In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Tegenwoordig deelwoord
Tegenwoordig deelwoord - voorbeeld
Een tegenwoordig deelwoord geeft aan dat iets nog gaande is.
Het is dus nog niet voltooid:
Rillend stond ik op de schaatsbaan.
Lachend zwaaide ik naar mijn vriend.
Zittend keken we naar de optocht.