Dienstverlening en ProductenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4
In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Keuzevak Presentatie & Styling
Daimy - Anouk
Slide 1 - Tekstslide
Wat moet je kennen en kunnen?
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
je weet wat de 'eindtermen' zijn van dit keuzevak
je weet wat er met doel en doelgroep wordt bedoeld
je weet waarom de vormgeving van een website belangrijk is
je weet wat er met een huisstijl wordt bedoeld
je weet wat voor soort logo's er zijn
je kent de verschillende beeldaspecten (in de vormgeving)
je (her)kent de verschillende soorten composities
je (her)kent de verschillende soorten stijlen en trends
je weet het verschil tussen primaire en secundaire kleuren
Slide 3 - Tekstslide
Doel en doelgroep
Een bedrijf heeft daarbij een doel voor ogen. Bijvoorbeeld:
producten verkopen
nieuwe klanten aantrekken
het imago versterken
Slide 4 - Tekstslide
Wat wordt er met het imago van een bedrijf bedoeld?
Slide 5 - Open vraag
Doelgroep
De doelgroep bestaat uit de klanten op wie het bedrijf zich richt.
Slide 6 - Tekstslide
Noem 5 verschillende doelgroepen
Slide 7 - Woordweb
Vormgeving website
De vormgeving is erg belangrijk voor de uitstraling van de website.
De vormgeving is de vorm en stijl die je aan de website geeft.
De huisstijl van het bedrijf moet in de vormgeving verwerkt zitten.
De huisstijl is de manier waarop een bedrijf zich presenteert aan een klant of bezoeker.
Slide 8 - Tekstslide
Huisstijl
xz
Naam
Logo
Kleur
Typografie
Bepaalde vormen
Slide 9 - Tekstslide
Wat valt je op aan de huisstijl van de AH?
Slide 10 - Tekstslide
Als je iets wilt weten of leren, kun je op onderzoek uitgaan
Een onderzoek bestaat uit vier fasen:
voorbereiden
uitvoeren
afsluiten
evalueren.
Slide 11 - Tekstslide
Logo's
Slide 12 - Tekstslide
Welk logo vind jij mooi en waarom?
Slide 13 - Open vraag
Slide 14 - Video
Een logo
We komen logo's overal tegen.....
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Een logo ontwerpen
Een sterk logo kan je bedrijf goed op de kaart zetten. Maar waar moet een goed logo aan voldoen? En hoe pak je het aan?
Slide 17 - Tekstslide
De mens heeft altijd al de behoefte gehad om zich in symbolen te uiten. Dat is niet zo vreemd, want één simpel plaatje zegt soms meer dan honderd woorden.
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
logo van de NS. “Dat is een spoor met een pijl naar links en naar rechts.
Slide 21 - Tekstslide
Wie googelt op ‘logo hoveniersbedrijf’ ziet geen enkel beeldmerk waarop de kleur groen ontbreekt.
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
McDonald's
veranderde 9 jaar geleden voor Europese vestigingen de achtergrondkleur
vanrood naar groen
om een duurzamer en natuurlijker imago te creëren
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Huisstijl
Een logo staat nooit op zichzelf
Is onderdeel van een huisstijl
Slide 26 - Tekstslide
Maak je logo flexibel
Een logo wordt vaak in verschillende uitingen gebruikt
Visitekaartjes, de website, briefpapier, enveloppen, verpakkingen, relatiegeschenken en social media
Houd hier rekening mee bij de vorm, de kleur en het lettertype
Slide 27 - Tekstslide
Een logo:
is een combinatie van letters en beeld
is zo duidelijk mogelijk
zo eenvoudig mogelijk
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Letters én afbeelding in een logo
Regelmatig worden de letters gecombineerd met een afbeelding
Vaak kunnen deze 2 ook los van elkaar gebruikt worden
Slide 30 - Tekstslide
Vormgeving: Beeldaspecten
Wanneer je een schilderij, een advertentie of een verpakking bekijkt, spreek je vaak bewust of onbewust een ‘visueel oordeel’ uit.
Je vindt het bijvoorbeeld mooi of saai.
Ieder beeld is samengesteld uit verschillende onderdelen.
De vorm en de kleur vallen je daarbij als eerste op. Bij een meer aandachtige blik let je ook op de compositie en de inhoud.
Slide 31 - Tekstslide
Vormgeving: Beeldaspecten
De belangrijkste beeldaspecten zijn:
licht
kleur
vorm
compositie.
Slide 32 - Tekstslide
Beeldaspect: Licht
Licht komt van een lichtbron.
Je hebt natuurlijke lichtbronnen en kunstmatige lichtbronnen. De zon is bijvoorbeeld een natuurlijke lichtbron.
Een lamp is een voorbeeld van een kunstmatige lichtbron. Licht kan ook verschillende kleuren hebben
Licht kan fel en hard zijn of juist zwak.
Slide 33 - Tekstslide
Beeldaspect: Kleur
Je hebt primaire (eerste) kleuren en secundaire (tweede) kleuren.
Primaire kleuren zijn rood, blauw en geel.
Als je twee primaire kleuren mengt ontstaat er een secundaire kleur.
Als je blauw en geel mengt krijg je bijvoorbeeld groen.
Als je drie kleuren mengt krijg je een tertiaire (derde) kleur. Donkergroen is bijvoorbeeld een tertiaire kleur.
Wit, zwart en grijs zijn geen kleuren.
Slide 34 - Tekstslide
Kleurencirkel
Met een kleurencirkel kun je zichtbaar maken hoe de primaire kleuren en secundaire kleuren in elkaar overlopen.
De kleurencirkel heeft als basis de drie primaire kleuren rood, geel en blauw.
Dit zijn de kleuren die nooit door menging tot stand kunnen komen.
Slide 35 - Tekstslide
Beeldaspect: Vorm
Je hebt tweedimensionale vormen en driedimensionale vormen.
Tweedimensionale vormen (2D) hebben alleen een lengte en een breedte.
Vierkanten, rechthoeken, driehoeken en cirkels zijn bijvoorbeeld tweedimensionale vormen.
Driedimensionale vormen (3D) hebben naast lengte en breedte ook nog diepte. Kubussen, kegels, bollen en piramides zijn driedimensionale vormen.
Slide 36 - Tekstslide
Beeldaspect: Compositie
Compositie houdt in dat je beeldaspecten op een bepaalde manier ordent. Het is de manier waarop je bijvoorbeeld kleur, licht en vorm in je werkstuk gebruikt. De compositie bepaalt je aandachtspunt en de kijkrichting.
symmetrische compositie
diagonale compositie
centrale compositie
horizontale compositie.
Slide 37 - Tekstslide
Symmetrische compositie
Slide 38 - Tekstslide
Diagonale compositie
Bij een diagonale compositie kan je een denkbeeldige diagonale lijn trekken langs de belangrijkste elementen van de compositie.
Slide 39 - Tekstslide
Diagonale compositie
Slide 40 - Tekstslide
Centrale compositie
Slide 41 - Tekstslide
Horizontale compositie
Bij een horizontale compositie kan je een denkbeeldige horizontale lijn (van links naar rechts) leggen langs de belangrijkste elementen van de compositie.
Casual chic: deze stijl zit tussen klassiek en trendy in, sober, sportief, neutrale stijl, netjes maar niet ‘overdressed’, comfortabel, stijlvol, weinig opdruk of versieringen en accessoires