module 6.1 week 3

• Module 6.1
• MBO
• Studiejaar 1

WEEK 3

COR

• corresponding flight
• de transferpassagier gaat zijn aansluiting halen (en zijn bagage ook) 

NOC

• NO Connection
• passagier heeft geen aansluiting op zijn doorverbinding
• passagier wordt geïnformeerd door de PGSA over zijn boeking: op welke vlucht is hij nu geboekt?  

PSM

Passenger Service Message:

lijst met alle passagiers die een service hebben aangevraagd bijv:

WCHR / WCHS / WCHC / UMNR / VIP

PSM:

Bekijk de kopie die je zojuist hebt ontvangen en probeer hier service berichten in te vinden

Staff pages

Pagina's met alle aankomende en vertrekkende vluchtinformatie, die Schiphol-breed op alle pc's aan de gate op te vragen zijn

Opdracht:

Maak opdracht 2.4 en 2.5 (blz 21 modulereader)

Download opdracht vanuit Teams kanaal M6.1 op de 3 puntjes ... naar je eigen laptop en werk het uit!

Wie weet het verschil nog tussen een transit en een transfer passagier?

Transfer:

• overstappende passagier
• soms andere airline
• ander vluchtnummer
• passagier zou de vlucht kunnen missen
• passagier moet naar een andere gate 

Transit:

• passagier vliegt verder met hetzelfde toestel
• vluchtnummer blijft hetzelfde
• passagier kan deze vlucht niet missen

Opdracht:

Maak opdracht 2.7 en 2.8 (blz 22/23) in de modulereader!

Xerte:

Volgende week gaan we alles leren over Schengen.

• lees daarvoor pagina 10-11-12 in je modulereader goed door. 
• bekijk de Xerte-module over Schengen (deze vind je in Cum Laude, onder module 6.1 disembarking). 

thema 2: 

Schengen

aan het einde van deze les kun je:

• beschrijven wat je rol en taken zijn als PGSA
• beschrijven wat het verschil is tussen transfer en transit passengers
• beschrijven wat het verschil is tussen COR en NOC
• transfer en arriving passengers  de weg wijzen op Schiphol
• 
  

Aan het einde van deze les kun je:

aan het einde van deze les kun je:

• beschrijven wat je rol en taken zijn als PGSA
• beschrijven wat het verschil is tussen transfer en transit passengers
• beschrijven wat het verschil is tussen COR en NOC
• transfer en arriving passengers  de weg wijzen op Schiphol
• 
  

Aan het einde van deze les kun je:

• uitleggen wat het verdrag van Schengen inhoudt

aan het einde van deze les kun je:

• beschrijven wat je rol en taken zijn als PGSA
• beschrijven wat het verschil is tussen transfer en transit passengers
• beschrijven wat het verschil is tussen COR en NOC
• transfer en arriving passengers  de weg wijzen op Schiphol
• 
  

Aan het einde van deze les kun je:

• uitleggen wat het verdrag van Schengen inhoudt
• vertellen welke landen tot het Schengen-gebied behoren

aan het einde van deze les kun je:

• beschrijven wat je rol en taken zijn als PGSA
• beschrijven wat het verschil is tussen transfer en transit passengers
• beschrijven wat het verschil is tussen COR en NOC
• transfer en arriving passengers  de weg wijzen op Schiphol
• 
  

Aan het einde van deze les kun je:

• uitleggen wat het verdrag van Schengen inhoudt
• vertellen welke landen tot het Schengen-gebied behoren
• bij welke passagier het paspoort wordt gecontroleerd

aan het einde van deze les kun je:

• beschrijven wat je rol en taken zijn als PGSA
• beschrijven wat het verschil is tussen transfer en transit passengers
• beschrijven wat het verschil is tussen COR en NOC
• transfer en arriving passengers  de weg wijzen op Schiphol
• 
  

Aan het einde van deze les kun je:

• uitleggen wat het verdrag van Schengen inhoudt
• vertellen welke landen tot het Schengen-gebied behoren
• bij welke passagier het paspoort wordt gecontroleerd
• uitleggen wat Schengen betekent voor een transfer passagier

paspoortcontrole, ja of nee?

paspoortcontrole, ja of nee?

• Alle passagiers die aankomen in Nederland moeten door de paspoortcontrole. 

paspoortcontrole, ja of nee?

• Alle passagiers die aankomen in Nederland moeten door de paspoortcontrole. 
• Uitzonderingen: passagiers die uit Schengen-landen komen. Deze passagiers mogen gewoon doorlopen. 

Schiphol

Op Schiphol zijn de B, C, D (bovenverdieping) en M pier speciaal voor de Schengen vluchten. Passagiers hoeven niet door de paspoortcontrole bij vertrek/aankomst op deze pieren.

De meeste Europese bestemmingen vertrekken en komen aan  vanaf deze pieren.

Schengen verdrag:

• 1985
• 26 landen
• verdrag is getekend in het plaatsje Schengen
• vrij verkeer van personen en goederen
• je mag dus zonder paspoort te laten zien tussen deze landen heen en weer reizen 

Schengen landen

Opdracht  pagina 12: 

maak Schengen visueel! 

Geef zelf in kleuren aan:

1. wel EU, wel Schengen
2. geen EU, wel Schengen
3. wel EU, geen Schengen

Een passagier reist van Nederland naar Spanje. Moet hij door de paspoortcontrole?

1. ja
2. nee

Een passagier reist vanuit Zwitserland via Schiphol naar New York. Moet hij op Schiphol door de paspoortcontrole?

1. ja
2. nee

Een passagier reist van Griekenland naar IJsland. Moet hij door de paspoortcontrole?

1. ja
2. nee

Hoort Groot Brittannië bij het Schengen-gebied?

1. ja
2. nee

Welk land hoort bij de EU en is een Schengenland?

1. IJsland
2. Ierland
3. Griekenland
4. Zwitserland

Welk land is GEEN EU-land maar hoort wel bij het Schengengebied?

1. Malta
2. Cyprus
3. Oostenrijk
4. Noorwegen

Amerikaanse passagier komt vanuit de vertrekhal en vliegt naar Parijs. Moet hij door de paspoortcontrole?

1. ja
2. nee

Horen de Nederlandse Antillen (Aruba, Curaçao en Bonaire) ook bij Schengen?

1. ja
2. nee

trip around the world

• niet meer in Module 1.2 (te weinig tijd)
• wel in Module 6.1 (meer tijd) 
• oefentoetsen aan het begin van de les
• thuis/in de trein/op de wc/in de bus/in een tussenuur zoveel mogelijk oefenen!

huiswerk voor volgende week:

1. In jullie klassentegel op Teams (kanaal 6.1 disembarking) staat een link naar een aantal video's. Deze kunnen jullie vast thuis bekijken, zodat je goed voorbereid naar de les komt. We starten volgende les met een aantal vragen hierover!

2. Trip Around The World: volgende week oefentoets over: Africa/Middle East/Asia/Oceania/Americas/Europe/France