In deze les zitten 27 slides, met tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Debat
Slide 1 - Tekstslide
Debat
Scherp geformuleerde stelling
Overtuigen jury
duidelijke regels
eindoordeel op basis van vooraf afgesproken criteria
Discussie
al pratend positie innemen
overtuigen gesprekspartner
geen regels
eindoordeel op basis van gevoel
Slide 2 - Tekstslide
Debat
Scherp geformuleerde stelling
Overtuigen jury
duidelijke regels
eindoordeel op basis van vooraf afgesproken criteria
Discussie
al pratend positie innemen
overtuigen gesprekspartner
geen regels
eindoordeel op basis van gevoel
Slide 3 - Tekstslide
Het debat
Sprekers krijgen in een debat de tijd om hun mening toe te lichten.
Het doel van een debat is om het publiek/de jury te overtuigen.
Het gaat dan niet om wie gelijk heeft, maar om wie het beste zijn mening kan onderbouwen / het overtuigendstis.
Een debat is een discussie met regels.
Slide 4 - Tekstslide
Debat
Hoe ziet het debat eruit?
Slide 5 - Tekstslide
Stap 1 en 2
Stap 1: Maak tweetallen
Stap 2: Kies een stelling en daarbij een standpunt (voor of tegen)
Slide 6 - Tekstslide
Stap 3: kies een stelling
Stelling 1: Alle bedreigde diersoorten moeten worden gekloond
Stelling 2: Alle middelbare scholieren moeten nu de scholen gesloten zijn automatisch overgaan naar het volgende jaar
Stelling 3: Iedere leerling moet een coronatest doen aan het einde van een schoolvakantie
Stelling 4: Nederland moet uit de EU
Slide 7 - Tekstslide
A3: 14 leerlingen
- tweetallen
stelling 1: 2 x 2 leerlingen
stelling 2: 3 x 2 leerlingen
stelling 4: 2 x 2 leerlingen
Slide 8 - Tekstslide
H3: 22 leerlingen
- tweetallen
stelling 1: 3x2 leerlingen
stelling 2: 3x2 leerlingen
stelling 3: 3x2 leerlingen
stelling 4: 2x2 leerlingen
Slide 9 - Tekstslide
Stap 4: verdeel rollen
Ronde 1: Pleidooi (leerling A)
Ronde 2: samen overleggen (leerling A en B)
Ronde 3: Argumenten noemen (leerling B)
Ronde 4: samen overleggen (leerling A en B)
Ronde 5: Slotronde (leerling B)
Slide 10 - Tekstslide
Ronde 1: Pleidooi (2 min)
- wat is je standpunt?
- wat zijn argumenten voor je standpunt?
Tip: zorg ervoor dat je pleidooi interessant is voor je publiek. Jij wilt overtuigend overkomen
Tip: gebruik niet alle argumenten die je hebt, dan houd je niks over voor ronde 3
Slide 11 - Tekstslide
Ronde 2: overleggen
Je krijgt een paar minuten de tijd om samen te overleggen. Welke argumenten ga je gebruiken in ronde 3?
Waar ga je op reageren?
Kun je ingaan op iets van de andere partij gezegd heeft in zijn/haar pleidooi?
Duur: 2 minuten
Slide 12 - Tekstslide
Ronde 3: argumenten geven
De 3 verschillende partijen gaan de discussie met elkaar aan. Je mag tegenargumenten geven. Je mag argumenten van een ander onderuithalen. Je mag elkaar (mits fatsoenlijk) overbreken.
Duur: 5 minuten
Slide 13 - Tekstslide
Ronde 4: overleggen
Je mag weer even overleggen. Wat heb je allemaal gehoord en wat ga je gebruiken in de slotronde?
Duur: 2 minuten
Slide 14 - Tekstslide
Ronde 5: slotronde
Iemand geeft een korte samenvatting van zijn/haar standpunt. Geef daarbij je belangrijkste argumenten weer. Dus niet allemaal
Duur: 2 minuten
Slide 15 - Tekstslide
Regels debat
Denk bij het debatteren aan de volgende regels
Slide 16 - Tekstslide
Regels in een debat Regel 1
Richt je tot de jury en tot het publiek. Het is een spel. Probeer de jury te overtuigen van je gelijk.
Slide 17 - Tekstslide
Regel 2
Spreek nooit direct tegen de tegenpartij. (Jullie zeiden dat..)
Zeg: Mijn tegenstander(s) zeiden dat...
Slide 18 - Tekstslide
Regel 3
Je mag elkaar niet onderbreken. Reageren mag alleen in ronde 3. Tijdens het pleidooi en de slotronde mag je de ander niet onderbreken. Wil je iets zeggen? Dan kan dat in ronde 3.
Slide 19 - Tekstslide
Filmpje
In het volgende filmpje worden tips en trucs gegeven voor het debat
Slide 20 - Tekstslide
0
Slide 21 - Video
Filmpjes
Voorbeelden van schooldebatten.
Bekijk de filmpjes in je eigen tijd. Ze duren respectievelijk 11 en 23 minuten.
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Video
Slide 24 - Video
Om te debatteren moet je kunnen argumenteren!
Slide 25 - Tekstslide
Argumenten sterk maken (AUB)
Argument: noem je argument
Uitleg: geef uitleg waarom dit goed of slecht is
Bijvoorbeeld: geef een situatie om het te verduidelijken
NB: voor je argumenten ga je bronnenonderzoek doen voor informatie die je kan helpen.