In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Mobiel in het vakje
Tas op de grond
Open LessonUp op je laptop
timer
2:00
Slide 1 - Tekstslide
H2: Een wereld in zicht
2.3 Zoektocht naar een nieuwe route
Wat weten we nog?
Slide 2 - Tekstslide
Waarom kon Columbus zijn reis niet zomaar opstarten?
Ik kan uitleggen waarom Columbus zijn reis niet zomaar kon opstarten
R5.1
A
Zijn boot was nog niet klaar
B
De bemanning twijfelde vanwege het onbekende
C
Hij twijfelde of hij toch niet via het oosten moest varen
D
Hij ontving geen geld voor zijn reis
Slide 3 - Quizvraag
Noem één reden waarom de zeereis van Columbus stroef verliep
Ik kan uitleggen waardoor de zeereis voor Columbus en zijn bemanning stroef verliep (en bijna verkeerd afliep)
R5.2
Slide 4 - Open vraag
Verklaar waarom 'De Nieuwe Wereld' de naam 'Amerika' kreeg
Ik kan verklaren waardoor de Native Americans door Columbus 'indianen' werden genoemd.
R5.3
Slide 5 - Open vraag
Wat was geen gevolg van de ontdekking van Amerika voor Europa?
Ik kan drie gevolgen noemen van de ontdekking van Amerika voor Europa.
R5.5
A
De lokale bevolking werd bekeerd naar het Christendom
B
Het verdrag van Tordesillas
C
De kruistochten
D
Veel nieuwe kolonies voor Spanje
Slide 6 - Quizvraag
Bronnenkritiek
Wat weten jullie al over bronnen?
Slide 7 - Tekstslide
Stappenplan
(1) Auteur: objectief of subjectief? Was diegene erbij of niet?
(2) Inhoud: wat staat er in de bron/ wat is er te zien? Geeft de bron vooral meningen of feiten?
(3) Tijd: komt de bron uit de tijd zelf of is de bron veel later gemaakt? (primair/secundair)
Ik kan op basis van verschillende criteria (auteur, inhoud, tijd) een bron beoordelen als betrouwbaar of onbetrouwbaar en kort toelichten waarom ik tot die beoordeling ben gekomen.
T2
Ik kan op basis van verschillende criteria (auteur, inhoud, tijd) een bron beoordelen als betrouwbaar of onbetrouwbaar en kort toelichten waarom ik tot die beoordeling ben gekomen.
T2
Slide 8 - Tekstslide
Bronnenkritiek
Niet elke bron is betrouwbaar. Door kritisch naar een bron te kijken kan je achterhalen of een bron betrouwbaar is of niet betrouwbaar.
Ik kan op basis van verschillende criteria (auteur, inhoud, tijd) een bron beoordelen als betrouwbaar of onbetrouwbaar en kort toelichten waarom ik tot die beoordeling ben gekomen.
T2
Slide 9 - Tekstslide
- Auteur?
- Inhoud?
- Tijd?
'Ik ben de eerste die weet dat we 'De Nieuwe Wereld' hebben ontdekt, dit maakt mij een grotere en betere ontdekkingsreiziger dan Columbus of Vasco da Gama.'
Amerigo Vespucci, 1502
Ik kan op basis van verschillende criteria (auteur, inhoud, tijd) een bron beoordelen als betrouwbaar of onbetrouwbaar en kort toelichten waarom ik tot die beoordeling ben gekomen.
T2
Slide 10 - Tekstslide
- Objectief of subjectief?
- Is de maker van de bron neutraal?
Ik kan op basis van verschillende criteria (auteur, inhoud, tijd) een bron beoordelen als betrouwbaar of onbetrouwbaar en kort toelichten waarom ik tot die beoordeling ben gekomen.
T2
Slide 11 - Tekstslide
- Objectief of subjectief?
- Is de maker van de bron neutraal?
Ik kan op basis van verschillende criteria (auteur, inhoud, tijd) een bron beoordelen als betrouwbaar of onbetrouwbaar en kort toelichten waarom ik tot die beoordeling ben gekomen.
T2
Slide 12 - Tekstslide
Standplaatsgebondenheid
Iedereen ziet verhalen vanuit zijn eigen achtergrond
Stand: Je plek in de samenleving (rijk/arm, religie, cultuur)
Plaats: Waar je vandaan komt (woonplek)
Gebondenheid: Je zit eraan vast
Voorbeeld
Ik kan een standpunt of zienswijze die bijvoorbeeld in een bron naar voren komt verklaren aan de hand van het begrip 'standplaatsgebondenheid'.
T3
Slide 13 - Tekstslide
Ik kan een standpunt of zienswijze die bijvoorbeeld in een bron naar voren komt verklaren aan de hand van het begrip 'standplaatsgebondenheid'.
T3
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Hoe kijken de volgende personen hiernaar?
Oorlog meegemaakt
Oorlog niet meegemaakt
Ik kan een standpunt of zienswijze die bijvoorbeeld in een bron naar voren komt verklaren aan de hand van het begrip 'standplaatsgebondenheid'.