindt veel gemanipuleerde berichten.
4. Het is lastig te bepalen wat gemanipuleerde berichten zijn.

Waarom kreeg de aanslag in 2001 op 11 september meer aandacht dan andere aanslagen?

1. De 9/11 gebeurde op een nationale feestdag.
2. De 9/11 gebeurde op klaar lichte dag.
3. De 9/11 was de heftigste aanslag ooit.
4. De 9/11 was live te zien op tv.

Welke vraag is NIET belangrijk als je wilt weten of een nieuwsbericht betrouwbaar is?

1. Wie of wat is de bron van het bericht?
2. Hoe komt de schrijver aan de gegevens van het bericht?
3. Hoeveel geld heeft de journalist hiervoor gekregen?
4. Met welk doel heeft de schrijver dit bericht geschreven.

Deze les:

Jij en de media

Aan het einde van de les kun je:

- Uitleggen wat de verzorgingsstaat is en hoe die betaald wordt.

- Vertellen wat de sociale zekerheid is en voorbeelden ervan noemen.

- Uitleggen dat als de koopkracht van mensen stijgt, de economie groeit.

Sociale zekerheid

Nederland: verzorgingsstaat

Wat is de juiste definitie van een verzorgingsstaat?

1. Dat de overheid vanaf je geboorte tot aan je dood voor je zorgt, als dat nodig is.
2. Uitkeringen die worden betaald uit belastinggeld.
3. Een wet voor iedereen die niet genoeg geld heeft om van te leven.
4. Samenleving waarin mensen steeds nieuwe spullen kopen.

Wat is de juiste definitie van een participatiewet?

1. Dat de overheid vanaf je geboorte tot aan je dood voor je zorgt, als dat nodig is.
2. Uitkeringen die worden betaald uit belastinggeld.
3. Een wet voor iedereen die niet genoeg geld heeft om van te leven.
4. Samenleving waarin mensen steeds nieuwe spullen kopen.

Het stelsel van Sociale zekerheid

Met welke wet begon de sociale zekerheid?

1. WW
2. Bijstand
3. AOW
4. Huurtoeslag

Door wie worden premies betaald?

1. Mensen de werken
2. Mensen die iets kopen
3. De overheid en mensen die werken
4. Mensen die werken en iets kopen

Welke uitkeringen worden betaald met premies?

1. Sociale voorzieningen
2. Sociale verzekeringen
3. Werknemersverzekeringen
4. Volksverzekeringen

Waar hoort AOW bij?

1. Sociale voorzieningen
2. Sociale verzekeringen
3. Werknemersverzekeringen
4. Volksverzekeringen

Waar hoort zorgtoeslag bij?

1. Sociale voorzieningen
2. Sociale verzekeringen
3. Werknemersverzekeringen
4. Volksverzekeringen

Koopkracht en inflatie

Koopkracht -> De hoeveelheid producten die je kunt kopen

Je koopkracht hangt af van:

- je inkomen: hoe hoger je inkomen, hoe groter je koopkracht.

- de prijzen van producten: hoe hoger de prijzen, hoe kleiner je koopkracht.

Koopkracht en inflatie

Inflatie -> Als producten duurder worden.

Als producten duurder worden omdat er veel vraag naar die producten is, noem je dat bestedingsinflatie

Als producten duurder worden omdat het maken van de producten duurder wordt, noem je dat kosteninflatie

Stel dat je €50 hebt en een T-shirt €10 kost. Je inkomen stijgt nu van €50 naar €70. Wat gebeurd er met je koopkracht?

1. Die blijft gelijk
2. Die stijgt
3. Die daalt

Stel dat je €50 hebt en een T-shirt €10 kost. Je inkomen stijgt nu van €50 naar €70. Met hoeveel stijgt je koopkracht?

1. 50
2. 5
3. 7
4. 2

Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Stel 1 vraag over iets dat je deze
les nog niet zo goed hebt begrepen.

Huiswerk:

Tweede les na de vakantie:

M: Media Blok 4

1, 2, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 11, 12, 14, 15, 16, 19, 20

14 mei SO Media Blok 3 & 4

MEDIA

Mens en maatschappij, blok 4

Jij en de media

Planning

Terugblik
Lesdoelen
Uitleg
Lesdoelen behaald?
Zelfstandig werken

Terugblik

Waar is de participatiewet van de sociale zekerheid voor bedoeld?

1. Bijdrage voor mensen waarvan de partner is overleden.
2. Iedereen die geen of niet genoeg inkomen heeft om van te leven.
3. Voor iedereen die de pensioenleeftijd heeft bereikt.
4. Werknemers die een periode ziek waren.

Welke verzekeringen worden betaald doormiddel van belastinggeld?

1. Sociale voorzieningen
2. Sociale verzekeringen
3. Werknemersverzekeringen
4. Volksverzekeringen

Wat is onjuist?

1. Koopkracht is wat je kunt kopen.
2. Als je loon stijgt daalt je koopkracht.
3. Als je koopkracht stijgt is dat goed voor de economie.

Fossiele brandstoffen

Brandstoffen uit de bodem, zoals aardolie, aardgas en steenkool.

Aardbevingen in Nederland

Limburg 

Groningen door het boren naar aardgas

Wat is onjuist?

1. Aardgas is een fossiele brandstof
2. Aardgas is een energiebron
3. Aardgas is de grondstof van staal
4. Aardgas is de grondstof voor plastic

Leg uit hoe de aardgasvondst zorgt voor meer welvaart.

Jongerenculturen

• Jongerenculturen zijn ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw:
  

1. kwam er meer welvaart. 
2. kregen jongeren meer vrije tijd.
3. wilden jongeren zich afzetten tegen hun ouders.

Jongerencultuur

• Jongeren gingen zich anders gedragen
• Jongeren gingen zich anders kleden
• Ze wilden de maatschappij veranderen
• Hippies

De jeugdcultuur is ontstaan doordat jongeren meer vrije tijd kregen en omdat ...

1. jongeren meer geld hadden
2. jongeren straattaal gingen gebruiken
3. jongeren naar school gaan
4. jongeren tegen de consumptiemaatschappij waren

Wat was een gevolg van de opstand en protesten van jongeren?

1. Ontkerkelijking
2. Consumptiemaatschappij
3. Vandalisme
4. Feminisme

Wat is geen voorbeeld van de ongelijkheid tussen vrouwen en mannen?

1. Als een vrouw ging trouwen moest ze stoppen met werken.
2. Werkende vrouwen kregen minder salaris dan mannen.
3. Vrouwen moesten vaker naar de dokter omdat zij zwakker waren dan mannen.
4. Getrouwde vrouwen mochten bijna niks zelf kopen.

Wat is de juiste definitie van feministen?

1. Normen en waarden van een groep mensen, die zichtbaar zijn in uiterlijk, muziekstijl en taal.
2. Mensen die opkomen voor de belangen van vrouwen en gelijke rechten van mannen en vrouwen.
3. Samenleving waarin mensen steeds nieuwe spullen kopen.
4. Het stelsel dat wordt gebruik in Nederland, omdat Nederland een verzorgingsstaat is.

Waar hebben de Dolle Mina NIET voor gezorgd?

1. Kinderopvang
2. Gratis de pil tot 18 jaar
3. Zelf mogen kiezen voor abortus
4. Gelijke salarissen tussen man en vrouw

Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Stel 1 vraag over iets dat je deze
les nog niet zo goed hebt begrepen.

Huiswerk:

Tweede les na de vakantie:

M: Media Blok 4

1, 2, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 11, 12, 14, 15, 16, 19, 20

14 mei SO Media Blok 3 & 4