FinZelf H7 Beleggen

Onderwerp: Opties
Welkom allemaal!
Pak je telefoon bij de hand of open een nieuw internet tabblad op je laptop/computer. 
Ga naar lessonup.app en vul de pincode die je links onderin ziet staan!  


1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Onderwerp: Opties
Welkom allemaal!
Pak je telefoon bij de hand of open een nieuw internet tabblad op je laptop/computer. 
Ga naar lessonup.app en vul de pincode die je links onderin ziet staan!  


Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen van vandaag:
- Je kunt uitleggen wat een optie is
- een call – en put optie beschrijven
- long versus short positie
- optie strategieën bedenken en toepassen
- bereken van winst/verlies bij opties


Testen van deze leerdoelen, gebeurt tijdens de online les en dmv inleveren huiswerkopdracht.

Slide 2 - Tekstslide

H7 Beleggen
= investeren van geld in obligaties, aandelen, onroerend goed, goud, bitcoins, etc. met als doel om je vermogen te vergroten

T.o.v. een spaarrekening meer risico, wat gecompenseerd wordt door een hoger verwacht rendement (= opbrengst van je geïnvesteerde vermogen)

Slide 3 - Tekstslide

Bijna geen risico
weinig risico
groter risico
aandelen
spaarrekening
obligaties
vastgoed
termijndeposito's
kunst
beleggingsfondsen

Slide 4 - Sleepvraag

Opties
recht (of plicht) om in de toekomst (aandelen) te kopen of verkopen tegen een  vooraf vastgestelde prijs
gedurende een bepaalde periode of op vastgestelde datum

Kans op veel winst (of verlies) in een korte periode

Bij opties kan je handelen/beleggen in verschillende onderliggende waarde. Maar wij gaan het hebben over aandelenopties

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Call- en putoptie
Calloptie = het recht om een aandeel te kopen tegen vooraf vastgestelde prijs
Put optie = het recht om een aandeel te verkopen  tegen vooraf vastgestelde prijs

Aandelenopties worden per 100 aandelen uitgegeven

Slide 7 - Tekstslide

Wanneer zou je als koper een
call optie kopen?
A
Als je denkt dat de koers van de aandeel zal stijgen
B
Als je denkt dat de koers van de aandeel zal dalen

Slide 8 - Quizvraag

Wanneer zou je als koper een
put optie kopen?
A
Als je denkt dat de koers van een aandeel zal stijgen
B
Als je denkt dat de koers van een aandeel zal dalen

Slide 9 - Quizvraag

Call- en putopties
Als eigenaar/koper van een optie heb je het recht om gebruik te maken van de optie. 

Maar de verkoper/schrijver van de optie heeft de plicht om bij uitoefening van de optie een aandeel tegen de vooraf bepaalde prijs te leveren.

Slide 10 - Tekstslide

1 optie = 100 aandelen

Slide 11 - Tekstslide

1 optie = 100 aandelen

Slide 12 - Tekstslide

Bereken de winst die Suzanne behaalt
als ze nu haar opties verkoopt.
(antwoord zonder € teken of puntjes,
bijvoorbeeld 16000)

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Suzanne verkoopt haar opties nog niet en wacht
tot het aandeel DSM gestegen is naar 65,60.
Dan maakt zij gebruik van haar uitoefenrecht
Bereken de winst voor Suzanne
(bijvoorbeeld 16000)

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

Bereken het verlies van de schrijver van de
opties als Suzanne gebruik maakt van haar
uitoefenrecht bij een prijs van 65,60.
(bijvoorbeeld 14000)

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

(bijvoorbeeld 156%)

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

1 optie = 100 aandelen

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Verhouding beurskoers en uitoefenprijs
Op  het moment dat je winst maakt, spreken we van in-the-money
Op het moment dat je quite staat, spreken we van at-the-money
Op het moment dat  je verlies maakt, spreken we van out-the-money

Slide 26 - Tekstslide

intrinsieke waarde versus verwachtingswaarde
Optiepremie kan gesplitst worden in:
- intrinsieke waarde en verwachtingswaarde

Intrinsieke waarde is verschil tussen uitoefenprijs en de koers. Is de uitkomst negatief? De intrinsieke waarde gelijk aan € 0.
Verwachtingswaarde is verschil tussen optiepremie en intrinsieke waarde. De uitkomst kan nooit negatief zijn

Slide 27 - Tekstslide

Call optie: Beurskoers is € 38,50. Bereken de intrinsieke waarde en verwachtingswaarde bij een uitoefenprijs van € 37 en € 40.

Slide 28 - Open vraag

Zelfstandig aan de slag
 Maak de opdracht die je in Teams ziet staan onder Bestanden.

Vrije keuze:
Daarnaast maak je uit het werkboek opdrachten 
7.12 (behalve vraag B) en 7.16

Slide 29 - Tekstslide