Medische ethiek

Medische ethiek/ principe ethiek 
Voor 3e jaars verpleegkunde 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Medische ethiek/ principe ethiek 
Voor 3e jaars verpleegkunde 

Slide 1 - Tekstslide

Waar denk je dat medische ethiek over gaat?

Slide 2 - Woordweb

Na de les...
- Weet je wat medische ethiek inhoudt en dit kan toepassen in de casus. 
- Weet je wat principe ethiek inhoudt.
- Weet je hoe het 'Utrechtse stappenplan' werkt en kan je dit toepassen op de casus en de opdracht. 

Slide 3 - Tekstslide

Programma 
- Medische ethiek
- Principe ethiek
- Weldoen
- Niet-schaden
- Rechtvaardigheid 
- Respect voor autonomie 
- Utrechtse stappenplan 
- Casus & opdracht 

Slide 4 - Tekstslide

Medische ethiek 
Gaat over nadenken wat goed handelen is binnen de gezondheidszorg. 

Medische ethiek is niet alleen voor artsen,  maar ook voor de samenleving. 

(Verpleegkundigen werken vaak vanuit de zorgethiek)

Slide 5 - Tekstslide

Principe ethiek 
Eén van de meest gebruikte theorieën in de medische ethiek is de principe-ethiek van Beauchamp en Childress. 

Deze theorie gaat uit van 4 principes:
1. Weldoen,
2. Niet-schaden,
3. Rechtvaardigheid,
4. Respect voor autonomie.

Slide 6 - Tekstslide

Weldoen 
- Doel is iemands welzijn actief bevorderen. 
- Kwaliteit van leven ook belangrijk. 

Slide 7 - Tekstslide

Wat valt NIET onder weldoen?
A
Zorg moet beschikbaar zijn
B
Zorg is veilig
C
Zelfredzaamheid vergroten
D
vrijheidsbeperkende interventies verhogen

Slide 8 - Quizvraag

Niet-schaden
- Geen handelingen verrichten die schadelijk zijn. 

Slide 9 - Tekstslide

Wat voor handelingen die artsen kunnen verrichten zouden nog meer schadelijk kunnen zijn?

Slide 10 - Open vraag

Rechtvaardigheid
- Gelijke gevallen, gelijk gehandeld. 
- Ongelijke gevallen, ongelijk gehandeld. 

Slide 11 - Tekstslide

Zie jij wel eens patiënten/cliënt onrechtvaardig behandeld worden?

Slide 12 - Open vraag

Respect voor autonomie
- Als arts respect hebben voor iemands opvattingen, keuzes en leefwijze. 
- Belangrijk: wilsbekwaam, vrijwillig kiest, goed geïnformeerd.

Slide 13 - Tekstslide

Utrechtse methode 
Methode die is ontwikkelt voor concrete ethische vraagstukken waar een handelingskeuze verricht moet worden. 

4 fasen: 
1. Verkenning van het probleem 
2. Analyse van het morele probleem 
3. Weging van de argumenten/waarden
4: Aanpak van het probleem 

Slide 14 - Tekstslide

Oefen casus 
Marie (81 jaar) heeft dementie. Marie heeft als kind te maken gehad met huiselijk geweld. Marie heeft regelmatig last van herbelevingen waarbij zij denkt dat medebewoners haar wat aan willen doen. Dit resulteert zich in dat Marie agressief gedrag toont richting de zorgverleners en medebewoners. Al twee keer eerder heeft Marie medebewoners zo dusdanig aangevallen dat deze verwondingen opliepen. In overleg met familie is afgesproken om vrijheidsbeperkende interventies in te zetten, zoals: rustgevende medicatie en fixatie. Dit om haar veiligheid en die van anderen te kunnen waarborgen. Echter verzet Marie zich stevig tegen deze interventies en wordt de agressie erger, het roept bij Marie veel angst op. Het team geeft aan dat sinds deze interventies zijn ingezet Marie anderen niet meer heeft verwond en er minder spanning heerst onder de medebewoners en collega's nu zij weten dat ze wat kunnen doen in deze situaties.

Slide 15 - Tekstslide

1. verkenning van het probleem
Welke vragen roept deze casus op?

- Wat hebben zorgverleners gedaan voordat deze interventies kwamen? 
- Kan Marie aangeven waardoor zij denkt dat bewoners/zorgverleners haar iets aan willen doen? 
- Hebben zorgverleners triggers gezien? 
- Wat hebben zorgverleners geprobeerd om deze situaties te voorkomen bij Marie? 
- Wat kan familie eventueel vertellen over de situatie? En wat voor rol spelen zij precies hierin? 


 



Slide 16 - Tekstslide

2. analyse van het morele probleem
Wat is de morele vraag? Welke handelingsmogelijkheden zijn er nog meer? Welke feitelijke informatie ontbreekt nog? 

De morele vraag is, of het ethisch gezien mag om iemand dit aan te moeten doen voor zijn eigen bestwil en of dit de juiste handelingsmogelijkheid is bij een dementerende vrouw die herbelevingen herleeft en wellicht niet in staat is om dit te kunnen onderscheiden van de werkelijkheid. Zij wil zichzelf waarschijnlijk beschermen en door de vrijheidsbeperkende interventies kan het zijn dat dit gevoel versterkt wordt en dat ze zich onveilig gaat voelen. Daarnaast is de veiligheid van anderen en haarzelf ook belangrijk, waardoor niemand gevaar mag lopen. 

Informatie wat ontbreekt is, welke afspraken hiervoor zijn gemaakt en hoe de communicatie is richting Marie. Is het gedrag van Marie geobserveerd? Zijn er bekende triggers waarin zij dit gedrag vertoont? Is er een onderliggend lijden (delier, urineweginfectie) die dit gedrag mogelijk kan versterken. 

Slide 17 - Tekstslide

3. weging van de argumenten/waarden
Wie zijn er betrokken en welke argumenten heb je nodig om de morele vraag te kunnen beantwoorden? 

Betrokkenen: Marie, zorgverleners (arts, verpleegkundigen, begeleiders, paramedici) en familie. 

Om de vraag te kunnen beantwoorden moet je vooral weten vanuit welk perspectief deze beslissingen zijn gemaakt en waarom? Uit wiens belang is dit nou eigenlijk werkelijk? Wat voor rol heeft Marie hier zelf in gehad en waarom is familie hiermee akkoord gegaan? Was er geen andere oplossing die ook voor Marie beter was? Er had ook gekozen kunnen worden om te kijken waar Marie behoefte aan heeft en hoe er met haar gecommuniceerd had kunnen worden en daarmee dus ook te luisteren naar Marie. Daarnaast hadden zorgverleners kunnen observeren waardoor dit gedrag verergert wordt.

Slide 18 - Tekstslide

4. Aanpak van het probleem
Welke handelingsmogelijkheid geeft de voorkeur op basis van de argumenten? 

Om echt te kijken naar Marie en je niet weet wat voorafgaand is afgesproken of ingezet zou ik zeggen dat Marie geobserveerd moet worden op haar gedrag en of er bepaalde triggers zijn die dit gedrag kunnen verergeren. Je zou dan dus de triggers kunnen verminderen. Ook is het belangrijk om na te gaan hoe je met Marie kan communiceren in deze situaties en waar zij goed op reageert, zoals afleiding of een luisterend oor. 

Slide 19 - Tekstslide

Casus & opdracht 
Worden uitgedeeld op papier met opdrachtenblad

Slide 20 - Tekstslide

Leerdoelen behaald?
- Weet je wat medische ethiek inhoudt en dit kan toepassen in de casus.
- Weet je wat principe ethiek inhoudt.
- Weet je hoe het 'Utrechtse stappenplan' werkt en kan je dit toepassen op de casus en de opdracht. 

Slide 21 - Tekstslide