Pedagogiek periode 3.2 - les 13

• Pedagogisch werk
• MBO
• Studiejaar 3

Deze les

Doelgroepen gespecialiseerde opvang

• Communicatiestoornissen
• Zintuiglijke beperking 

H 14.9 - 14.10

Communicatiestoornis

Onvermogen om informatie te geven of te begrijpen omdat een orgaan of lichaamsfunctie ontbreekt of niet goed werkt

Communicatiestoornissen

Spraakstoornissen, bv. articulatie, stotteren

Taalstoornissen, bv. onvermogen om te begrijpen wat anderen zeggen, of om gedachten in taal om te zetten (bv. TOS, zie filmpje volgende dia)

Communicatiestoornissen

• Door frustratie kunnen gedragsproblemen ontstaan
• Praten roept spanning op
• Opvallende afwijkingen, bv. luide stem, niet uitspreken van medeklinkers aan begin of eind van het woord
• Onlogische zinsopbouw
• Onjuist gebruik van woorden

Zintuiglijke beperking (H 14.10)

Belangrijkste:

Auditieve stoornissen (doof/slechthorend)

Visuele stoornissen (blind/slechtziend)

Oorzaken zintuiglijke beperking

Aangeboren, bv. erfelijke ziekte, infectie van moeder tijdens zwangerschap, zuurstofgebrek bij geboorte

Niet aangeboren, bv. infectieziekte van kind (hersenvliesontsteking), ongeluk, vergiftigingen door geneesmiddelen

Slechthorende kinderen

Totale doofheid komt niet vaak voor

Gehoorresten zo goed mogelijk benutten

Auditieve stoornis kan al snel na geboorte worden vastgesteld

Problemen

Kind heeft moeite om duidelijk te maken wat het wil

Begrijpt het gedrag van anderen soms niet

Kind kan zich onveilig en onbegrepen voelen

Hechting aan (horende) ouders kan gevaar lopen

Achterstand op gebied van taalontwikkeling

Problemen in sociaal-emotionele ontwikkeling

Categorieën gehoorverlies

0-20 decibel: normaal gehoor

Verlies van 20-40 decibel: licht gehoorverlies

Verlies van 40-60 decibel: matig gehoorverlies

Verlies van 60-90 decibel: ernstig gehoorverlies

Verlies van > 90 decibel: zeer ernstig gehoorverlies/doofheid

Communicatie

Spraak-, stem- en gehoorontwikkeling blijven stimuleren

Begeleider gebruikt zowel woorden als gebarentaal

Bij jonge kind: ondersteuning met plaatjes

www.kentalis.nl

Visuele beperking

vb:

Troebel zicht

Kokervisus

Visuele beperking

Valt niet altijd snel na geboorte op

Kind beweegt zich voorzichtig en minder

Dingen leren door nadoen is moeilijker

Problemen

Het kind mist veel informatie

Voorstellingsvermogen wordt gehinderd

Missen non-verbale communicatie voor een groot deel

Kind voelt zich snel onveilig

Kind kan zich terugtrekken

www.bartimeus.nl

Begeleiding

Neem de tijd om dingen aan te leren

Laat het kind zoveel mogelijk voelen

Geef alles een vaste plek

Lichamelijk contact geeft hen veiligheid

Let op je intonatie, het kind hoort alleen je stem

Begeleiding bij zintuiglijke beperking

1 op de 4 kinderen bezoekt school voor SO

Hulpmiddelen kunnen irriteren

Ga na of het hulpmiddel goed werkt en goed past

Ouders: geef kind inspraak in het kiezen van hulpmiddelen