H5 herhaling

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit gaan we doen deze les
Eerste blok
  • NOS 
  • Herhaling H5
  • Kletspauze
  • Oefeningen met werkblad
Tweede blok
  • Oefeningen met werkblad

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

NOS Journaal
klik hier

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhalingsonderwerpen
Arbeidsmotieven 
Brutoloon
Cao
Nettoloon
Zwart/wit/grijswerk
BV
NV
Eenmanszaak
VOF
ZZPer
Arbeidsmarkt
Arbeidsparticipatie
Wet gelijk behandeling
Beroepsbevolking
Conjuncturele
Structurele
Seizoens
Frictie
Regionale
Productiesectoren

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Arbeidsmotieven = redenen om te werken
1. Geld verdienen
2. Jezelf ontwikkelen
3. Ritme
4. Nuttig en zinvol bezig zijn
5. Sociale contacten

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cao (=collectieve arbeidsovereenkomst)
  • In een arbeidsovereenkomst staan afspraken over:
  • het werk dat je doet
  • het aantal uren dat je werkt
  • je loon
  • De meeste afspraken komen uit de cao
  • Hierin staan de arbeidsvoorwaarden voor een bedrijfstak.
  • Cao-afspraken worden gemaakt door vakbonden en organisaties van werkgevers.


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wit werk

Werk waarvoor je betaald krijgt en belasting + premies afdraagt

Grijs werk

Vrijwilligerswerk
Werk in het huishouden
Waarvoor je niet wordt betaald

Zwart werk

Betaalde arbeid waarover je geen belasting en premies betaald

Slide 7 - Tekstslide

https://nos.nl/op3/artikel/2303517-honderdduizenden-nederlanders-werken-zwart-schoonmakers-koploper
Bruto- en nettoloon






Brutoloon - inhoudingen = nettoloon

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werken voor jezelf & samen sta je sterker
Eenmanszaak

  • 1 eigenaar die zelf de leiding heeft
  • Kan personeel hebben
  • Schulden evt betalen met privégeld
  • bijv. zzp'er
Vof (Vennootschap onder firma)
  • 2 of meer eigenaren (ven-noten/firmanten)
  • Kan personeel hebben
  • Schulden evt betalen met privégeld 
Voordelen:
  • Samen meer geld inbrengen
  • Taken verdelen
  • Bedrijf gaat door als één van de vennoten ziek wordt
Maken opgave 7, 8, 9 en 10 blz. 136

Klaar? Eventjes wachten
timer
5:00

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Één, enkele of veel eigenaren?
BV (Besloten Vennootschap)  
  • Eigenaren zijn aandeelhouders
  • Directeur in loondienst
  • Niet iedereen kan aandelen kopen                        
  • Aandelen kunnen meer waard worden
  • Uitkering van winst aan aandeelhouders -> dividend
  • Failliet? -> aandelen kwijt
NV (Naamloze Vennootschap)
  • Eigenaren zijn aandeelhouders  
  • Directeur in loondienst
  • Iedereen kan aandelen kopen                                          
  • Aandelen kunnen meer waard worden
  • Uitkering van winst aan aandeelhouders -> dividend
  • Failliet? -> aandelen kwijt
Geen risico privévermogen!!
Maken opgave 11, 12 en 13 blz. 137 op blz. 148

Klaar? Eventjes wachten.
timer
4:00

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Arbeidsmarkt (=vraag & aanbod)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werklozen
Beroepsbevolking, aanbod van arbeid

Beroepsbevolking:
Alle mensen tussen 15 en pensioen-leeftijd die werken of werkloos zijn!!
DIE KAN EN WIL WERKEN




Werkzame    beroepsbevolking:
Het werkzame deel van de beroepsbevolking

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

arbeidsparticipatie     
Arbeidsparticipatie

Slide 13 - Tekstslide

Omdat niet iedereen tussen de 15 en 65 jaar oud wil werken, doet niet iedereen mee aan het landelijke werk. Meedoen betekent “Participeren”. 

We kunnen berekenen hoeveel mensen er participeren door de beroepsbevolking als percentage van de totale bevolking tussen 15 en 65 jaar oud te nemen.

Het percentage, hierboven 76,5%, noemen we de participatiegraad: welk deel van de totale beroepsgeschikte bevolking hoort bij de beroepsbevolking?
Algemene wet gelijke behandeling
In de Algemene Wet Gelijke Behandeling staat dat er geen onderscheid gemaakt mag worden op basis van 
  1. Geslacht
  2. Afkomst
  3. Leeftijd
  4. Religie

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nu in makkelijke taal
Conjuncturele werkloosheid = in slechte tijden, minder geld om uit te geven, dus minder productie, dus minder mensen in fabrieken

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nu in makkelijke taal
Structurele werkloosheid = banen verdwijnen voor altijd (door bijvoorbeeld robots, niet meer geproduceerd, verplaatsing van fabrieken)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Frictiewerkloosheid
omdat je werkloos bent een tijdelijke baan zoeken

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Seizoenswerkloosheid
  • Tijdelijk  (door verandering van seizoen)
  • kan tegelijkertijd met conjuncturele en structurele
Voorbeelden
IJsverkoper in de winter
Skileraar in de zomer
Strandtent in de winter

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regionale werkloosheid
  • Verschil tussen regio's
  • Kan tegelijkertijd met conjuncturele en structurele werkloosheid 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Elk bedrijf zijn eigen sector

In onze samenleving vinden arbeid en productie plaats in de volgende vier productiesectoren.
1. Primaire sector
Landbouw, visserij en delfstoffenwinning
2. Secundaire sector
Industrie, bouw en ambachten (bijv. bakker)
3. Tertiaire sector
Commerciële dienstverlening (bijv. winkels, banken en transportbedrijven)
4. Quartaire sector
Niet-commerciële dienstverlening, zoals onderwijs, gezondheidszorg en overheidsinstellingen.



Maken opgave 2, 3 en 4 blz. 134

Klaar? Eventjes wachten
timer
5:00

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

KLETSPAUZE!
timer
5:00

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies