Meewerkend voorwerp

Zinsontleding
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Zinsontleding

Slide 1 - Tekstslide

Programma
- herhaling
- meewerkend voorwerp
- opdracht

Slide 2 - Tekstslide

Benoem alle zinsdelen:
Frank Lammers, bekend van de serie Undercover, speelt een belangrijke drugsbaas.

Slide 3 - Open vraag

Vandaag:
Het meewerkend voorwerp
> hebben we al een keer behandeld. 

Slide 4 - Tekstslide

Meewerkend voorwerp
Wat is het meewerkend voorwerp?
Degene die/hetgeen dat betrokken is bij de actie in de zin, iemand/iets aan wie of voor wie iets gedaan wordt.

Werkwoord bepaalt of er een mv in de zin staat:
vertelt/zingt iets voor iemand > Lieke zingt mij een lied.
Geeft iets aan iemand  > Ik geef jou een boek.

Slide 5 - Tekstslide

Hoe vind je het mv?
aan wie/wat of voor wie/wat + gezegde + onderwerp + (lv)

V.b.: Mijn oma heeft mij afgelopen zondag wel tien berichtjes gestuurd. 

Aan wie heeft mijn oma wel tien berichtjes gestuurd?
antwoord: (aan) mij

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het mv in de volgende zin?

Joost geeft zijn oma een bos bloemen.

Slide 7 - Open vraag

Ontleed de volgende zin volledig:

De docent wiskunde heeft zijn leerlingen een moeilijke toets gegeven.

Slide 8 - Open vraag

Aan de slag!
Opdracht 1. 


Vragen over de theorie van het mv? Klik hier

Ben je klaar? Werk zelfstandig verder aan TIO. 

Slide 9 - Tekstslide

Wat is het lijdend voorwerp?
De stad doneert de voetbalvereniging jaarlijks subsidie.
A
De stad
B
de voetbalvereniging
C
jaarlijks subsidie
D
subsidie

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het mv?
De serveerster gaf ons het verkeerde gerecht.
A
De serveerster
B
ons
C
het verkeerde gerecht
D
gerecht

Slide 11 - Quizvraag

Benoem alle zinsdelen:
Merel, mijn beste vriendin, heeft mij haar lunch gegeven.

Slide 12 - Open vraag