Nederland en Europa na Napoleon

1 / 7
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisWOStudiejaar 2

In deze les zitten 7 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

1814-1815: Congres van Wenen
Napoleon is overwonnen, men wil terug naar de tijd van de koninklijke macht. Daarom komt er het Congres van Wenen, waarin de machthebbers van Europa bij elkaar komen om te beslissen dat de koninklijke macht gerestaureerd (= hersteld, terug naar hoe het was) moet worden.
Zo komt de eerste Nederlandse koning in 1815 in NL aan de macht: koninkrijk der Nederlanden (NL, België en Luxemburg)
1830 maakt België zich al los van dat koninkrijk
Er is op dat moment in NL nog geen sprake van grote industrialisatie of een arbeidersklasse. Wel veel armoede: de overheid deed hier niets tegen. 
Koning Willem I zorgde voor goede infrastructuur en liet de eerste stoomtrein rijden (1839)
In de tweede helft van de 19e eeuw neemt industrialisatie in NL steeds meer toe.

Slide 2 - Tekstslide

1815 en 1848
vanaf 1815: een constitutionele monarchie. Simpel gezegd; een monarchie met een koning die zich aan de grondwet moet houden.
Maar: koning Willem I koos alle leden van de Eerste en Tweede kamer en hield eigenlijk door vriendjespolitiek zelf alle macht. 
De koning en de kamerleden waren conservatief
Maar: ook in NL had de Franse Revolutie indruk gemaakt. Veel burgers vonden dat Willem I te veel macht had en er een democratie moest komen. Zij waren aanhangers van het liberalisme. Op economisch gebied wilden zij zoveel mogelijk vrijheid: een kapitalistische economie. 

Koning Willem II (opvolger van zijn vader) was bang dat er in NL een revolutie zou uitbreken, gestart door liberalen. Daarom liet hij een grondwet maken door Thorbecke

Slide 3 - Tekstslide

Karl Marx: kapitalisme (vrije markt) zorgt voor uitbuiting van de arbeiders. Uiteindelijk zal er een revolutie komen, gestart door de arbeiders, dan komt er pas een eerlijke samenleving (communisme)
Adam Smith: economische vrijheid. De overheid mag zich nergens mee bemoeien, alleen dan ontplooit de economie zich tot de beste versie van haarzelf. (kapitalisme/liberalisme)

Slide 4 - Tekstslide

Na 1814-1815 vond er door het Congres van Wenen restauratie plaats. Leg uit wat dat betekent en wat er werd gerestaureerd.

Slide 5 - Open vraag

Wie maakte de nieuwe grondwet van 1848?
A
Willem I
B
Thorbecke
C
Willem II
D
Adam Smith

Slide 6 - Quizvraag

Opdracht
Bekijk samen met je buur de twee dorpen. Dit is hetzelfde dorp in Engeland, maar dan in een andere tijd. Welke verandering kun je zien, en welke continuïteit? 

Let op: als je op de toets (of in het algemeen) verandering uit wilt leggen, moet je eerst uitleggen hoe de situatie VOOR de verandering was, dan wat de situatie NA de verandering was en dan kun je pas concluderen wat er is veranderd.
Waarin zie je continuïteit? Continuïteit is lastig. Het doel is om te kunnen herkennen dat bepaalde aspecten door de geschiedenis heen (ongeveer) hetzelfde blijven.


Dan: Welke continuïteit en welke verandering zie je bij de grondwet van 1848? 

Slide 7 - Tekstslide