Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
H3 H3 Woordenschat metonymie NN 6e ed
Beeldspraak hoofdstuk 3
1. herhaling uitleg beeldspraak
2. uitleg metonymie
3. quizje
4. huiswerk
1 / 25
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
In deze les zitten
25 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Beeldspraak hoofdstuk 3
1. herhaling uitleg beeldspraak
2. uitleg metonymie
3. quizje
4. huiswerk
Slide 1 - Tekstslide
Beeldspraak
Je kent de volgende vormen van beeldspraak: vergelijking, personificatie, metafoor en metonymie.
Je kunt beeldspraak benoemen in geschreven, gezongen en gesproken taal en kunt ook uitleggen waarom het een bepaalde beeldspraak is.
Slide 2 - Tekstslide
Vergelijking
Je vergelijkt een beeld (b) met iets uit de werkelijkheid (object, o).
Je (o) bent zo sterk als een beer (b).
Hij (o) is zo gek als een deur (b).
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Wat is metonymie?
Slide 6 - Woordweb
Voorbeelden van metonymie:
Slide 7 - Woordweb
metonymie
Je gebruikt een woord dat te maken heeft met wat je eigenlijk wil zeggen:
Slide 8 - Tekstslide
deel van geheel: bijv. Even de neuzen tellen.
Slide 9 - Tekstslide
geheel van deel: Nederland heeft gewonnen.
Slide 10 - Tekstslide
eigenschap i.p.v. persoon: Heb je alweer zo'n babyface aan de haak geslagen!
Slide 11 - Tekstslide
materiaal i.p.v. voorwerp: Marianne Timmer heeft goud gewonnen.
Slide 12 - Tekstslide
voorwerp i.p.v. inhoud: Doe maar nog een kopje!
Slide 13 - Tekstslide
aardrijkskundige naam i.p.v. het product: Een heerlijke Bordeaux.
Slide 14 - Tekstslide
producent/maker i.p.v. product: Er hangt een Van Gogh bij hem thuis.
Slide 15 - Tekstslide
Met dat diploma gaan alle deuren voor je open.
A
Personificatie
B
Metafoor
C
Vergelijking
D
Metonymie
Slide 16 - Quizvraag
Na afloop van de voordracht klapte de zaal geruime tijd.
A
Personificatie
B
Metafoor
C
Vergelijking
D
Metonymie
Slide 17 - Quizvraag
In het zonlicht dansten talloze stofjes.
A
Personificatie
B
Metafoor
C
Vergelijking
D
Metonymie
Slide 18 - Quizvraag
Zo'n etterbak moet streng gestraft worden.
A
Personificatie
B
Metafoor
C
Vergelijking
D
Metonymie
Slide 19 - Quizvraag
Hij voelt zich zo vrij als een vogel.
A
Personificatie
B
Metafoor
C
Vergelijking
D
Metonymie
Slide 20 - Quizvraag
Ik lees een De Vries.
A
Personificatie
B
Metafoor
C
Vergelijking
D
Metonymie
Slide 21 - Quizvraag
De docenten staken de koppen bij elkaar en besloten tot een revolutionaire oplossing voor het spijbelen.
A
personificatie
B
metafoor
C
vergelijking
D
metonymie
Slide 22 - Quizvraag
In de verte hoorden we een beekje murmelen.
A
personificatie
B
metafoor
C
vergelijking
D
metonymie
Slide 23 - Quizvraag
Hij heeft zijn ijzers al ondergebonden en is klaar voor de schaatstocht.
A
personificatie
B
metafoor
C
vergelijking
D
metonymie
Slide 24 - Quizvraag
te doen:
leren: theorie woordenschat H3
maken: opdracht 1, 2, 3, 4 en 5 van woordenschat hoofdstuk 3
Slide 25 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
H3 H3 Woordenschat metonymie NN 6e ed
September 2022
- Les met
31 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Beeldspraak - deel 2
December 2022
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Metonymie hf. 3 Woordenschat 3H
September 2022
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Metonymie (Nieuw Nederlands Havo 3, H3 woordenschat)
December 2022
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Beeldspraak
Januari 2024
- Les met
32 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Metonymie - Woordenschat H2 - 2VWO
Januari 2021
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
H2 Woordenschat: Metonymie 06102022
Oktober 2022
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Metonymie (Nieuw Nederlands Havo 3, H3 woordenschat)
Maart 2024
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3