In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
2. Van verlies naar winst: 1800 - 1870
Slide 1 - Tekstslide
Planning
Herhalen
Leerdoelen
Uitleg
Zelfstandig werken & Controle
Slide 2 - Tekstslide
Wat weet je nog van de vorige paragraaf.
Slide 3 - Woordweb
Deelvraag:
Hoe werd Nederlands-Indië een winstgevende kolonie?
Slide 4 - Tekstslide
Kennen en kunnen
Kostenpost Nederlands-Indië
o Je kunt uitleggen met welke drie grote problemen had Nederland te maken tussen 1800-1830
Het cultuurstelsel: 1830
o Je kunt uitleggen waarom het cultuurstelsel in 1830 werd ingevoerd.
o Je kunt uitleggen hoe het cultuurstelsel werkte en welke gevolgen er waren voor Javaanse boeren, mensen zonder grond, Indische regenten(vorsten) en Nederlandse ambtenaren.
Slide 5 - Tekstslide
Kostenpost Nederlands-Indië
Welke drie grote problemen had Nederland tussen 1800-1830
1. Financiële problemen door:
De handel ging slecht. Van 1810 tot 1813 hoorde Nederland bij het Franse rijk, die periode was slecht voor de handel.
Ook moest Nederland meebetalen aan Napoleons oorlogen.
Ten slotte waren er nog de grote schulden van de VOC.
Slide 6 - Tekstslide
2. Nederland kon niet meer concurreren
In 1815 gaf Engeland Java weer terug aan Nederland.
De Nederlandse handelsvloot was echter ouderwets en kon niet concurreren met de moderne Engelse schepen.
Diponegoro geeft zich in 1830 over aan de Nederlanders.
De schilder van dit schilderij heeft express niet het verraad van de Nederlanders laten zien. Hij heeft alleen Diponegoro die zich overgeeft geschilderd met het afscheid nemen van zijn volgelingen.
Slide 7 - Tekstslide
3. Onrust en opstanden in de kolonie
Er waren opstanden van zowel het volk als de edelen op Java.
In 1825 groeide een opstand van prins Diponegoro uit tot de Java-oorlog, die Nederland met veel moeite pas na vijf jaar zou winnen.
Door de Java-oorlog was de Nederlandse schatkist bijna leeg.
Slide 8 - Tekstslide
Het cultuurstelsel: 1830
Om Nederlands-Indië winstgevend te maken, bedacht gouverneur-generaal Van den Bosch het cultuurstelsel.
Javaanse boeren moesten verplicht een vijfde deel van hun grond bebouwen met exportproducten, zoals: suiker, thee, koffie en indigo. De boeren kregen een vaste (lage) vergoeding voor hun werk, het plantloon.
Boeren met te weinig of geen land moesten 66 dagen per jaar gratis werken voor de Nederlanders. Met deze herendiensten hielpen ze op het land of bij de aanleg van (spoor)wegen, kanalen en gebouwen.
Indische boeren dragen hun producten af aan een Nederlandse ambtenaar
Slide 9 - Tekstslide
Het cultuurstelsel: 1830
De Indische regenten (vorsten en edelen) en dorpshoofden kregen een belangrijke rol in het cultuurstelsel. Zij gaven hun onderdanen opdrachten, verdeelden het werk en zorgden dat de producten werden geleverd. In ruil daarvoor kregen ze een deel van de opbrengst.
De Nederlanders ambtenaren beperkten zich tot toezicht houden, administratie en transport van de producten.
Slide 10 - Tekstslide
Wat
Maak opdracht: 1,2,4,6
Werk de leerdoelen uit.
Tijd
15 min
Hoe
De eerste 5 min werk je in stilte.
daarna mag je zachtjes overleggen in de groepje.
Hulp
Na 5 minuten mag je vragen stellen.
Klaar
Maak opdracht 13
Maak een begrippenlijst van de begrippen tot nu toe.
timer
5:00
Slide 11 - Tekstslide
2. Van verlies naar winst: 1800 - 1870
Slide 12 - Tekstslide
Planning
Herhalen
Leerdoelen
Uitleg
Zelfstandig werken (incl. controle)
einde van de les
Slide 13 - Tekstslide
Welke producten werden in het cultuurstelsel verbouwd?
A
koffie, thee en indigo
B
specerijen, tabak en indigo
C
koffie, thee en specerijen
D
tabak, koffie en zout
Slide 14 - Quizvraag
Noem één positief gevolg van het cultuurstelsel voor de Javaanse boeren
Slide 15 - Open vraag
Noem twee negatieve gevolgen van het cultuurstelsel voor de Javaanse boeren
Slide 16 - Open vraag
Kennen en kunnen
Gevolgen voor Nederland
o Je kunt uitleggen welk gevolg het cultuurstelsel voor Nederland had.
o Je kunt opnoemen welke moderniseringen en kwamen in Nederland.
Gevolgen voor Nederlands-Indië
o Je kunt de positieve gevolgen van het cultuurstelsel vertellen voor
o Je kunt de negatieve gevolgen van het cultuurstelsel vertellen van Nederlands-Indië.
Bestuur van de kolonie
o Je kunt het duale bestuursstelsel van Nederlands-Indië omschrijven.
Slide 17 - Tekstslide
Gevolgen voor Nederland
Het cultuurstelsel was heel gunstig voor Nederland.
De exportproducten werden met grote winst door de Nederlandsche Handelsmaatschappij (NHM) verkocht en geveild.
De opbrengst, kwam in de Nederlandse schatkist terecht.
De modernisering van Nederland te betalen, zoals: de aanleg van spoorwegen, bruggen en viaducten, scheepsbouw en modernisering van de textielindustrie.
Suikerriet als exportproduct met het cultuurstelsel
Slide 18 - Tekstslide
Gevolgen voor Nederlands-Indië
Het cultuurstelsel had enkele positieve gevolgen voor de Javanen: er kwam een geldeconomie, en de infrastructuur en irrigatie werden verbeterd.
Maar er waren vooral nadelen:
De regenten lieten méér dan een vijfde deel van de grond bebouwen.
Ook moesten de boeren vaak meer dan 66 dagen herendiensten doen.
Door het lage plantloon hadden ze onvoldoende geld om levensmiddelen te kopen.
Samen met de grote bevolkingsgroei op Java, veroorzaakte dit soms hongersnoden.
Dwangarbeid op het Indonesische eiland Java door de Nederlandse kolonisator leidde tussen 1834 en 1879 tot aanzienlijke oversterfte onder de plaatselijke bevolking.
Slide 19 - Tekstslide
Bestuur van de kolonie.
Om de kolonie te besturen moesten de Nederlanders samenwerken met de Indische regenten.
Het duale bestuursstelsel hield in dat er twee besturen naast elkaar bestonden:
Het Nederlandse binnenlandse bestuur had de macht en deelde de bevelen uit. Het ministerie van koloniën stuurde hun aan vanuit Den Haag.
Het Indische inlandse bestuur van de regenten kreeg opdrachten van de Nederlanders.
de Indonesische bevolking was gewend om te luisteren naar hun eigen leiders.
Slide 20 - Tekstslide
In het koloniale Nederlands-Indië was een regent een inheems feodaal edelman, die op lokaal niveau bepaalde bestuurstaken verrichtte onder toezicht van een Europese resident.
Het oppergezag in Nederlands-Indië was in handen van de gouverneur-generaal. Deze stond direct onder de koning en regering in Nederland.
In het voormalige Nederlands-Indië stond de resident aan het hoofd van een bestuur van een gewest (Binnenlands Bestuur), waarbij hij toezag op een lokale edelman of vorst, de regent.
Slide 21 - Tekstslide
20% van de productie moesten de Javaanse boeren tijdens het cultuurstelsel gratis aan de Nederlanders geven.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 22 - Quizvraag
Hoe lukte het de Nederlanders om met weinig mensen een heel groot gebied te besturen?
A
De Nederlanders gaven bevelen aan de Indonesische vorsten die het volk bestuurden
B
De Nederlanders hadden een heel groot leger
C
Het bestuur in Nederlands-Indië was simpel
D
In Nederlands-Indië woonden bijna geen mensen
Slide 23 - Quizvraag
Wat
Maak opdracht: 1,2,3,4,6, 7, 8, 10, 13, 14
Werk de leerdoelen uit.
Tijd
15 min
Hoe
De eerste 5 min werk je in stilte.
daarna mag je zachtjes overleggen in de groepje.
Hulp
Na 5 minuten mag je vragen stellen.
Klaar
Maak een begrippenlijst van de begrippen tot nu toe.
timer
5:00
Slide 24 - Tekstslide
Kennen en kunnen
Kritiek op het cultuurstelsel
o Je kunt vertellen waarom er kritiek kwam op het cultuurstelsel.
o Je kunt vertellen welke veranderingen er aan het cultuurstelsel werden gedaan rond 1848.
Wie was Multatuli
o Je kunt vertellen wie Multatuli is en wat hij heeft gedaan.
Slide 25 - Tekstslide
Kritiek op het cultuurstelsel
Tussen 1845 en 1850 waren er op Java vreselijke hongersnoden door misoogsten.
Critici vonden dat de Nederlandse overheid te veel bezig was met winst maken en te weinig deed voor de arme Javaanse bevolking.
Het cultuurstelsel werd aangepast: de cultuurprocenten werden afgeschaft, de herendiensten verminderd en Nederlandse ambtenaren kregen de opdracht de bevolking te beschermen tegen uitbuiting.
Slide 26 - Tekstslide
Kritiek op het cultuurstelsel.
Ook de liberalen, de politieke groep die sinds 1848 in Nederland de macht had, hadden kritiek op de uitbuiting.
Zij waren van mening dat er een systeem moest komen zonder dwangarbeid, maar met ‘vrije arbeid’.
Daarnaast vonden zij het verkeerd dat de handel met Nederlands-Indië geheel in handen was van de overheid.
Zij wilden dat ondernemers de kans zouden krijgen om bedrijven te beginnen in Nederlands-Indië.
Slide 27 - Tekstslide
Wie was Multatuli?
Eduard Douwes Dekker werkte zo’n twintig jaar als ambtenaar in Indië̈.
Toen hij iets wilde doen aan de corruptie en het machtsmisbruik van de Indische regenten, werd hij ontslagen.
Onder de naam Multatuli schreef hij zijn klachten op in het boek Max Havelaar
Het boek beschrijft regenten die hun onderdanen uitpersen.
De Nederlandse ambtenaren en de regering grijpen niet in, omdat zij er ook van profiteren.
Het boek maakte grote indruk in Nederland en steeds meer mensen vroegen zich af of de koloniale politiek moest worden aangepast.
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Video
2. Van verlies naar winst: 1800 - 1870
Slide 30 - Tekstslide
Planning
Start
Leerdoelen
Zelfstandig werken
Eindtoets maken
Controle
Slide 31 - Tekstslide
Wat
Maak opdracht: 1,2,3,4,6,7,8,10,13,14, 17, 18, 19, 20
Werk de leerdoelen uit.
Tijd
15 min
Hoe
De eerste 5 min werk je in stilte.
daarna mag je zachtjes overleggen in de groepje.
Hulp
Na 5 minuten mag je vragen stellen.
Klaar
Maak een begrippenlijst van de begrippen tot nu toe.
timer
5:00
Slide 32 - Tekstslide
Volgende week:
Machtsuitbreiding en verzet: 1870 - 1918.
Huiswerk controle Paragraaf 2
kennen en kunnen paragraaf 2
Slide 33 - Tekstslide
Welke naam heeft met deze afbeelding te maken?
A
Johannes van den Bosch
B
Jan pieterszoon Coen
C
Van Heutsz
D
Koning Willem III
Slide 34 - Quizvraag
Multatuli was een voorstander van het cultuurstelsel.
A
juist
B
onjuist
Slide 35 - Quizvraag
20% van de productie moesten de Javaanse boeren tijdens het cultuurstelsel gratis aan de Nederlanders geven.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 36 - Quizvraag
Hoe lukte het de Nederlanders om met weinig mensen een heel groot gebied te besturen?
A
De Nederlanders gaven bevelen aan de Indonesische vorsten die het volk bestuurden