Quiz VWO 4 eco
1 / 14
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Bij een vraagoverschot blijven producenten met hun producten zitten. Hierdoor verlagen zij de prijs om deze voorraden kwijt te raken.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 2 - Quizvraag
Het consumentensurplus is het verschil tussen…
A
De betalingsbereidheid en de evenwichtsprijs
B
De evenwichtsprijs en de marktprijs
C
De evenwichtsprijs en de laagste prijs
D
De betalingsbereidheid en de marktprijs
Slide 3 - Quizvraag
De prijs wordt verhoogd van 20
naar 30 euro. Welke kleur geeft
het producentensurplus aan van
de nieuwe aanbieders?
naar 30 euro. Welke kleur geeft
het producentensurplus aan van
de nieuwe aanbieders?
A
Blauw
B
Oranje
C
Groen
D
Oranje en groen
Slide 4 - Quizvraag
De prijs stijgt van 25 naar 33 euro. Welk van deze vakken geeft het nieuwe consumentensurplus weer?
A
a b en f
B
a
C
a b f c g en i
D
c d en g
Slide 5 - Quizvraag
De prijs stijgt van 25 naar 33 euro. Welk van deze vakken geeft het nieuwe producentensurplus weer?
A
b f h c g en d
B
c g en d
C
b c en d
D
f en g
Slide 6 - Quizvraag
De prijs stijgt van 25 naar 33 euro. Welk van deze vakken geeft de harberger diehoek weer?
A
b f h c g en d
B
c g en d
C
b c en d
D
f en g
Slide 7 - Quizvraag
Een monopolie die tot stand komt omdat een bedrijf door een octrooi het alleenrecht heeft om een product te produceren noem je een …
A
Natuurlijk monopolie
B
Staatsmonopolie
C
Technisch monopolie
D
Feitelijk monopolie
Slide 8 - Quizvraag
Een aanbieder op de markt van volkomen concurrentie wordt ook wel een hoeveelheidsaanbieder genoemd.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Bij een monopolie wordt de prijs op de markt bepaald door het marktevenwicht.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Bij welke marktvorm loopt de prijsafzetlijn het steilst
A
Volkomen concurrentie
B
Monopolistische concurrentie
C
Oligopolie
D
Monopolie
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Maximale omzet wordt bepaald door punt ...
A
MO = MK
B
MO = 0
C
TO = TK
D
GTK = GO
Slide 13 - Quizvraag
Bij een monopolie loopt de MO altijd twee keer zo steil als de GO.
A
Waar
B
Niet waar
