In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
Dekolonisatie
Slide 1 - Tekstslide
Wat is nationalisme?
A
De inwoners van Nederlands-Indië in de 19e eeuw
B
Mensen die de baas willen zijn over een kolonie
C
Mensen die goed zijn opgeleid
D
Mensen die willen dat buitenlandse bestuurders verwijderen
Slide 2 - Quizvraag
Welk land begon als eerste aan de dekolonisatie van haar kolonien?
A
Groot-Brittanie
B
Frankrijk
C
Nederland
D
Belgie
Slide 3 - Quizvraag
Wat was de reden dat veel Indonesiërs de Japanner zagen als bevrijders?
A
De Japanners betaalden voor hun grondstoffen
B
De Japanners gaven hun weer vrijheid
C
De Japanners waren al lang hun bondgenoten
D
De Japanners versloegen de koloniale overheerser
Slide 4 - Quizvraag
Wat gebeurde er met de Nederlanders na de bezetting van Nederlands-Indië?
A
Werden teruggestuurd naar Nederland
B
Werden verscheept naar Australië
C
Werden in kampen vastgezet
D
Werden toegevoegd aan het Japanse leger
Slide 5 - Quizvraag
Wat gebeurde er met Soekarno na de bezetting van Japan?
A
Niks hij bleef vastzitten
B
Hij werd bevrijd en ging samenwerken met de Japanners
C
Hij werd hoogste bestuurder van Indonesië
D
Hij wist te ontsnappen en vluchtte naar Nederland
Slide 6 - Quizvraag
Sleep in de juiste volgorde
1
2
3
4
5
6
VOC start kleine kolonie
Modern Imerialisme: ontstaan Nederlands-Indië
Soekarno richt zijn eigen partij op
Soekarno wordt gevangen gezet
Japan bombardeert Pearl Harbor
Japan bezet Nederlands-Indië en laat Soekarno vrij
Slide 7 - Sleepvraag
Wie wilde graag onafhankelijkheid voor Indonesië?
A
Nederland
B
Indonesië
C
Beide landen
D
Geen van beide landen
Slide 8 - Quizvraag
Wat gebeurde met Indonesië direct na de Tweede Wereldoorlog?
A
De onafhankelijkheid werd door NL geaccepteerd
B
Nederland kreeg makkelijk het bestuur weer in handen
C
Soekarno kwam volledig aan de macht
D
Nederland stuurde troepen om de opstand neer te slaan
Slide 9 - Quizvraag
Waarom verliep de dekolonisatie van Brits-Indie makkelijker dan die van Nederlands-Indië?
A
De Britse koning George VI bemoeide zich nadrukkelijk met de dekolonisatie
van Brits-Indië. De Nederlandse koningin Wilhelmina deed dat niet.
B
De Britse regering accepteerde het onafhankelijkheidsstreven van de mensen
in Brits-Indië. De Nederlandse regering wilde Nederlands-Indië behouden als kolonie.
C
De inwoners van Brits-Indië waren het eens over de te volgen koers na de
onafhankelijkheid. In Indonesië dreigde een burgeroorlog.
D
Groot-Brittannië wilde de banden met de nieuwe landen behouden door het
oprichten van de Britse Gemenebest. Indonesië wilde geen lid worden van de BritseGemenebest.
Slide 10 - Quizvraag
Zet in de juiste volgorde 1. De Republiek Indonesië start een guerrillaoorlog tegen de Nederlanders. 2. De VS dwingen de Nederlanders om met de Republiek te onderhandelen. 3. Nederland accepteert de Indonesische onafhankelijkheid. 4. Nederland start een politionele actie. 5. Soekarno roept de onafhankelijkheid van Indonesië uit.
A
4 --> 5 --> 1 --> 2 --> 3
B
5 --> 4 --> 1 --> 2 --> 3
C
5 --> 4 --> 2 --> 1 --> 3
D
5 --> 1 --> 4 --> 3 --> 2
Slide 11 - Quizvraag
Deze vraag gaat over het 'einde van de wereldrijken'.
Welke uitspraak is ONJUIST?
A
Na de Tweede Wereldoorlog deden Europese landen afstand van hun kolonies in Azië (zie plaatje) en Afrika.
B
In 1947 brak in India geweld uit tussen hindoes en moslims en scheidde Pakistan zich af.
C
Bijna alle Afrikaanse landen werden onafhankelijk tussen 1945 en 1955.