H2 Spelling

• Nederlands
• Middelbare school

Welkom

H2 Spelling

Aan elkaar of los?

Persoonsvorm verleden tijd

Lesdoelen

1. Ik kan de persoonsvorm in de verleden tijd schrijven
2. Ik weet wanneer ik een woord aan elkaar moet schrijven

Samenstellingen

Veel woorden zijn een samenstelling van twee of meer woorden: hoge+druk+gebied, knal+rood, auto+rijden, etc

De woorden in een samenstelling vormen samen een nieuw begrip en daarom schrijf je ze aan elkaar. 

Samenstellingen staan als één woord in het woordenboek.

Maken 

H2 

Spelling 

opdr. 1 t/m 6

Persoonsvorm verleden tijd

Bij sterke werkwoorden verandert de klank in de verleden tijd: 

ik ga ==> ik ging, hij loopt ==> hij liep

Bij zwakke werkwoorden maak je de verleden tijd door -de(n) of -te(n) achter de stam te zetten:

ik wandelde (wandel+de), wij fietsten (fiets+ten)

ik landde (land+de), wij lustten (lust+ten)

Maken 

H2 

Spelling 

opdr. 7 t/m 10

Lesdoelen behaald?

1. Ik kan de persoonsvorm in de verleden tijd schrijven
2. Ik weet wanneer ik een woord aan elkaar moet schrijven

Huiswerk: H2 Spelling opdracht 1 t/m 10