verdienen en uitgeven hoofdstuk 3

verdienen en uitgeven
Hoofdstuk 3
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

verdienen en uitgeven
Hoofdstuk 3

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van de les:
  • weet je dat de hoogte van het BBP bepaald wordt door de productiecapaciteit en de bestedingen en waarom dat zo is
  • weet je wat de arbeidsproductiviteit is, kun je ermee rekenen en weet je waarom deze bepalend is voor de verkoopprijs
  • kun je de loonkosten per product uitrekenen met behulp van indexcijfers
  • ken je het verschil tussen een kwantitatieve verandering en een kwalitatieve verandering

Slide 2 - Tekstslide

productie=inkomen
We hebben al vaak gezien dat door te produceren inkomen ontstaat.
Met behulp van de 4 productiefactoren (Kapitaal, arbeid, natuur en ondernemerschap) wordt er geproduceerd.
De verschaffers van deze productiefactoren ontvangen hiervoor een inkomen. Hoe zat dat ook alweer?

Slide 3 - Tekstslide

Productiefactoren worden beloond:


Productiefactor:                  Beloning:
1    natuur                                 pacht 
2   arbeid                                  loon   
3   kapitaal                               rente, huur
4   ondernemerschap        winst


Slide 4 - Tekstslide

Dus....productie = inkomen!
Het BBP is het totale inkomen in een land. Het staat voor Bruto Binnenlands Product.
Om te weten wat er maximaal aan inkomen verdiend kan worden moet je dus weten hoeveel er maximaal geproduceerd kan worden. Deze maximale productie noem je de productiecapaciteit.

Slide 5 - Tekstslide

Bedrijven produceren meestal niet maximaal. Ze produceren zoveel als wat ze denken te verkopen. De productie (en dus het inkomen) is dus ook afhankelijk van de bestedingen (de vraag naar goederen en diensten)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

De arbeidsproductiviteit (apt) is de productie per werknemer in een bepaalde periode. Hoe hoger de apt , hoe lager de loonkosten per product. De loonkosten kunnen dan immers over meer producten verdeeld worden waardoor ze per product minder worden. Waarom is dat zo belangrijk?
Als de loonkosten per product dalen, dalen de kosten per product (de kostprijs) en kan de verkoopprijs omlaag. Dit verbetert de concurrentiepositie!

Slide 8 - Tekstslide

De arbeidsproductiviteit kan toenemen door:
  • specialisatie
  • scholing
  • automatisering/mechanisering
  • bonussen

Slide 9 - Tekstslide

De groei van de productiecapaciteit is afhankelijk van de kwaliteit en kwantiteit (hoeveelheid) van de productiefactoren.
We maken samen 3.13 om dit te illustreren.

Slide 10 - Tekstslide

Huiswerk
3.1-3.13

Slide 11 - Tekstslide