Delier

Delier
Gemaakt door Ebrima en Jules
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Delier
Gemaakt door Ebrima en Jules

Slide 1 - Tekstslide

Doelen van deze les:
Aan het einde van de les kan je benoemen wat een delier is.
Weet je wat een delier is.
Weet je welke soorten delier er zijn.
Weet je hoe je een delier kan voorkomen.
Weet je de oorzaken van delier.
En weet je de verpleegkundige interventies.



Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Wat is een delier?
A
een vorm van dementie
B
een acute verwardheid die in een langzame tijd is ontstaan
C
een acute verwardheid die in een korte tijd ontstaat
D
depressieve gevoelens met suïcidale gedachten

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een delier?
Een delier is een acute verwardheid die ontstaat door een lichamelijke aandoening. Symptomen van een delier kunnen op verschijnselen van dementie lijken, maar het is geen dementie. Een delier kan ontstaan door een ziekte, een operatie, een ongeval of medicijnen.

Slide 5 - Tekstslide

Wat is geen symptoom van een delier?
A
verwardheid en onrust
B
apathie
C
hallucinaties
D
somberheid

Slide 6 - Quizvraag

Delier (symptomen, 2) 
  • Neurologische symptomen;
  • Plukkerig gedrag;
  •  Geïrriteerdheid;
  • Stil en teruggetrokken. 

Slide 7 - Tekstslide

18. Hoeveel soorten delier zijn er?
A
1
B
2
C
3

Slide 8 - Quizvraag

Soorten delier
Hyperactief delier: 
  • Patiënt is onrustig, verward, angstig of zelfs agressief.
  • Kan veel bewegen, roepen of hallucinaties hebben.
  • Hypoactief delier
Hypoactief delier:
  • Patiënt is stil, teruggetrokken, en reageert weinig.
  • Vaak verward met depressie of vermoeidheid.
(Gemengd delier)
  • Patiënt wisselt tussen hyperactieve en hypoactieve fases.

Slide 9 - Tekstslide

Hoe vaak komt het voor?
Een delier komt het meest voor bij ouderen in ziekenhuizen; gemiddeld genomen krijgt 25% van de opgenomen oudere patiënten te maken met een delier. Na een operatie of op een intensive care afdeling kan een delier veel vaker voorkomen en kan het percentage wel oplopen tot 70-85%. Onder de algemene bevolking komt een delier minder vaak voor (1 tot 2%). Hoe hoger de leeftijd, hoe vaker een delier voorkomt. Bij mensen ouder dan 85 jaar is dit 14%. Een delier treedt op bij circa 60% van de mensen in verzorgingshuizen en bij 83% van de mensen die stervende zijn.

Slide 10 - Tekstslide

Wat is een oorzaak van een delier?
A
Dementie
B
Urineweginfectie (UWI)
C
Hoofdpijn
D
Obstipatie

Slide 11 - Quizvraag

Oorzaken van delier
- Infectie (vooral een urineweginfectie en pneumonie)
- Medicatie, medicatiewijziging of -onttrekking, polyfarmacie
- Acuut trauma, met name een fractuur;
- Urineretentie
- Hartinfarct, hartritmestoornissen
- Endocriene dysfunctie; ontregelde suikerziekte, slecht werkende schildklier
- Benauwdheid, COPD
- CVA
- Ondervoeding (mn tekort aan vitamine B1, B12 of foliumzuur)
- Plotseling stoppen van langdurig alcoholgebruik (delirium tremens)
- Operatie/ nacrose (na een collumoperatie krijgt meer dan 30% van de patiënten een delier)

Slide 12 - Tekstslide

Wat zijn risicofactoren bij een delier?
A
leeftijd>70 jr. -dementie -eerder doorgemaakt -delier
B
-veel verschillende medicijnen -andere omgeving
C
-opiaten -hoge leeftijd -operatie
D
-andere begaafdheid -infecties i.c.m. hoge leeftijd.

Slide 13 - Quizvraag

Risicofactoren delier:

  • ontregeling balans in het lichaam
  • ouder dan 70 jaar
  • eerder delier doorgemaakt
  • cognitieve stoornis
  • stoornis in gezichtsvermogen of gehoor
  • gebruik van alcohol en verdovende middelen

Slide 14 - Tekstslide

Behandeling delier
  • Oorzaak opsporen en behandelen. 
  • Delier verdwijnt alleen als onderliggende lichamelijke stoornis verdwijnt/ vermindert
  • Aanpassen zorg en begeleiding. Bijv.:
  1. Structuur aanbieden (dag/ nacht, vaste verzorgers)
  2. Angst voorkomen en bestrijden (geruststelling, fysieke aanwezigheid, hulp bij oriëntatie)
  3. Voorkomen van gevaarlijke situaties (door bijv. agressie, hallucinaties of slechte zelfzorg)
  • Eventueel medicatie. 
Als aanpassing zorg en begeleiding de symptomen onvoldoende kan bestrijden, is het mogelijk om angstremmende en/ of rustgevende medicatie te geven. Medicatie heeft echter ook altijd bijwerkingen, mogelijk nadelige gevolgen.

Slide 15 - Tekstslide

Hoe voorkom je een delier
  •  creëren van een rustige omgeving
  • bewaken van het dag-nachtritme
  • betrekken van de familie tijdens de opname
  • Goed drinken en eten
  • nauwkeurig observeren en rapporteren
  • Laat de patiënt, als het kan, uit bed komen en bewegen



Slide 16 - Tekstslide

Eind
Vragen?

Slide 17 - Tekstslide