H1.3 Ravj

Welkom
4 MAVO ||  2024-2025

Hoofdstuk 1 - Verdien je genoeg?
Exameneenheid Consumptie en Verrijkingsstof

1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
4 MAVO ||  2024-2025

Hoofdstuk 1 - Verdien je genoeg?
Exameneenheid Consumptie en Verrijkingsstof

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Herhaling 
  • Uitleg
  • Aan de slag
  • Evalueren

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kunt uitleggen waarom het nodig is om prioriteiten te stellen
  • je kunt uitleggen wat het betekent dat de meeste goederen schaars zijn
  • Je kunt het verschil tussen welvaart en welzijn uitleggen
  • Je kunt prijsveranderingen berekenen in procenten en als indexcijfers

Slide 3 - Tekstslide

Waardoor ontstaan inkomensverschillen tussen mensen?

Slide 4 - Open vraag

Inkomensverschillen
Niet iedereen verdient evenveel. Voor deze inkomensverschillen zijn verschillende oorzaken:
  • leeftijd
  • de opleiding die je hebt gevolgd of nodig hebt voor een beroep
  • ervaring
  • je prestaties; door bijvoorbeeld bonussen kun je meer verdienen
  • de mate van verantwoordelijkheid
  • de zwaarte van het beroep; lichamelijk of geestelijk
  • de vraag naar bepaald werk


Slide 5 - Tekstslide




  • Aan de groene, diagonale lijn zie je dat de inkomens precies gelijk zijn verdeeld over de bevolking. 30% van alle personen verdient ook 30% van het inkomen.
  • In een land met een ongelijke inkomensverdeling krijg je een gebogen lijn. Aan de paarse lijn zie je dat 70% van de bevolking slechts 40% van het totale inkomen verdient.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide



Het vak economie gaat over de behoeften die mensen hebben en de keuzes die zij maken om in hun behoeften te voorzien. 

Slide 8 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van primaire behoefte

Slide 9 - Open vraag

Primaire behoeften
De noodzakelijke behoeften zoals voeding, kleding en woonruimte en gezondheidszorg

Slide 10 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van een secundaire behoefte

Slide 11 - Open vraag

Secundaire behoeften
Alle overige behoeften die je hebt om je leven aangenamer te maken.

Slide 12 - Tekstslide

Wat zou jij als eerste doen? En als tweede? En als derde?
- Nieuw spel kopen
- Fiets laten repareren
- Naar de bioscoop

Slide 13 - Open vraag

Prioriteiten stellen
  • Voor het vervullen van je behoeften heb je middelen nodig, zoals tijd, geld en bezittingen. 
  • Vaak heb je meer behoeften dan middelen. Daarom moet je prioriteiten stellen:
  • kiezen welke behoeften voor jou belangrijk zijn en welke minder belangrijk.

Slide 14 - Tekstslide

Probleem...
  • We hebben oneindig behoeften en beperkte middelen
  • Middelen: Tijd & Geld
  • Je moet dus keuzes maken!

Slide 15 - Tekstslide

Schaarste
  • Omdat je meestal onvoldoende middelen hebt om in al je behoeften te voorzien, moet je keuzes maken. 
  • Schaars betekent dat er (productie)middelen zijn opgeofferd om het product te maken. 
  • Voor schaarse goederen betaal je een prijs. 

Slide 16 - Tekstslide

Vrije goederen
  • Sommige goederen zijn er altijd!
  • Je kunt er gebruik van maken zonder te betalen

Slide 17 - Tekstslide

Welvaart & Welzijn
  • Welzijn
  • = de kwaliteit van leven

  • Lastig in geld uit te drukken

  • Voorbeeld
  • Prettige woonomgeving, liefde en vriendschap, gezondheid

  • Welvaart
  • = de mate waarin je in je behoeften kunt voorzien

  • Kun je in geld uitdrukken

  • Meer inkomen = meer welvaart

Slide 18 - Tekstslide

Welvaart & Welzijn
Welvaart en welzijn samen = 'brede welvaart'
  • Welzijn
  • = de kwaliteit van leven

  • Lastig in geld uit te drukken

  • Voorbeeld
  • Prettige woonomgeving, liefde en vriendschap, gezondheid

  • Welvaart
  • = de mate waarin je in je behoeften kunt voorzien

  • Kun je in geld uitdrukken

  • Meer inkomen = meer welvaart

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag
Paragraaf 1.3 tot en met opdracht 7
Zachtjes overleggen! / Aan docent vragen
Klaar? Nakijken
Niet af? Huiswerk!
Tot 5 minuten voor tijd

Slide 20 - Tekstslide

Welkom
4 MAVO ||  2024-2025

Hoofdstuk 1 - Verdien je genoeg?
Exameneenheid Consumptie en Verrijkingsstof

Slide 21 - Tekstslide

Programma
  • Opdrachten bespreken
  • Uitleg
  • Aan de slag
  • Evalueren

Slide 22 - Tekstslide

Paragraaf 1.2, opdracht 9

Slide 23 - Tekstslide

Welvaart & Welzijn
  • Welzijn
  • = de kwaliteit van leven

  • Lastig in geld uit te drukken

  • Voorbeeld
  • Prettige woonomgeving, liefde en vriendschap, gezondheid

  • Welvaart
  • = de mate waarin je in je behoeften kunt voorzien

  • Kun je in geld uitdrukken

  • Meer inkomen = meer welvaart

Slide 24 - Tekstslide

Welvaart & Welzijn
Welvaart en welzijn samen = 'brede welvaart'
  • Welzijn
  • = de kwaliteit van leven

  • Lastig in geld uit te drukken

  • Voorbeeld
  • Prettige woonomgeving, liefde en vriendschap, gezondheid

  • Welvaart
  • = de mate waarin je in je behoeften kunt voorzien

  • Kun je in geld uitdrukken

  • Meer inkomen = meer welvaart

Slide 25 - Tekstslide

Het CBS
Het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) houdt in Nederland de ontwikkeling bij van alle prijzen van goederen en diensten. Het CBS gebruikt daarbij indexcijfers.

Slide 26 - Tekstslide

Indexcijfer
Een indexcijfer laat een procentuele verandering zien ten opzichte van een afgesproken periode.
Die periode noem je het basisjaar. De gegevens in het basisjaar hebben het indexcijfer 100.

Slide 27 - Tekstslide

In het basisjaar is de prijs van een paar schoenen € 95.
Een jaar later is de prijs € 98.
Met hoeveel procent is de prijs van de schoenen gestegen ten opzichte van het basisjaar?

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Tekstslide

Indexcijfer berekenen
In het basisjaar is de prijs van een paar schoenen € 95.
Een jaar later is de prijs € 98.

Met hoeveel procent is de prijs van de schoenen gestegen ten opzichte van het basisjaar?
  • Wat is het indexcijfer van het basisjaar?
  • De prijs van de schoenen is een jaar later € 102.
  • Bereken het nieuwe indexcijfer.

Slide 30 - Tekstslide

In het basisjaar is de prijs van een paar schoenen € 95.
De prijs van de schoenen is een jaar later € 102.
Bereken het nieuwe indexcijfer.

Slide 31 - Open vraag

Bereken het CPI

Slide 32 - Tekstslide

Aan de slag
Maken H1.3
Zachtjes overleggen! / Aan docent vragen
Klaar? Nakijken -> Herhaling/Plusopdrachten
Niet af? Huiswerk!
Tot 5 minuten voor tijd (bespreken opdracht 9)

Slide 33 - Tekstslide

Paragraaf 1.3, opdracht 12

Slide 34 - Tekstslide

Geef de definitie van schaarste

Slide 35 - Open vraag

Schaarste
  • Omdat je meestal onvoldoende middelen hebt om in al je behoeften te voorzien, moet je keuzes maken. 
  • Schaars betekent dat er (productie)middelen zijn opgeofferd om het product te maken. 
  • Voor schaarse goederen betaal je een prijs. 

Slide 36 - Tekstslide