5. Les 1 Taalverzorging + Burgerschap

Nederlands
Nederlands
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Nederlands
Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  1. Taalverzorging 
  2. Burgerschap
  3. Verder werken in Studiereader (taak 1 Taalverzorging)

Slide 2 - Tekstslide

Waar denk je aan bij TAALVERZORGING?

Slide 3 - Open vraag

Aan het eind van deze les...
  • kun je leestekens correct gebruiken. 
  • kun je bepalen welke woorden met een hoofdletter geschreven moeten worden.
  • kun je samenstellingen herkennen.

Slide 4 - Tekstslide

Begrijpelijke zinnen
Zinnen moeten begrijpelijk zijn en niet te lang! Lange zinnen bevatten vaak te veel informatie en de kans op grammaticale fouten is groter.

Vermijd opvulwoorden, zoals eigenlijk, gewoon, misschien. Deze woorden voegen meestal niets toe aan een zin.

Hier was ik heel blij mee, want het leek me gewoon een fijne stageplaats. Het klikte vanaf het begin best wel goed met Wim, mijn stagebegeleider. 

Slide 5 - Tekstslide

Welke zin is juist geschreven?
A
's Nachts is het rustig op straat.
B
's nachts is het rustig op straat.
C
'S nachts is het rustig op straat.
D
'S Nachts is het rustig op straat.

Slide 6 - Quizvraag

Leestekens

Elke zin begint met een hoofdletter en eindigt met een punt (of vraagteken of uitroepteken).

Let op:
  • getal: 24 uur geleden had ik een vrije dag (geen hoofdletter)
  • apostrof: 't Is ook altijd wat met jou (de hoofdletter schuift op)

Slide 7 - Tekstslide

Leestekens
Je gebruikt komma's om leespauzes aan te geven:
  • tussen twee persoonsvormen: Als je energydrank drinkt, kan dit je gebit schaden.
  • tussen twee bijvoeglijke naamwoorden: In deze eenvoudige, veilige app...
  • voor een voegwoord: Het weekend was kort, maar interessant.
  • tussen delen van een opsomming: Ik heb gesport, met vrienden afgesproken, gegamed en Netflix gekeken. 

Slide 8 - Tekstslide

Leestekens
Je gebruikt een dubbele punt bij:
  • een opsomming: De voordelen van een skibril zijn: een breder blikveld, brildragers kunnen hun bril ophouden, enz.
  • voor een citaat: Mijn docent gaf de volgende feedback: 'De inhoud van je brief is in orde.'
  • Voor een toelichtende opmerking: Facebook gaat de strijd aan met nepnieuws: gebruikers mogen bepalen welke nieuwsbronnen betrouwbaar zijn.

Slide 9 - Tekstslide

Welke zin is juist geschreven?
A
Ellen ten Dam was afgelopen zomer graag weer naar de zwarte cross gegaan.
B
Ellen Ten Dam was afgelopen Zomer graag weer naar de zwarte cross gegaan.
C
Ellen ten Dam was afgelopen zomer graag weer naar de Zwarte Cross gegaan.
D
Ellen ten Dam was afgelopen Zomer graag weer naar de Zwarte Cross gegaan.

Slide 10 - Quizvraag

Hoofdletters
Namen beginnen met een hoofdletter
  • Personen: voor- en achternaam: Ellen ten Dam, E.H. van Dam, mevrouw Van Dam-de Vries
  • Aardrijkskundige namen: Azië, Leeuwarden, Leeuwarder, Cammingaburen, Middelzee, Van Harinxmakanaal
  • Organisaties: Q-dance, Prinses Maximaschool, Amnesty International
  • Evenementen: Zwarte Cross, Zomercarnaval, Olympische Spelen
  • Merken en productnamen: Samsung Galaxy, Instagram, Red Bull

Slide 11 - Tekstslide

Hoofdletters
Feestdagen beginnen met een hoofdletter, maar afleidingen van feestdagen weer niet:
Pasen, Suikerfeest, Moederdag
kerstdiner, sinterklaasavond, valentijnscadeau

Woorden die tijd aanduiden met een kleine letter: vrijdag, december, zomervakantie, de jaren negentig. 
Historische gebeurtenissen met een hoofdletter: Tweede Wereldoorlog, Arabische Lente


Slide 12 - Tekstslide

Welk woord is juist geschreven?
A
burenruzie
B
buren-ruzie
C
buren ruzie

Slide 13 - Quizvraag

Samenstellingen
Samenstelling = een woord dat uit twee of meer woorden bestaat. 
Vormen de woorden in een samenstelling samen een zelfstandig naamwoord, dan schrijf je de delen aan elkaar.

data + verkeer = dataverkeer
drie + gangen + menu = driegangenmenu

Vormen de woorden samen een werkwoord of een bijvoeglijk naamwoord, dan schrijf je ze niet altijd aan elkaar: koffiezetten, pasta koken.
 

Slide 14 - Tekstslide

Samenstellingen
Soms moet je een koppelteken plaatsen tussen de twee delen, omdat je het woord anders verkeerd uitspreekt. Dus, botsen de klinkers, dan plaats je een koppelteken, anders niet.

functie + eisen > functieeisen > functie + eisen 
vakantie + adres = vakantieadres

 

Slide 15 - Tekstslide

Campagne SIRE
Stichting SIRE wil met de
#DOESLIEF aandacht vragen voor asociaal gedrag.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Wanneer vind jij gedrag asociaal?

Slide 18 - Open vraag

Wanneer heb jij voor het laatst 'iets liefs' gedaan?

Slide 19 - Open vraag

Wanneer ben je voor het laatst asociaal geweest?

Slide 20 - Open vraag

Plaats leestekens, hoofdletters en let op samenstellingen

Slide 21 - Tekstslide

49% van de nederlanders vindt dat de samenleving polariseert en verhardt

Slide 22 - Open vraag

sire wil mensen wakker schudden aanzetten tot nadenken en lastige zaken bespreekbaar maken

Slide 23 - Open vraag

op sociale media kun je mensen heel eenvoudig reputatie schade toebrengen

Slide 24 - Open vraag

van der meulen met de campagne hopen we dat mensen zich realiseren dat onaardig gedrag nergens voor nodig is

Slide 25 - Open vraag

Aan de slag
  • Maak alle opdrachten van taak 1 van de opbouwopdrachten 'Taalverzorging'.

Slide 26 - Tekstslide