In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
timer
25:00
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Er zijn verschillende soorten overheidsbeleid ten aanzien van criminaliteit. Onder welk soort beleid valt het standpunt van de VVD in tekst 9?
A
gevangenisbeleid
B
opsporingsbeleid
C
preventief beleid
D
vervolgingsbeleid
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Onder welk soort overheidsbeleid vallen de voorstellen van de VVD en D66?
A
opsporingsbeleid
B
preventief beleid
C
repressief beleid
D
vervolgingsbeleid
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Bij welk soort beleid past de bijeenkomst in tekst 2?
A
lik-op-stukbeleid
B
opsporingsbeleid
C
preventief beleid
D
repressief beleid
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Wie of wat moet op de puntjes in tekst 9 worden ingevuld?
A
burgemeester
B
commissaris van de Koningin
C
gemeenteraad
D
politie
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Welke vorm van beleid moet er (tweemaal) op de puntjes in tekst 11 worden ingevuld?
A
gedoogbeleid
B
opsporingsbeleid
C
preventief beleid
D
repressief beleid
Slide 19 - Quizvraag
Maatregelen om criminaliteit te bestrijden kunnen een preventieve en/of een repressieve werking hebben. Welke werking kan een lik-op-stukbeleid hebben?
A
een preventieve en een repressieve werking
B
een preventieve werking
C
een repressieve werking
Slide 20 - Quizvraag
De aanpak van criminaliteit en overlast in een bepaalde wijk van een gemeente kan besproken worden in een overleg tussen drie personen (‘driehoeksoverleg’ genoemd). Tussen welke drie personen is dit overleg?
A
advocaat, burgemeester, rechter
B
advocaat, officier van justitie, politiechef
C
burgemeester, officier van justitie, politiechef
D
burgemeester, politiechef, rechter
Slide 21 - Quizvraag
Slide 22 - Tekstslide
Hieronder staan vier soorten overheidsbeleid ten aanzien van criminaliteit. Onder welk soort beleid is afbeelding 1 in te delen?
A
gevangenisbeleid
B
opsporingsbeleid
C
preventief beleid
D
vervolgingsbeleid
Slide 23 - Quizvraag
Slide 24 - Tekstslide
Welk overheidsbeleid om criminaliteit te bestrijden is te herkennen in tekst 5?
A
opsporingsbeleid
B
preventief beleid
C
repressief beleid
D
vervolgingsbeleid
Slide 25 - Quizvraag
Slide 26 - Tekstslide
De overheid neemt verschillende beleidsmaatregelen om criminaliteit te voorkomen en te bestrijden.
Welk overheidsbeleid moet worden ingevuld op de puntjes in tekst 8?
A
anti-spijbelbeleid
B
Halt-beleid
C
jeugdbeleid
D
lik-op-stukbeleid
Slide 27 - Quizvraag
Slide 28 - Tekstslide
Wie of wat moet op de puntjes (drie maal) in tekst 15 worden ingevuld?
A
burgemeester
B
gemeenteraad
C
officier van justitie
D
politie
Slide 29 - Quizvraag
Slide 30 - Tekstslide
De rechter kan hoofdstraffen, bijkomende straffen en maatregelen opleggen aan een verdachte. Wat voor soort straffen of maatregel heeft de rechter de verdachte in deze uitspraak opgelegd?
A
een bijkomende straf en een maatregel
B
twee hoofdstraffen
C
een hoofdstraf en een maatregel
Slide 31 - Quizvraag
Welke uitspraak over de Nederlandse rechtsstaat is juist?
A
De wetten die door de gemeenteraad zijn aangenomen, mogen niet in strijd
zijn met landelijk geldende wetten.
B
De wetten die door het parlement zijn aangenomen, moeten per provincie
worden goedgekeurd.
C
Rechters mogen nieuwe wetten invoeren, als ze dat nodig vinden.
Slide 32 - Quizvraag
Slide 33 - Tekstslide
Deze poster is een initiatief van de politiekorpsen uit Gelderland en het Openbaar Ministerie. Welke twee soorten beleid herken je in de poster?