In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Vragen over opdrachten? (§4.3)
Slide 1 - Open vraag
Het menselijk gehoor kan geluiden horen met een frequentie tussen ....
A
20 en 2.000 Hz
B
20 en 30.000 Hz
C
10 en 20.000 Hz
D
20 en 20.000 Hz
Slide 2 - Quizvraag
Waardoor wordt je gehoor minder?
A
Door je leeftijd
B
Door slijtage van je trommelvlies
C
Door slijtage van je trilhaartjes
D
Door slijtage van je binnenoor
Slide 3 - Quizvraag
Een vleermuis maakt geluid met een heel korte trillingstijd. Je kunt dat geluid niet horen. Het geluid heeft een geluidsniveau van wel 110 dB. Waarom kun je dat geluid niet horen?
A
De frequentie is te hoog
B
De frequentie is te laag
C
Het geluid is te hard
D
Het geluid is te zacht
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Welk geluid is harder?
A
Rood
B
Blauw
Slide 7 - Quizvraag
Wat gebeurt er met het volgende geluid?
A
Het geluid begint zacht en wordt steeds harder, om vervolgens weer stil te zijn.
B
De toon wordt hoger en word aan het eind weer lager.
C
De manier waarop je het geluid hoort verandert niet, alleen de golf verandert.
D
Daar kun je op basis van dit plaatje niks van zeggen.
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Bereken de frequentie van een toon die een trillingstijd van 0,006 s heeft. Wat schrijf je op bij stap 1 en 2?
A
1. 0,006
2. F = ?
B
1. T =0,006 s
2. F = ?
C
1. T = 0,006
2. f = ?
D
1. T = 0,006 s
2. f = ?
Slide 12 - Quizvraag
Bereken de frequentie van een toon die een trillingstijd van 0,006 s heeft. Wat schrijf je op bij stap 3 en 4?
A
3. F = 1/T
4. F = 1/0,006
B
3. f = 1/T
4. f = 1/0,006
C
3. 1/T
4. F = 1/0,006
D
3. 1/T
4. f = 1/0,006
Slide 13 - Quizvraag
Bereken de frequentie van een toon die een trillingstijd van 0,006 s heeft. Wat schrijf je op bij stap 5?