Oefentoets Criminaliteit H9 tm 14 bbl

Je staat op het punt om te beginnen aan de oefentoets van maatschappijkunde.


Heel veel succes met de oefentoets. 

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Je staat op het punt om te beginnen aan de oefentoets van maatschappijkunde.


Heel veel succes met de oefentoets. 

Slide 1 - Tekstslide

Welk van onderstaande begrippen hoort niet in het rijtje thuis? Kies één nummer uit onderstaand rijtje.
A
pleidooi
B
aanklacht
C
arrestatie
D
verhoor van verdachte

Slide 2 - Quizvraag

Waar staat HALT voor?

Slide 3 - Open vraag

In Nederland is sprake van een machtenscheiding. Bij welke macht hoort het Openbaar Ministerie?
A
rechterlijke macht
B
uitvoerende macht
C
wetgevende macht

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een taak van een advocaat tijdens de rechtszitting?
A
een pleidooi houden
B
een requisitoir houden
C
de dagvaarding voorlezen
D
voorlezen waar de verdachte van beschuldigd wordt

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

De in tekst 17 beschreven zaak kwam voor de eerste keer voor de rechter.

Wat moet er (tweemaal) op de puntjes in tekst 17 worden ingevuld?
A
de Hoge Raad
B
de kantonrechter
C
de strafrechter
D
het gerechtshof

Slide 7 - Quizvraag

Wie klaagt de verdachte aan?
A
de rechter
B
de verdachte
C
de advocaat
D
de officier van justitie

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Stel dat de 37-jarige Hagenaar voor de rechter moet verschijnen. Voor welke gerechtelijke instantie moet hij dan verschijnen?
A
Hoge raad
B
Kantonrechter
C
Strafrechter
D
Gerechtshof

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Wat moet op de puntjes in tekst 3 worden ingevuld?
A
(1) De rechtbank en (2) de kantonrechter
B
(1) Het gerechtshof en (2) de rechtbank
C
(1) De Hoge Raad en (2) de kantonrechter
D
(1) De Hoge Raad en (2) het gerechtshof

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

De rechter kan hoofdstraffen, bijkomende straffen en maatregelen opleggen aan een verdachte.
Wat voor soort straffen of maatregel heeft de rechter de verdachte in deze uitspraak opgelegd?
A
een bijkomende straf en een maatregel
B
twee hoofdstraffen
C
een hoofdstraf en een maatregel

Slide 15 - Quizvraag

Deze zijn in eerste instantie ook bedoeld om de dader tegen zichzelf
te beschermen.
A
hoofdstraf
B
bijkomende straf
C
maatregel

Slide 16 - Quizvraag

Een voorbeeld hiervan is een geldboete.
A
Hoofdstraf
B
Bijkomende straf
C
Maatregel

Slide 17 - Quizvraag

Een voorbeeld hiervan is het intrekken van het rijbewijs als iemand
terecht staat voor rijden onder invloed van alcohol.
A
Hoofdstraf
B
Bijkomende straf
C
Maatregel

Slide 18 - Quizvraag

Een voorbeeld hiervan is ondertoezichtstelling.
A
Hoofdstraf
B
Bijkomende straf
C
Maatregel

Slide 19 - Quizvraag

Rechters kunnen kiezen voor verschillende straffen. Wat voor straf is tbs?

A
Hoofdstraf.
B
Maatregel
C
Bijkomende straf
D
Preventie

Slide 20 - Quizvraag

Rechter
Advocaat
Ovj
Bode
Griffier
Verdachte
Journalist
Publiek

Slide 21 - Sleepvraag

Welke persoon in de rechtszaal houdt een voordracht: een requisitoir?
A
Advocaat
B
Rechter
C
Officier van Justitie
D
Griffier

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Wie of wat moet op de puntjes in tekst 9 worden ingevuld?
A
burgemeester
B
commissaris van de Koningin
C
gemeenteraad
D
politie

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Hieronder staan vier soorten overheidsbeleid ten aanzien van criminaliteit.
Onder welk soort beleid is afbeelding 1 in te delen?
A
gevangenisbeleid
B
opsporingsbeleid
C
preventief beleid
D
vervolgingsbeleid

Slide 26 - Quizvraag

Klik rechtsonder op het kruisje, 
en daarna op lever in. 

Slide 27 - Tekstslide