Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
H3 Woche 15
Herzlich willkommen
Woche 15
1 / 32
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
In deze les zitten
32 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Herzlich willkommen
Woche 15
Slide 1 - Tekstslide
Die Planung von dieser Woche
- Kurzes Video
- Die Hausaufgaben besprechen (Genus von Substantiven)
- Neue Grammatik: Wechselpräpositionen
- Aufgaben machen
Slide 2 - Tekstslide
Die Vokabeln wiederholen
Lektion 2
Slide 3 - Tekstslide
learngerman.dw.com
Slide 4 - Link
Het geslacht van zelfstandige naamwoorden
Was wisst ihr noch?
Slide 5 - Tekstslide
mannelijk = der
Mannelijke persoons- en dierennamen
bijv. der Stier, der Wolf, der Hahn
De namen van de dagen, maanden, jaargetijden, windrichtingen
bijv. der Sonntag , der Januar, der Sommer, der Norden
De meeste stammen van werkwoorden
bijv. der Beginn (van beginnen), der Sitz (van sitzen)
Slide 6 - Tekstslide
vrouwelijk = die
Vrouwelijke persoons- en diernamen
bijv. die Kuh, die Katze
De
meeste
woorden die op een
-e
eindigen zijn vrouwelijk
bijv. die Adresse, die Toilette
Woorden die eindigen op
-heit, -keit, -schaft, -ung, -ur, -ei, -ik, -ion, -tät
bijv. die Einheit, die Möglichkeit, die Freundschaft
de getallen
bijv. die Eins, die Zwei
Slide 7 - Tekstslide
onzijdig = das
Veel onzijdige woorden in het Nederlands (het-woorden) zijn dat in het Duits ook.
bijv. das Pferd, das Fenster, das Lied, das Spiel
Woorden eindigend op
-chen of -lein (betekenis: -tje)
bijv. das Löffelchen = het lepeltje, das Kindlein = het kindje
Slide 8 - Tekstslide
… Freundchen
A
der
B
die
C
das
Slide 9 - Quizvraag
… Liege
A
der
B
die
C
das
Slide 10 - Quizvraag
… Essen
A
der
B
die
C
das
Slide 11 - Quizvraag
… Eins
A
der
B
die
C
das
Slide 12 - Quizvraag
… Mädchen
A
der
B
die
C
das
Slide 13 - Quizvraag
Die Wechselpräpositionen
= keuzevoorzetsels
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Präposition 3. Fall
(voorzetsel 3e naamval)
Slide 16 - Woordweb
Präposition 4. Fall
(voorzetsel 4e naamval)
Slide 17 - Woordweb
ml
vl
onz
mv
der
die
des
der
des
der
dem
der
den+n
die
das
ml
vl
onz
mv
eine
ein
eines
einer
eines
keiner
einem
keinen
einen
keine
1
2
3
4
1
2
3
4
dem
die
die
ein
einer
das
einem
ein
eine
keine
den
Slide 18 - Sleepvraag
Die Frau läuft mit d… Hund im Wald.
A
der
B
dem
C
den
D
das
Slide 19 - Quizvraag
Die Frau läuft mit ihr… Hund im Wald.
A
ihrer
B
ihrer
C
ihrem
D
ihren
Slide 20 - Quizvraag
Die Frau läuft mit ihrem Hund um d... Wald (m).
A
den
B
das
C
der
D
dem
Slide 21 - Quizvraag
3e naamval
4e naamval
?
Slide 22 - Tekstslide
Er komen 9 nieuwe voorzetsels bij die we "Wechselpräpositionen" noemen.
-Wechseln- betekent wisselen.
Ze kunnen namelijk wisselend, de ene keer een 3e naamval en de andere keer een 4e naamval hebben.
Maar wanneer kiest je wat?
En, hoe herken je ze?
?
Slide 23 - Tekstslide
Eerst de betekenis:
Auf = op
Hinter = achter
In = in, naar
Neben = naast
Über = boven, over
An = aan, bij, naar
Unter = onder
Vor = voor
Zwischen = tussen
Slide 24 - Tekstslide
ergens zijn/ ergens iets doen
ergens naartoe gaan
(bevinden+tijd) +3
(beweging) +4
Maar welke naamval moet je nu kiezen?
Slide 25 - Tekstslide
voorbeeld: Ich fahre in ... Schweiz (v).
Ich fahre in
die
Schweiz.
Ergens naartoe = +4
Ich fahre in
der
Schweiz.
ergens zijn; iets doen = +3
Slide 26 - Tekstslide
Er wartet vor der Polizeistation.
vor is een keuzevoorzetsel. Is het in dit geval de 3e of de 4e naamval?
A
3e naamval
B
4e naamval
Slide 27 - Quizvraag
Ich gehe in die Schule
in is een keuzevoorzetsel. Is hier sprake van de 3e of de 4e naamval?
A
3e naamval
B
4e naamval
Slide 28 - Quizvraag
Ich warte auf d... Bus.
Auf is een keuzevoorzetsel. Is hier sprake van de 3e of de 4e naamval?
A
3e naamval
B
4e naamval
Slide 29 - Quizvraag
Als je géén waar, waarheen of wanneer kan vragen,
pas je de
7/2-regel
toe:
na
auf
en
über
+4
na
an
,
neben
,
hinter
,
unter
,
in
,
zwischen
en
vor
+3
Waarom heet het 7/2-regel?
auf + über = 2 voorzetsels
an, neben, hinter, unter, in, zwischen + vor = 7 voorzetsels
Slide 30 - Tekstslide
Ich warte auf d… Bus (m).
A
der
B
dem
C
den
D
die
Slide 31 - Quizvraag
Aufgabe 11-16 (Seite 14-16)
Slide 32 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Wechselpräpositionen les 1
Januari 2021
- Les met
21 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H4 - (Wechsel)Präpositionen
Februari 2023
- Les met
22 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
V3 - (Wechsel)Präpositionen
Mei 2023
- Les met
19 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H5 - (Wechsel)Präpositionen
Oktober 2023
- Les met
27 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Voorzetsels en wisselvoorzetsels (3e/4e naamval)
Maart 2024
- Les met
28 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Wechselpräpositionen
Mei 2023
- Les met
20 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H3 Woche 15
April 2024
- Les met
52 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Unterricht 7 Deutsch Kapitel 6 Probetest + Grammatik
April 2020
- Les met
23 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3