Les 2.8.2 Spelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Nederlands

Klas 1 KGT - 2.8.2 Spelling

Vandaag in deze les:

Lesafspraken

Stillezen

Terugblik

Lesdoel

Huiswerk nabespreken

Instructie

Aan de slag

Lesafspraken:

• Je hebt respect voor elkaar en je omgeving
• Je hebt de spullen op orde en huiswerk gemaakt
• Je hebt de aandacht bij de les en bent stil wanneer nodig
• Bij samenwerken werk je zachtjes
• Wil je iets vragen of zeggen, steek dan je hand op
• Tassen op de grond, petten/mutsen/jassen/telefoon in kluisje
• Geen eten/drinken/kauwgom

Stillezen

Pak je leesboek, stripboek, etc.

Leg je huiswerk open klaar op de tafel!

Terugblik:

• Moeilijkewoordenwijzer
• Feiten en meningen
• Signaalwoorden - Synoniemen
• Woordsoorten: zn - lw - ww 
• Persoonsvorm in tegenwoordige tijd.

Lesdoel

Lesdoel: In deze paragraaf leer je:

• hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spelt.
• wanneer je een komma gebruikt.
• tien dicteewoorden.

Huiswerk bespreken

• Als het moet, komt het helemaal voor elkaar.
• Ravi, houd jij van vegetarische gerechten?
• Ja hoor, maar ik vind ook andere dingen lekker.
• Als mij vader kookt, houd ik hem graag in de gaten.

Huiswerk bespreken

• Hij bereidt altijd de gekste dingen.
• Laatst maakte hij pizza met salami, friet, komkommer en tomaat.
• Je wordt vast uitgenodigd om een keer mee te eten.

Huiswerk bespreken

word	word	wordt	word	wordt	worden
vermijd	vermijd	vermijdt	vermijd	vermijdt	vermijden
schiet	schiet	schiet	schiet	schiet	schieten
meld	meld	meldt	meld	meldt	melden

Huiswerk bespreken

fluit	fluit	fluit	fluit	fluit	fluiten
moet	moet	moet	moet	moet	moeten
bidd	bid	bidt	bid	bidt	bidden
lat	laat	laat	laat	laat	laten

Huiswerk bespreken

• biedt
• zet
• scheldt
• lijd
• vind
• verspreid
• wordt

Aantekening

De komma (166)

De komma staat in een zin, nooit achteraan in een zin.

• opsomming: de sla, komkommer, mayo en uitjes
• iemand aanspreken: Ravi, wil jij dit aanpakken?
• tussen twee persoonsvormen: 
• voor voegwoorden: wij willen naar buiten, maar het regent.

Aan de slag

Maak opdracht 7 en 8 (166-167)

• punt, uitroepteken of vraagteken
• als je iemand aanspreekt
• bij een opsomming
• tussen twee persoonsvormen
• voor woorden zoals want

Aan de slag

1. Je spreekt iemand aan.
2. Tussen twee persoonsvormen
3. Het staat voor worden als want, omdat, enz.
4. Je spreekt iemand aan.
5. Het is een opsomming.
6. Tussen twee persoonsvormen
7. Het staat voor worden als want, omdat, enz.
8. Het is een opsomming.

Aan de slag

opdr. 9 + 10 (167)

opdr. 12 (168)

dicteewoorden 3x overschrijven in aantekeningenschrift

Dit is het huiswerk voor de volgende les.

Bedankt voor jullie 

aandacht