Je kunt beschrijven hoe je een infectieziekte krijgt en opnoemen welke soorten ziekteverwekkers er zijn
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3
In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 135 min
Onderdelen in deze les
5.3 Infectieziekten
Leerdoel(en) van deze les:
Je kunt beschrijven hoe je een infectieziekte krijgt en opnoemen welke soorten ziekteverwekkers er zijn
Slide 1 - Tekstslide
5.3 Infectieziekten
Leerdoel(en) van deze les:
Je kunt beschrijven hoe een infectieziekte verloopt.
Je kunt uitleggen hoe infectieziekten genezen door je afweer en hoe antibiotica en pijnstillers kunnen helpen.
Je kunt uitleggen wat het effect van koorts is bij de afweer.
Je kunt uitleggen wat inenten betekent en hoe het werkt.
Slide 2 - Tekstslide
5.3 Infectieziekten
Wat zijn infectieziekten?
Ziekteverwekkers > bacterie, schimmel of virus - in je lichaam; kunnen infectie / besmetting veroorzaken - van een paar wordt je niet ziek; lichaam heeft een weerstand
Weerstand > je lichaam is in staat om ziekteverwekkers te doden - lage weerstand? Dan kan je lichaam ze niet doden en wordt je ziek
Infectieziekten > ziekten door bacteriën, schimmels of virussen - bacteriën en schimmels > scheiden giftige stoffen uit - virussen > dringen je cellen binnen en maken deze stuk
Slide 3 - Tekstslide
5.3 Infectieziekten
Hoe verloopt een infectieziekte?
Besmetting / infectie > ziekteverwekker dringt in je lichaam
Incubatietijd > eerst merk je nog niets, ziekteverwekker vermeerderd zich
Symptomen > als er veel ziekteverwekkers in je lichaam zijn ga je je ziek voelen. Je krijgt symptomen van de ziekte (bijv. hoofdpijn, koorts of vlekjes.)
Diagnose > vaststellen welke ziekte je hebt, dit kun je zien aan de symptomen.
Genezing > door rust en soms medicijnen gaat de ziekte weer over. - de ene ziekte duurt langer dan de andere > griep duurt bijv. langer dan verkoudheid en je voelt je ook zieker - als er veel mensen tegelijk ziek zijn > epidemie > bijv. corona
Slide 4 - Tekstslide
5.3 Infectieziekten
Hoe wordt je beter?
Afweer > uitschakelen/doden van ziekteverwekkers - witte bloedcellen vernietigen ziekteverwekkers
Witte bloedcellen > 2 manieren om ziekteverwekkers te doden - Bacteriën opeten & afweerstoffen maken
Bacteriën opeten - ‘Vreetcellen’ / witte bloedcellen die bacteriën insluiten en verteren. Als de witte bloedcellen hun werk hebben gedaan gaan ze dood. Pus of etter komt uit de wond, dit zijn dode witte bloedcellen, verteerd bacteriën en resten van kapotte huidcellen.
Slide 5 - Tekstslide
5.3 Infectieziekten
Afweerstoffen maken
Slide 6 - Tekstslide
5.3 Infectieziekten
Welke medicijnen helpen?
Antibiotica > medicijnen die infectieziekten door bacteriën genezen - antibiotica maken de celwanden van de bacteriën stuk - veel antibiotica zijn gemaakt door schimmels - penicilline > een soort antibioticum afkomstig van een schimmel
Pijnstiller > helpt tegen de symptomen van een infectieziekte, zoals koorts of pijn - genezen de infectieziekte niet, zorgt alleen voor beter gevoel - paracetamol en ibuprofen zijn pijnstillers
Slide 7 - Tekstslide
5.3 Infectieziekten
Waarvoor krijg je koorts?
Koorts > je lichaamstemperatuur komt voor langer tijd boven de 38 °C - behalve afweerstoffen maken witte bloedcellen ook stoffen die ‘de thermostaat’ in je hersenen omhoog draaien - bij een hogere temperatuur maken witte bloedcellen sneller afweerstoffen - koorts helpt je sneller genezen - langdurige koorts kan het lichaam schaden; uitdroging en vernietiging van cellen
Slide 8 - Tekstslide
5.3 Infectieziekten
Waarvoor is inenten nodig?
Inenten > er worden delen van ziekteverwekkers in je bloed gespoten - je witte bloedcellen gaan afweerstoffen tegen de ziekteverwekker maken - voorkomt infectieziekten - ander woord is vaccinatie - zorgt ervoor dat je immuun wordt > niet of minder ziek van ziekteverwekker - baby's en kinderen krijgen inentingen tegen gevaarlijke (kinder)ziekten zoals mazelen, kinkhoest, rode hond en meningitis
Vaccinatieprogramma > een schema van inentingen die een kind krijgt en op welke leeftijd dat moet