Samenvatting hoofdstuk 7 mavo 2 pincode

Wat gaan we vandaag doen?
1. Doelen van deze les
2. Bespreken oefentoets 
3. Uitleg werkvorm memory in groepjes
4. Memory in groepjes
5. Afsluiting met leerdoelen & tips voor volgend jaar
6. tips voor de toetsweek

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat gaan we vandaag doen?
1. Doelen van deze les
2. Bespreken oefentoets 
3. Uitleg werkvorm memory in groepjes
4. Memory in groepjes
5. Afsluiting met leerdoelen & tips voor volgend jaar
6. tips voor de toetsweek

Slide 1 - Tekstslide

Doelen van deze les
  • Je kunt 

Slide 2 - Tekstslide

Bespreken oefentoets 
  • Hoe vonden jullie het zelf gaan?
  • Waar willen jullie zelf nog mee oefenen?
  • Rekenvragen
  • Iedereen +1?

Slide 3 - Tekstslide

Rekenvragen
  • Deel/geheel
  • Vreemde valuta
  • Inkomen per hoofd van de bevolking

Slide 4 - Tekstslide

Rekenvragen
Deel/geheel x 100
Wanneer gebruik je deze formule? 
Als je een gedeelte van een totaal wilt weten


Vraag 18 in de toets:
Aan buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking geeft de overheid 2,5 miljard uit. hiervan is 337,5 miljoen bestemd voor verbetering van de voedselvoorziening in ontwikkelingslanden. 
Bereken hoeveel procent dit is van het totaalbedrag van buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking.
Wat is het geheel?
Wat is het deel?
Welke getallen moeten we gebruiken?

  • Belangrijk:
  • € 2,5miljard 
  • € 337,5 miljoen
  • Procenten

Berekening
Deel = 337,5 miljoen
Geheel = 2,5 miljard
Miljard naar miljoen = x1000  dus 2,5 miljard x 1000 = 2500 miljoen
337,5miljoen / 2500 miljoen = 0,135 x 100 = 13,5%

Slide 5 - Tekstslide

Er zijn 3 berekeningen bij wisselkoersen
AANKOPEN van vreemde valuta:
  • Ik heb 100 euro, hoeveel dollars kan ik kopen?
  • Ik koop 100 dollar, hoeveel euro kost me dat?

VERKOPEN van vreemde valuta:
  • Ik heb dollars over, hoeveel euro krijg ik daarvoor?

Slide 6 - Tekstslide

Rekenvragen
Vreemde valuta
Gebruik een verhoudingstabel


Vraag 6 in de toets:
Via internet heeft Erwin een oud boek gevonden bij een Zwitserse boekhandel. De prijs van het boek is 68 frank (inclusief verzendkosten). Op dat moment is één euro gelijk aan 0,85 frank.
Omgerekend in euro's betaalt Erwin € .... voor het boek
 

  • Belangrijk:
  • € 68 frank
  • € 0,85 frank per euro


Berekening
huh

Slide 7 - Tekstslide

Rekenvragen
Inkomen per hoofd van de bevolking
Inkomen per persoon in een land



Vraag 15 in de toets:
Het nationaal inkomen van Polen is € 475,4 miljard. Het land heeft 39miljoen inwoners.
Bereken het inkomen per hoofd van de bevolking. Rond het bedrag af op hele euro's  
hoeveel miljoen zit er in één miljard?
Van miljoen naar miljard dus = ?
Als we € 100,- hebben en we verdelen dat over € 10,- hoeveel euro hebben dan per persoon? 
Hoeveel is het inkomen dan per persoon in polen?

  • Belangrijk:
  • Nationaal inkomen € 475,4mld
  • 39 miljoen inwoners

Berekening
Nationaal inkomen = 475,4 miljard
Miljard naar miljoen = x 1000 
475,4 miljard x 1000 = 475400 miljoen
Aantal inwoners = 39miljoen
Per persoon = 475400 / 39 = 12190(afgerond)

Slide 8 - Tekstslide

Uitleg werkvorm memory in groepjes
  • We werken in groepjes van 3-4.
  • Jullie gaan binnen het eigen groepje de juiste begrippen bij de juiste uitleg leggen.
  • Na 10 minuten legt elk groepje 1 begrip in eigen woorden uit aan de rest van de klas. Meneer Driessen kiest jullie begrip.
  • Je moet dus alle begrippen kunnen uitleggen!!!!!

Slide 9 - Tekstslide

De spelregels:
  • Zachtjes overleggen binnen je groepje
  • Iedereen in het groepje kan alle begrippen uitleggen
  • Tijd: 10 minuten 
Memory in groepjes

Slide 10 - Tekstslide

  • Wat heb je vandaag geleerd in één zin
  • Tips voor volgend jaar
Afsluiting met leerdoelen & tips voor volgend jaar

Slide 11 - Tekstslide

Tips voor de toetsweek
  • Schrijf de berekeningen altijd op
  • Rond altijd goed af op 2 decimalen
  • Vul altijd iets in bij meerkeuze vragen, je hebt 25% kans dat je punten krijgt, niks invullen is 0% kans!!!

Slide 12 - Tekstslide

Ik koop 100 pond, hoeveel euro kost dat?
AANKOOPKOERS (laagste)

bedrag in vreemde valuta : koers per euro = waarde in euro's
👉 100 : 0,85 = € 117,65

Slide 13 - Tekstslide

Ik heb € 100, hoeveel pond kan ik kopen?
AANKOOPKOERS (laagste)

bedrag in euro's x lage wisselkoers = bedrag in vreemd geld dat je ontvangt
👉 100 x 0,85 = 85 GPB

Slide 14 - Tekstslide

Ik heb 100 pond over, hoeveel euro krijg ik daarvoor?
VERKOOPKOERS (hoogste)

bedrag in vreemd geld : koers per euro = bedrag in euro's
👉 100 : 0,86 = € 116,28

Slide 15 - Tekstslide