4.4 De regering

4.4 De regering 
F
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

4.4 De regering 
F

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
GL4B vrijdag 29 november

1. Huiswerk: maken opdracht 1 t/m 15 van paragraaf 4.3 en je laptop meenemen
2. Uitleg 4.4
3. Aan de slag met 4.4
4. Tools om de stof te oefenen
5. Samenvatting en begrippenlijst invullen

*traktatie




Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen 
In deze paragraaf leer je:
  • wat het verschil is tussen de regering en het kabinet
  • wat de verschillen zijn tussen ministers, staatssecretarissen en minister-president
  • wat het verband is tussen troonrede, miljoenennota en rijksbegroting

Slide 4 - Tekstslide

De verkiezingen
  • Op de dag van de verkiezingen mag iedere Nederlander van 18+ stemmen. 
  • Dezelfde nacht wordt al duidelijk hoeveel zetels de politieke partijen krijgen.
  • Dan begint de formatie. De regeringspartijen moeten wel een meerderheid halen.

Slide 5 - Tekstslide

Vrijwilligers zijn stembiljetten tellen vaak tot diep in de nacht...

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

PVV-leider Geert Wilders geeft een reactie op de uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen 2023

Slide 8 - Tekstslide

Nieuw Sociaal Contract, de nieuwe partij van Pieter Omtzigt, dendert waarschijnlijk met 21 zetels de Tweede Kamer in na de Tweede Kamerverkiezing van 2023

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

De regering
Het kabinet is verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur van ons land
De koning bemoeit zich niet actief met het beleid, maar wordt wel wekelijks op de hoogte gehouden door de minister-president

Slide 13 - Tekstslide

Minister-president
Vraag: wat is de naam van onze minister-president?

Slide 14 - Tekstslide

Ministers werken samen
Op de volgende slides zie je ministers aan het werk

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Minister Brekelmans op werkbezoek bij Defensie

Slide 19 - Tekstslide

Wat doet de koning?
  • Handtekening zetten onder alle wetten
  • Troonrede voorlezen op Prinsjesdag
  • Beëdigen ministers en staatssecretarissen
  • Overleg voeren met minister president
  • Ons land vertegenwoordigen in het buitenland
  • Samenbindende rol

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Prinsjesdag
  • iedere 3e dinsdag van september
  • Troonrede - plannen voor het komende jaar bekendmaken
  • Miljoenennota - en rijksbegroting wordt overhandigd aan de Tweede Kamer. 
  • Dit zijn de verwachte inkomsten en uitgaven van het komende jaar 
Minister Heinen van financiën 

Slide 22 - Tekstslide

Hoe zat het nu ook alweer?
  • vraag 11 in je boek op blz. 92
  • Dit schema is een mooie samenvatting

Slide 23 - Tekstslide

Het parlement stemt

Slide 24 - Tekstslide

De minister voert uit

Slide 25 - Tekstslide

Aan de slag
Huiswerk: voor de volgende les maken de opdrachten van 4.4 

Wat ga je doen?
1. Nakijken huiswerk (zie Magister nakijkmodel)
2. Aan de slag met 4.4 in het werkboek
3. Invullen samenvatting/begrippenlijst blz. 106 /107 en 108 /109
4. Oefenen met de Tools (zie Magister)





timer
15:00

Slide 26 - Tekstslide


Wie zijn dit?
A
Kabinet
B
Tweede Kamer
C
Wethouders
D
De Regering

Slide 27 - Quizvraag

Prinsjesdag wordt elk jaar op dinsdag 20 september gevierd
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quizvraag

De koning leest in de ......... de troonrede voor.
A
Troonzaal
B
Adelzaal
C
Beatrixzaal
D
Ridderzaal

Slide 29 - Quizvraag

Op Prinsjesdag gaat de minister van Financiën naar de Tweede Kamer met zijn koffertje. Wie is de minister van financiën?
A
Kajsa Ollongren
B
Wopke Hoekstra
C
Sigrid Kaag
D
Mark Rutte

Slide 30 - Quizvraag

Daar overhandigt minister Kaag de Miljoenennota en de Rijksbegroting voor het volgend jaar aan de voorzitter van de ...............................
A
Eerste kamer
B
Tweede kamer
C
Regering
D
Kabinet

Slide 31 - Quizvraag

Wat staat er in de Miljoenennota en de Rijksbegroting?
A
wie de nieuwe ministers worden het komend politiek jaar
B
plannen voor het komend politiek jaar en de financiering hiervan
C
welk tweede kamerlid het populairst was het afgelopen politiek jaar
D
het nieuwe Europese beleid

Slide 32 - Quizvraag

In de week na Prinsjesdag debatteert de Tweede Kamer met de ministers over de belangrijkste onderwerpen. De politieke partijen in de Kamer zeggen dan waar ze het mee eens zijn of doen zelf andere voorstellen. Hoe wordt dit genoemd?
A
Algemene Politieke Beschouwingen
B
Jaarvergadering
C
Troonrede
D
Het debat

Slide 33 - Quizvraag

Hoeveel leden telt de Tweede kamer?
A
50 leden
B
75 leden
C
100 leden
D
150 leden

Slide 34 - Quizvraag

Waaruit bestaat de regering?
A
Tweede Kamerleden
B
Ministers & staatssecretarissen
C
Koning & ministers
D
Coalitie

Slide 35 - Quizvraag

Waaruit bestaat het kabinet?
A
Tweede Kamerleden
B
Ministers & staatssecretarissen
C
Koning & ministers
D
Coalitie

Slide 36 - Quizvraag

Slide 37 - Link

Slide 38 - Link