de grammatica met betrekking tot de vertaling van naar en bij herhalen doormiddel van klassikale herhaling en deze toepassen in opdrachten uit het boek van Lektion 2.
de regel/vervoeging van het werkwoord werden begrijpen en deze toepassen in opdrachten van Lektion 2.
een spreekopdracht uitvoeren op het ERK niveau A1 en kun je aan de hand van zelf gestelde doelen elkaar feedback geven op spreekvaardigheid.
Slide 2 - Tekstslide
Plannung für heute
Wiederholung Grammatik
Aufgaben aus dem Buch
Grammatik
Sprechen
Slide 3 - Tekstslide
Herhaling naar en bij
Ich gehe ........ meiner Oma
ich bin ........... ihm
Slide 4 - Tekstslide
De vertaling van "naar"
4 verschillende mogelijkheden
zu+ 3
Bij personen, meestal ook bij dingen (gebouwen, plekken, enz.)
Ik ga naar mijn oma
Ich fahre zu meiner Oma
nach
Bij een richting zonder lidwoord
Ik ga naar links
Ich fahre nach links
Slide 5 - Tekstslide
De vertaling van "naar"
4 verschillende mogelijkheden
nach
Bij aardrijkskundige namen zonder lidwoord
Ik ga naar Berlijn
Ich fahre nach Berlin
In +4
Bij aardrijkskundige namen met lidwoord
Ik ga naar zwitserland
Ich fahre in die Schweiz
Slide 6 - Tekstslide
De vertaling van "bij"
2 verschillende mogelijkheden
bei +3
Bij rust/ toestand
je kunt vragen: WAAR?
zij woont bij hem
sie wohnt bei ihm
zu +3
Bij beweging
je kunt vragen: WAARHEEN?
hij komt naar mij toe
Er kommt zu mir
Slide 7 - Tekstslide
Aan de slag!
Maak opdracht 1, 4 en 5 van Lektion 2
Vindt je het lastig?
Kijk in je handboek
Ben je klaar?
Test jezelf/ versterk jezelf
Slide 8 - Tekstslide
Werden
Hoe vertaal je het werkwoord werden?
Slide 9 - Tekstslide
das Verb: Werden
Worden: Sie wird immer schlanker
Zullen: Sie wird morgen kommen
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
werde
wirst
wird
werden
werdet
werden
Slide 10 - Tekstslide
Aan de slag!
Maak opdracht 8 en 9 van Lektion 2
Vindt je het lastig?
Kijk in je handboek
Ben je klaar?
Opdracht 6
Slide 11 - Tekstslide
Wer bin ich?!
Jullie gaan in groepjes van drie het spel “wie ben ik?” spelen.
Zoek op het internet naar een bekend/ beroemd Duits persoon, dit kan bijvoorbeeld een acteur/actrice zijn, een politicus of zanger/zangeres. Dat mogen jullie zelf kiezen, belangrijk is wel, het moet een Duits persoon zijn!
Schrijf dit op een Post It en plak het op het hoofd van een van je groepsgenoten.
Zorg dat hij/zij niet ziet om wie het gaat!
Slide 12 - Tekstslide
Handige zinnetjes
Bin ich eine Frau/ein Mann?
Bin ich eine ältere/jüngere Person?
Bin ich Sportler/(in)Moderator/(in)Schauspieler(in)/Sänger(in)?
Kennt man mich aus Büchern/Filmen/Serien/Nachrichten…?
de grammatica met betrekking tot de vertaling van naar en bij herhalen doormiddel van klassikale herhaling en deze toepassen in opdrachten uit het boek van Lektion 2.
de regel/vervoeging van het werkwoord werden begrijpen en deze toepassen in opdrachten van Lektion 2.
een spreekopdracht uitvoeren op het ERK niveau A1 en kun je aan de hand van zelf gestelde doelen elkaar feedback geven op spreekvaardigheid.