Taalverzorging 4.2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Goedemorgen!

Fijn dat jullie er zijn!

• Pak alvast je boek.
• Ga op je eigen plek zitten.
• Leg je iPad dicht op de hoek van je tafel. 

• Aan het einde van de les kun je hele zinnen verbeteren.
• Aan het einde van de les herken je het verschil tussen formeel en informeel taalgebruik.  

Wat is de pv in deze zin?

Kim loopt naar de supermarkt.

1. Kim
2. Loopt
3. Naar
4. Supermarkt

Wat is het ow in deze zin?

Kim loopt naar de supermarkt.

1. Kim
2. Loopt
3. Naar
4. Supermarkt

Schrijfregel 2:

• Gebruik geen afkortingen.
• Afkortingen maken de tekst moeilijk, want niet iedereen begrijpt het.  

Verbeter de zin:

Hij was idd niet bij de voetbal.

Verbeter de zin:

Hgh met jou?

Schrijfregel 3:

• Maak hele zinnen.
• Gebruik dus in iedere zin een onderwerp en een persoonsvorm.  

Welke zin is goed?

1. Volgende week tennissen?
2. Ga je volgende week mee tennissen?

Schrijfregel 4:

• Spreek je publiek op de goede manier aan. 

Welke zin is formeel taalgebruik?

1. Hallo, u spreekt met Jackie.
2. Kom dan!

Wanneer gebruik je informeel taalgebruik?

1. Bij je vrienden
2. Bij een onbekende volwassene

Aan de slag!

Maak opdracht: 36 + 37 + 38 + 39 + 40 vanaf bladzijde 99.