Argumentatieleer 2.2

Argumentatie en drogredenen
Pak je schrift en een pen
Maak de startopdracht hiernaast:
Startopdracht
Dilemma uit W. (Tiemen Hiemstra, 2023)
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Argumentatie en drogredenen
Pak je schrift en een pen
Maak de startopdracht hiernaast:
Startopdracht
Dilemma uit W. (Tiemen Hiemstra, 2023)

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les
Drogredenen (theorie en oefenen)
Deze les
Oefenen met een tekst
Vooruitblik
Volgende week vrijdag: toets argumentatieleer

Slide 2 - Tekstslide

Hoge verwachtingen
Je benut mijn lessen optimaal en ongestoord.

Slide 3 - Tekstslide

Volg de module uit de studiewijzer
Je bent zelf verantwoordelijk voor het oefenen met de leerstof.

Slide 4 - Tekstslide

Leren tijdens de lessen
Je verwerkt de leerstof vaak zelfstandig en in stilte.

Slide 5 - Tekstslide

Doel en afronding:
Een inhoudelijk diepgaand gesprek van 60 minuten in een leeskring over drie gemeenschappelijk boeken + de andere vijf boeken. 
Samenwerking
Een groep met 3-4 leerlingen.
Planning
Je geeft uiterlijk maandag 30 september aan mij door met wie jij de leesclub vormt.
Je geeft door welke boeken je individueel hebt gelezen en welk boek jullie als eerste gezamenlijk gaan lezen.

Slide 6 - Tekstslide

Informatieve start:
inleiding op het gesprek
korte samenvatting

Slide 7 - Tekstslide

Leesbeleving: hoe hebben jullie het lezen ervaren? Wat waren de verwachtingen? etc.

Slide 8 - Tekstslide

Leesverkenning:
(be)vragen en verduidelijken.

Slide 9 - Tekstslide

Verdieping:
discussie aan de hand van stellingen.

Slide 10 - Tekstslide

Waarderen:
Aan de hand van literaire argumenten het verhaal
beoordelen.

Slide 11 - Tekstslide

Analyseer de tekst
- Formuleer het centrale standpunt van de schrijver
- Analyseer de negen argumenten uit de tekst: 
- Benoem en formuleer het argument; 
- Benoem het argumentatieschema; 
- Geef de argumentatiesoort aan en 
- Geef aan of het feitelijk of waarderend is.

Slide 12 - Tekstslide

Delen en uitwisselen
Wissel uit met een ander tweetal.
Welke overeenkomsten en verschillen zien jullie?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide