Kapitel 4 Klasse 2 Grammatik + Wörter

Kapitel 4 Tiere
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare school

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Kapitel 4 Tiere

Slide 1 - Tekstslide

Lesen und Hören

Slide 2 - Tekstslide

F E E S T T E N T E N
NL
Duits
ik
jij
hij,zij (ev), het
wij
jullie
zij (mv), u

Slide 3 - Tekstslide

Regelmatige werkwoorden
NL
Duits
ik
ich
1
e
jij
du
2
st
hij,zij (ev), het
er,sie,es                               EV
1
t
wij
wir
2
en
jullie
ihr
1
t
zij (mv), u
sie, Sie                                MV
2
en

Slide 4 - Tekstslide

Ik aai de katten.
Ik = ich
aaien = streicheln > stam = streichel > ich streichele
De kat = die Katze, meervoud = Katzen, meervoud is altijd met het lidwoord die
Ich streichele die Katzen.

Slide 5 - Tekstslide

Houd jij erg van dieren?

Slide 6 - Open vraag

De vis zwemt.

Slide 7 - Open vraag

De wolven maken geluid.
geluid = Geräusche

Slide 8 - Open vraag

Mijn lievelingsdier heet het paard.
(Mijn = Mein)

Slide 9 - Open vraag

Wij vinden de cavia schattig.

Slide 10 - Open vraag

Ga naar: www.socrative.com
Log in
Student log in
Kamernummer / room number = 983104

100 Procent score = tractatie!

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide