Crisis H1, les 1 en les 2
1 / 37
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Waarom werd de rente verlaagd naar 1%?
A
Om de banken te helpen
B
Zodat mensen hun lening konden terug betalen
C
Om de bestedingen te laten toenemen
D
Zodat mensen minder gingen lenen
Slide 5 - Quizvraag
Waaruit bestonden de pakketjes die de bank maakte?
A
Spaar en leen tegoeden van consumenten
B
Goede en slechte risico hypotheken
C
Huizen die onder water stonden
D
Huizen waarvan de hypotheek al was afgelost
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Welke van onderstaande beweringen is juist?
Er is sprake van een kredietcrisis als
Er is sprake van een kredietcrisis als
A
burgers en bedrijven geen krediet meer opnemen.
B
er banken failliet gaan.
C
de banken geen krediet meer kunnen en willen geven.
D
de overheid de banken onder toezicht plaatst.
Slide 21 - Quizvraag
Welke bewering is juist?
A
Aflossing is de vergoeding voor een lening.
B
Rentebetaling verlaagt de schuldrest van de lening.
C
Rente is de vergoeding voor een lening
D
Aflossing verlaagt de schuldrest van de lening.
Slide 22 - Quizvraag
Is de volgende bewering goed?
Als de lonen stijgen met 2% en de prijzen stijgen met 1%, stijgt de koopkracht met meer dan 2%.
Als de lonen stijgen met 2% en de prijzen stijgen met 1%, stijgt de koopkracht met meer dan 2%.
A
Ja
B
Nee
Slide 23 - Quizvraag
Staan de volgende gebeurtenissen in de juiste volgorde van eerste oorzaak (1) naar laatste gevolg (6)?
1. Banken geven leningen aan mensen die de lasten van deze leningen niet kunnen dragen.
2. Bezittingen van banken worden minder waard doordat mensen met schulden niet kunnen terugbetalen.
3. Banken worden voorzichtiger met uitlenen van geld.
4. Het consumentenvertrouwen daalt.
5. Door dalende bestedingen daalt de productie.
6. Door dalende productie stijgt de werkloosheid.
1. Banken geven leningen aan mensen die de lasten van deze leningen niet kunnen dragen.
2. Bezittingen van banken worden minder waard doordat mensen met schulden niet kunnen terugbetalen.
3. Banken worden voorzichtiger met uitlenen van geld.
4. Het consumentenvertrouwen daalt.
5. Door dalende bestedingen daalt de productie.
6. Door dalende productie stijgt de werkloosheid.
A
Ja
B
Nee
Slide 24 - Quizvraag
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Sleepvraag
Welk probleem heeft de ECB, als je kijkt naar haar doelen en de vorige opdracht?
